Techaandelen blinken weer uit
De techaandelen lijken sinds begin dit jaar aan een heropleving bezig. Is dat tijdelijk of structureel? En wat zijn de onderliggende drijfveren?
Vorig jaar waren de techaandelen zonder twijfel het lelijke eendje op de beurs. Vanaf de piekkoersen van eind 2021 tot de bodemkoers in oktober 2022 verloor de Amerikaanse technologie-index Nasdaq 35 procent. “De techaandelen waren plots de antiheld, nadat ze de jaren daarvoor de drijfveer waren geweest in de langste stierenmarkt van deze eeuw”, schrijft Siddy Jobe, die het fonds Exponential Technologies van de vermogensbeheerder Econopolis leidt.
Ondertussen staat de Nasdaq opnieuw 23 procent boven die bodemkoersen. “Dit jaar is het spiegelbeeld van vorig jaar”, zei Goldman Sachs-strateeg Ben Snider daarover in een podcast. “Vorig jaar was tech een van de slechtst presterende sectoren op de beurs. Dit jaar presteerde het tot hiertoe het best.”
Hoe minder zielen
“De techaandelen zijn sinds begin dit jaar de uitblinkers op de beurs en de drijfveer achter de hogere koersen van de bredere indexen”, zegt ook David Older, aandelenanalist en fondsbeheerder bij het vlaggenschipfonds Patrimoine van de Franse vermogensbeheerder Carmignac. “Techaandelen presteerden vorig jaar zo slecht doordat beleggers een recessie verwachtten. Ze dachten dat de structurele groeiprikkels van de technologiesector, zoals de cloud, dan zouden stilvallen. De vrees was dat klanten hun uitgaven aan datacenters en cloudtoepassingen zouden terugschroeven, wat de inkomsten van big tech een klap zou geven.”
Sinds begin dit jaar lijkt die economische terugval niet voor meteen, waardoor de techaandelen weer opveerden. Beleggers werden nog meer gerustgesteld door de resultaten van het eerste kwartaal. Veel techspelers versloegen de analistenverwachtingen. “Microsoft, Meta en Google klopten de winstverwachtingen met 8 tot 10 procent en Amazon ging zelfs 50 procent boven de verwachte operationele winst”, stelt Rahul Narang, beheerder van het Global Technology Growth-fonds van Columbia Threadneedle. “Het eerste kwartaal van 2023 zal voor de techsector een van de sterkste van de afgelopen twintig jaar zijn”, zegt Ben Snider van Goldman. Uit de recente resultaten bleek dat de omzet van de cloudafdelingen van Microsoft, Alphabet en Amazon stevig standhield. Daar was vooraf heel veel angst over. De drie groeiden met 31, 28 en 16 procent tegenover dezelfde periode vorig jaar, schrijft Siddy Jobe in zijn analyse.
Het is lastig vergelijken met het eerste kwartaal van 2022, omdat de techbedrijven tijdens corona een enorme toename zagen in de vraag naar hun producten. Dat gaf de omzet een nooit geziene boost. “Die effecten zijn nu aan het normaliseren”, voegt de Econopolis-analist toe.
Daarnaast heeft de techsector in het afgelopen jaar het geweer van schouder veranderd. Voordien stond alles in het teken van groei en uitbreiding. Sinds dit jaar is het nieuwe adagium winstgevendheid en efficiëntie. “Die kentering is er gekomen met Elon Musk, die bij Twitter drie kwart van het personeel heeft ontslagen. Twitter is daarmee een beter bedrijf dan voordien”, zegt David Older van Carmignac.
“In dezelfde lijn heeft Mark Zuckerberg verkondigd dat 2023 voor Meta het jaar van de efficiëntie zal worden. Amazon, Salesforce, Alphabet, allemaal optimaliseren ze hun operationele uitgaven”, zegt hij. Lees: allemaal hebben ze mensen op straat gezet. Bij Amazon gaat het om meer dan 25.000 werknemers, bij Meta om meer dan 20.000 en bij Alphabet en Microsoft om zo’n 10.000 mensen.
Daarmee is de techsector robuuster dan velen denken, volgens de Carmignac-analist. “Techbedrijven willen gerust wat inboeten op hun omzetgroei, maar ze willen hun nettowinsten en kasstromen op peil houden.”
AI-overrompeling
Maar veel belangrijker nog is dat David Older een nieuwe structurele ontwikkeling ziet opduiken, die de techsector de komende jaren stevig kan doen groeien: artificiële intelligentie (AI). “De ontwikkelingen rond artificiële intelligentie in de techsector nemen de jongste maanden een heel hoge vlucht. Dit kan een nieuw iPhone-moment zijn voor de hele sector”, zegt David Older.
Een tegenargument is dat de techsector al veel hypes heeft gekend, die achteraf weinig meer dan een rimpeling hebben veroorzaakt. “Het metaverse bijvoorbeeld, maar dat is heel moeilijk te realiseren. Meta (het bedrijf boven Facebook, nvdr) heeft daar al 30 miljard dollar in geïnvesteerd, maar niemand weet wat dat zal opbrengen. Dat ligt nog te ver in de toekomst. Nog zo’n ontwikkeling is 5G. Dat zou het internet der dingen een boost geven en alles veranderen, maar het lijkt er voorlopig ook niet van te komen”, zegt de analist. “Met artificiële intelligentie is het anders.”
Ten eerste blijkt artificiële intelligentie anders omdat geen enkele andere nieuwe technologie zo snel de grens van 100 miljoen gebruikers voorbijging als ChatGPT, de AI-bot die het techbedrijf OpenAI eind vorig jaar openbaarde. ChatGPT deed daar slechts twee maanden over. Voor de Chinese socialemedia-app TikTok duurde dat negen maanden, voor de fotoapp Instagram dertig maanden en voor het deelrijdplatform Uber zeventig maanden. Artificiële intelligentie is van nature een technologie die snel ingang zal vinden.
“Het groeipotentieel is ook substantiëler omdat de mogelijke inkomsten eruit veel sneller te realiseren zijn”, zegt David Older. Zo verwacht de analist onder meer dat Microsoft, dat miljarden in ChatGPT heeft geïnvesteerd, die tool in zijn Office-toepassingen zal integreren. “Dat zal Office-gebruikers veel productiever maken en de kans vergroten dat werkgevers ervoor willen betalen. Omdat de technologie zo eenvoudig in bestaande softwaretoepassingen kan worden ingebouwd, zal het veel makkelijker zijn de gebruikersbasis snel te doen groeien. Je hoeft er geen nieuwe gebruikers voor te ronselen of aparte hardware voor op te zetten. Het wordt gewoon toegevoegd aan bestaande toepassingen en gebruikers betalen er enkele euro’s meer voor.”
Uit de onderhoudsinvesteringen van grote techbedrijven blijkt dat ze heel optimistisch zijn over de inbedding van artificiële intelligentie in hun softwaretoepassingen. “Alphabet, Microsoft, Meta: alle grote techbedrijven blijven heel sterk investeren in de datacenters die ze klaar willen maken voor de AI-overrompeling. Ze zijn heel optimistisch over wat die technologie voor hen kan betekenen.”
Tweekoppig beest
De waarderingen van de techbedrijven kregen vorig jaar een serieuze klap, maar hebben zich ondertussen hersteld. “Momenteel noteren ze tegen 25 keer de winst”, zegt Rahul Narang van Columbia Threadneedle. “Dat is 49 procent hoger dan de Amerikaanse sterindex S&P 500, maar die premie komt overeen met het historische gemiddelde. In dat opzicht zijn de waarderingen niet overdreven. Die premie is ook gerechtvaardigd omdat deze bedrijven de sterkste businessmodellen hebben en daarmee stevige winstvooruitzichten kunnen voorleggen.” Dat bevestigt ook David Older. “Omdat ze zo hebben ingezet op efficiëntie en kunnen rekenen op de toekomstperspectieven van artificiële intelligentie, verdienen ze opnieuw een hogere waardering.”
Ondertussen trekken analisten de koersdoelen voor de grote techspelers naarstig op. Facebook-moeder Meta noteerde in oktober vorig jaar tegen een bodemkoers van 90 dollar. Ondertussen is die meer dan verdubbeld tot 240 dollar, maar daarmee is volgens analisten het vet nog niet van de soep. De meesten hebben hun koersdoelen verhoogd richting 280 à 300 dollar per aandeel. Ook Microsoft kreeg de jongste weken meer koopaanbevelingen.
Al dat optimisme betekent niet dat er geen risico’s meer zijn voor de techsector. “De inflatie en de daarop volgende renteverhogingen blijven een risico. Daarnaast leidt de mogelijkheid van meer regelgeving tot meer onzekerheid. Ook de geopolitieke situatie rond China en Taiwan moeten techbeleggers zeer nauw in de gaten houden”, somt Rahul Narang op.
Daarnaast is de techsector een tweekoppig beest met aan de ene kant zeer winstgevende mastodonten zoals Apple, Google en Microsoft, en aan de andere kant kleinere, snel groeiende maar vaak verlieslatende groeibedrijven. “De toename van verlieslatende bedrijven moet in de gaten worden gehouden. In 2020 en 2021 liep dat de spuigaten uit. Het was alsof het beleggers niet uitmaakte of een bedrijf een goed businessmodel had en voldoende cash kon genereren. Die kwakkel is vorig jaar doorprikt”, zegt Rahul Narang.
Het aandeel van verlieslatende bedrijven in de techsector is vorig jaar teruggevallen. “Tijdens de piek van de dotcomzeepbel in 1999 was 36 procent van de techbedrijven verlieslatend. In de jongste 25 jaar was dat gemiddeld 26 procent. Nu zitten we op 31 procent. We zijn er dus nog niet, maar het ziet er al beter uit dan twee jaar geleden”, zegt de analist.
Leiderschapspositie
De vraag is nu of techaandelen de rest van de beurskoersen op sleeptouw kunnen nemen en opnieuw hun voortrekkersrol zullen opnemen. Volgens Siddy Jobe is het nog iets te vroeg om dat te weten. De kans bestaat, maar het is nog niet zeker. “In de winstvooruitzichten van de sector voor dit jaar zien we elk kwartaal een lichte verbetering”, schrijft hij. Voor het tweede kwartaal wordt een verlies van 1 procent verwacht, om in het laatste kwartaal te eindigen met een winstverwachting van 2,5 procent. Voor 2024 verwachten analisten dat de techsector opnieuw de meest winstgevende van alle sectoren zal worden. “De toon is gezet met de recente resultaten. De rest van het jaar zal uitwijzen of de techbedrijven hun leiderschapspositie weer kunnen opnemen”, stelt hij.
Rahul Narang is er redelijk gerust op dat het die kant zal opgaan. “Big tech heeft de beste businessmodellen die we ooit gekend hebben. Daarnaast blijft technologie een steeds grotere rol spelen in de wereldeconomie. De markt voor technologieproducten en -diensten blijft groeien en de grote techspelers zijn het best geplaatst om daarop in te spelen. De structurele langetermijndrijfveren blijven van tel en zijn heel aantrekkelijk voor de techsector.”
50 procent
ging Amazon in het eerste kwartaal boven de verwachte operationele winst.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier