Steeds meer artsen kiezen eigen tarieven
Jaar na jaar stijgt het aantal artsen en specialisten die hun eigen tarieven hanteren. Ook vorig jaar was er weer een stijging.
Almaar meer artsen en specialisten verwerpen het akkoord tussen de artsen en de ziekenfondsen over de tarieven die ze aan patiënten aanrekenen, meldt de Artsenkrant op basis van cijfers van het Riziv. Dat heet deconventionering in het jargon.
Voor dit jaar heeft 5,5 procent van de huisartsen dat akkoord verworpen, een lichte stijging tegenover de 4,8 procent vorig jaar. In Wallonië is dat 8,2 procent en in Brussel 11,4 procent. Specialisten deconventioneren zich nog meer: 21,3 procent in Vlaanderen, 1 procent meer dan vorig jaar. Vooral dermatologen (70%), oogartsen (60,5%), plastische chirurgen (53,5%) en gynaecologen (47%) hanteren eigen tarieven die buiten het conventieakkoord vallen.
De stijging van artsen die het prijzenakkoord verwerpen is het grootst bij die specialismen waarbinnen al een heel grote groep eigen tarieven hanteert. Daar lijkt de drempel lager om het op te zeggen. Bovendien zijn dat de specialismen waarbij de wachttijden voor patiënten vaak het langst zijn.
Patiënten die zich door gedeconventioneerde artsen en specialisten laten behandelen, betalen doorgaans meer, terwijl het bedrag dat ze via het ziekenfonds terugkrijgen hetzelfde blijft.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier