Van de Federal Reserve tot Europese bankaandelen: wat gebeurt er deze week op de beurs?

Ook deze week zal de financiële sector zich storten op de notulen van de jongste Fed-meeting, om ook maar de minste aanwijzing te zoeken over hoe het Amerikaanse rentebeleid, dat zo bepalend is voor alle financiële markten wereldwijd, zal evolueren. © Belga Image
Danny Reweghs
Danny Reweghs Directeur strategie Trends Beleggen

Op 3 november trekt de Federal Reserve weer alle aandacht van de financiële markten naar zich toe. We weten al enige tijd dat de Amerikaanse centrale bank haar stimulusprogramma, waarmee ze tot nog toe maandelijks voor 120 miljard dollar activa opkoopt, wil afbouwen. Fed-voorzitter Jerome Powell, die zijn herverkiezing als voorzitter almaar minder waarschijnlijk ziet worden, wil na afloop van de vergadering de start van de zogenoemde tapering aankondigen. Dat heeft hij duidelijk gemaakt op de persconferentie na de vorige meeting van de Amerikaanse centrale bank op 22 september.

Alleen een ongunstige evolutie op de Amerikaanse arbeidsmarkt kon de Fed-gouverneurs eventueel nog van mening doen veranderen. Het tweede zwakke banenrapport op rij was dan ook geen cadeau voor de Fed-gouverneurs die moeten beslissen. In september kwamen er 194.000 nieuwe banen bij, veel minder dan de verwachte 500.000. Het vorige banenrapport bleef met 235.000 nieuwe banen ook al mijlenver onder de verwachting van 733.000. Volstaat dat om de Fed-gouverneurs te vermurwen? Niet noodzakelijk, maar het maakt de kans wel groot dat de tapering zeer geleidelijk zal verlopen, in een tempo dat de financiële markten niet zal choqueren en waar ze mee kunnen leven. Zo interpreteren we toch de marktevoluties van de voorbije dagen en weken. Er heerst geen ongerustheid en er zijn al zeker geen spanningen. Maar het is uiteraard aan de Amerikaanse centrale bank om te beslissen. We zijn benieuwd hoe de markten met die beslissing zullen omgaan.

De Federal Reserve zal niet de hele week met alle aandacht gaan lopen. De beleggers zullen ook nog een kluif hebben aan het analyseren van de bedrijfsresultaten over het derde kwartaal. We mogen de piekweek in de Verenigde Staten dan wel achter de rug hebben, er komt deze en de volgende weken nog wel wat cijfermateriaal aan, vooral in België en Europa. In de eerste week van november kijken we onder meer uit naar de resultaten van Euronav en GBL.

De Europese banken herrijzen

De Europese financiële sector heeft tijdens de bankencrisis zowat alle geloofwaardigheid verloren. De waarderingen van de Europese bankaandelen bewijzen dat de sector er sindsdien niet meer in is geslaagd het volle vertrouwen van de beleggers terug te winnen. Daar zijn verscheidene redenen voor. Vooreerst hebben de banken hun balansen niet doortastend gesaneerd – denk in de eerste plaats aan de Italiaanse banksector, met comapatiënt Banca Montei dei Paschi, en aan enkele Duitse kleppers als Deutsche Bank en Commerzbank. Daarnaast vaardigde de Europese Centrale Bank (ECB) nieuwe buffers en reguleringen uit en legde ze een strafrente op aan banken die overtollige cash deponeren. Dat woog op de rentemarge en dus op de winstgevendheid van de banken. Vorig jaar kwam daar nog het risico van ernstige kredietverliezen bij als gevolg van de coronapandemie.

Dat heeft een negatieve perceptie gecreëerd ten aanzien van de banksector. Zo worden de aandelen in de Stoxx600 Banks-index, de index met alle belangrijke Europese beursgenoteerde bankaandelen, gemiddeld tegen 0,73 keer de boekwaarde verhandeld, of amper een derde van het gemiddelde van 2,16 voor de Stoxx600. Dat is zelden gezien. Op het dieptepunt in maart 2020 zaten we amper aan 0,4 keer de boekwaarde. Historisch bekeken is de waardering niet alleen ultralaag tegenover het marktgemiddelde, maar ook tegenover het eigen sectorgemiddelde van de voorbije tien en twintig jaar. Ook in termen van de beurswaarde tegenover de totale activa (amper 6% gemiddeld) zijn bankaandelen goedkoop (nog bijna 27% in 2007).

Inhaalbeweging

Maar het afgelopen jaar is de hemel opgeklaard voor de Europese bankaandelen. De schade van de coronacrisis voor de Europese banken viel mee, de rente stijgt eindelijk en de banken mogen van de ECB weer dividenden uitkeren, wat sommigen tot stevige uitkeringen heeft aangezet. Het afgelopen decennium hadden de aandeelhouders weinig reden tot vieren. Een belegging in de Stoxx600 Banks leverde, ondanks de vaak riante dividenden, slechts een return van 58 procent op, met een gemiddelde koersstijging van 8 procent, tegenover een return van 177 procent voor de Stoxx600-index in het afgelopen decennium (10,7% gemiddeld per jaar), of een verschil van bijna 120 procent.

Maar dat ligt dan vooral aan de ellendige jaren voordien, want de voorbije twaalf maanden hebben de Europese bankwaarden een fameuze inhaalbeweging gemaakt tegenover het marktgemiddelde: 79 procent voor de Stoxx600 Banks, tegenover 31 procent voor Stoxx600. KBC is dit jaar het op één na best presterende aandeel van de Bel-20-index en was via het moederbedrijf KBC Ancora een van de uitblinkers in de voorbeeldportefeuille. Maar we denken nu wel dat de klim aan een adempauze toe is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content