Uw bedrijfswagen als dividend
Rijdt u als bedrijfsleider of werknemer met een dure en milieuonvriendelijke bedrijfswagen, dan wordt u zwaarder belast op het privé-gebruik dat u van die wagen maakt. Op welke manieren kunt u die belasting verminderen of zelfs uitsluiten?
Voor het privé-gebruik dat de bedrijfsleider of werknemer van een bedrijfswagen maakt, wordt hij belast op een voordeel in natura. Di Rupo heeft er voor gezorgd dat het belastbaar voordeel wordt berekend op basis van de cataloguswaarde en de CO2-uitstoot van de wagen. De nieuwe berekeningsmethode treft vooral dure en milieuonvriendelijke wagens. In de praktijk zijn dat ‘zware’ SUV’s of 4×4’s van het type Volkswagen Touareg V6 3.0 of BMW X 5 3.0 d. Bedrijfsleiders met zo’n zware en dure bedrijfswagens zijn die liever kwijt dan rijk. Vraag is hoe zij fiscaal gezien het een en ander best oplossen.
Belastbaar voordeel verminderen
Een eerste optie is dat u als bedrijfsleider of werknemer het belastbaar voordeel vermindert. Dit kan door een eigen bijdrage voor de bedrijfswagen te betalen. Als de bedrijfsleider of de werknemer bijvoorbeeld elke maand 100 euro betaalt voor zijn bedrijfswagen, mag dat bedrag worden afgetrokken van het belastbare voordeel. Een andere manier is de werkelijke autokosten fiscaal af te trekken van het belastbaar voordeel.
Belastbaar voordeel uitsluiten
U kunt als bedrijfsleider ook kiezen voor de radicale oplossing, namelijk het volledig uitschakelen van het belastbaar voordeel in natura. Dit kan enkel door de bedrijfswagen op een of andere manier ‘op te geven’ en hem privé te maken. Dit kan door de bedrijfswagen over te kopen van de vennootschap. Fiscaal gezien is dit niet de beste oplossing. Een bedrijfsleider moet immers de ‘normale of marktwaarde’ van de wagen aan zijn vennootschap betalen. Dit gebeurt met privé-geld. Als een bedrijfsleider dat geld als loon uit zijn vennootschap moet halen, dan kost hem dat tot 50% aan personenbelasting plus sociale bijdragen. Reken in het slechtste geval op 60% ‘belastingen’. Dit betekent dat hij een veel hoger brutoloon uit zijn vennootschap moet halen dan de prijs van de wagen.
Besparen op de btw
Een manier om te besparen op de btw is de wagen voor ‘privédoeleinden onttrekken’ aan de vennootschap (artikel 12, § 1 BTW-wetboek). Het volstaat dat de vennootschap een boekhoudkundig stuk opmaakt dat niet de benaming ‘factuur’ draagt , maar waar wel op vermeld is ‘onttrekking overeenkomstig artikel 12, § 1 BTW-wetboek’. De bedrijfsleider moet enkel btw betalen op de helft van de waarde van de wagen op het ogenblik van de onttrekking. Bij een onttrekking moet de bedrijfsleider niet de werkelijke waarde van 25.000 EUR betalen, maar wordt hij wel belast op een voordeel van alle aard, gelijk aan de belastingen op de waarde van de wagen (inclusief btw).
De wagen uitkeren als dividend in natura
Iven De Hoon, managing director van het fiscaal advieskantoor De Hoon & Partners, doet ons een creatieve, maar fiscaal correcte oplossing aan de hand. Hij stelt dat de wagen als een dividend in natura kan worden uitgekeerd aan de bedrijfsleider. De bedrijfsleider betaalt daar niets voor aan de vennootschap, maar hij zal wel 21% of 25% roerende voorheffing (25% indien hij meer dan 20.020 EUR interesten en dividenden per jaar ontvangt) moeten betalen. Bovendien betaalt hij btw op de helft van de marktwaarde van de wagen. Als de wagen bijvoorbeeld 30.000 EUR waard is, dan moet de vennootschap een bruto dividend van 40.000 EUR toekennen als we die 30.000 EUR bruteren met een roerende voorheffing van 25%. De bedrijfsleider betaalt dan 10.000 EUR roerende voorheffing en 3150 EUR btw (21% x 15.000 EUR), in totaal dus 13.150 EUR. Let wel, het door de vennootschap uitgekeerde dividend kan niet van haar belastbare winst worden afgetrokken. De vennootschap betaalt ook belasting op de meerwaarde gerealiseerd op het factuurbedrag van de wagen.
Meer details vindt u in het dossier bedrijfswagens dat op 4 oktober verschijnt in Trends.
Johan Steenackers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier