Wie met de buren renoveert, krijgt voortaan een premie
Wie samen met minstens negen andere buren in een gezamenlijk renovatieproject stapt, heeft sinds deze maand recht op een premie tot maximaal 400 euro.
Buren die samen een renovatieproject opstarten kunnen zich via de netbeheerders Eandis en Infrax inschrijven op de burenpremie. Die premie kan aangevraagd worden vanaf het moment dat tien woningen uit dezelfde straat een energiebesparende renovatie ondergaan. De premie geldt onder meer voor dak-en zoldervloerisolatie, het plaatsen van een zonneboiler, warmtepomp of nieuwe beglazing.
De premie kan oplopen tot 400 euro per woning. In appartementen daalt die premie wel naar 100 euro per wooneenheid vanaf zes appartementen. De premie wordt bovendien beperkt tot maximaal 5000 euro voor het gebouw.
Belangrijk om weten is dat u als deelnemer de premie niet ontvangt. Die gaat naar een projectbegeleider. “Die zal een groot deel van uw taken overnemen zodat u zelf minder moet doen. Door de collectieve aanpak kan de projectbegeleider ervoor zorgen dat de energierenovatiewerken vlotter, kwaliteitsvoller en goedkoper worden uitgevoerd”, laat de Vlaamse overheid weten op haar site. Bewoners kunnen maximaal twee keer zo’n premie aanvragen per woning. Op de site van de Vlaamse overheid vindt u nog meer informatie.
Wat is er deze maand nog veranderd?
Leningen vergelijken wordt gemakkelijker
Sinds 1 april is het bovendien veel eenvoudiger om woonleningen te vergelijken. Begin deze maand is het jaarlijks kostenpercentage (JKP) voor hypothecaire kredieten in werking getreden. De bankenfederatie Febelfin heeft aan onze redactie bevestigd dat banken voortaan verplicht zijn die bekend te maken. U gaat die informatie terugvinden op het Europees gestandaardiseerd informatieblad (ESIS). Dat is een standaarddocument dat een overzicht biedt van de voorwaarden van de aangeboden hypotheek.
Naast de jaarlijkse kostenpercentage vindt u op het informatieblad onder meer het aantal, de frequentie en de hoogte van al uw afbetalingen kunnen raadplegen en wat de voorwaarden zijn voor een vervroegde aflossing. Bedoeling is dat het voor de consument veel gemakkerlijk wordt om woonleningen te vergelijken. Wie het informatieblad niet van zijn kredietgever krijgt, kan dat alsnog aanvragen.
Op de site van de Europese Unie staat ook te lezen dat een kredietgever de kredietnemer minstens zeven dagen de tijd moet geven om in te gaan op een offerte. De landen geven elk een eigen invulling aan die bedenktijd. In sommige EU-landen is dat de periode waarbinnen u mag nadenken of u op de offerte wilt ingaan. In andere lidstaten is dat de periode waarbinnen u nog mag afzien van een al ondertekende offerte. Sommige landen kiezen voor een combinatie van beiden.
Plafond dossierkosten woonlening
Daarnaast mogen de banken sinds deze maand maximaal nog 500 euro dossierkosten aanrekenen wanneer u een woonlening afsluit. Dat wordt maximum 800 euro voor een combinatie van een overbruggingskrediet en een nieuwe lening. Bij een eerste herfinanciering mag maar de helft van de kosten voor een initiële lening worden gevraagd.
Wie een tweede herfinanciering wil binnen de twaalf maanden betaalt hetzelfde bedrag als bij een initiële lening. De plafonds zijn er gekomen op vraag van Kris Peeters, minister van Consumentenzaken.
“Wie een lening afsluit, moet al heel wat eigen middelen inbrengen. Als daar nog eens hoge dossierkosten bij komen, is dat een onaangename verrassing. Door de dossierkosten wettelijk te plafonneren, brengen we ze terug tot een redelijk niveau”, aldus Peeters.
Syndicus registreren wordt verplicht
Sinds deze maand is het ook wettelijk verplicht om een syndicus in een appartementsgebouw te registreren bij de FOD Economie. Dat staat in een koninklijk besluit van ministers van Justitie Koen Geens (CD&V) en Middenstand Willy Borsus (MR), dat onderdeel is van een aanpassing van de wet op mede-eigendom. Deze maatregel moet vanaf 1 april 2017 verplicht vervuld zijn voor elke nieuwe VME. Reeds bestaande VME’s hebben vanaf 1 april één jaar de tijd om hun syndicus aan te melden.
Concreet is elke vereniging van mede-eigenaars verplicht om de gegevens van de syndicus te registeren in de Kruispuntbank van Ondernemingen van de FOD Economie, zodat diens gegevens voor iedereen beschikbaar zijn. “Bedoeling is dat bewoners daardoor het gevoel krijgen dat zij en hun woning in goede handen zijn”, zegt minister Geens. “Voor syndici is het dan weer belangrijk dat ze eindelijk erkenning krijgen voor hun job.”
Aanpassing terugbetalingsregeling voor neussprays en maagzuurremmers
Neussprays met corticosteroïden – tot nu toe enkel op voorschrift – zijn sinds 1 april vrij verkrijgbaar. Bedoeling is dat mensen deze veilige neusspray gebruiken in plaats van de schadelijke vaatvernauwende sprays. Uit een studie blijkt dat de mensen die zo’n spray gebruiken, dat langer dan vijf tot tien dagen doet. Langdurig gebruik van zo’n vaatvernauwende spray zorgt niet enkel voor overconsumptie, maar leidt vaak ook tot aantasting van het slijmvlies. Voor chronische patiënten met een voorschrift van hun arts blijft er wel nog terugbetaling, zij het iets minder. Zij worden ook beschermd door de maximumfactuur.
Voor maagzuurremmers in hoogste of sterkste dosering zullen verpakkingen van 84, 98 of 100 tabletten niet langer terugbetaald worden. Volgens de bijsluiter moet het gebruik van die maagzuurremmers immers beperkt worden tot twee maanden. Grote verpakkingen hebben bijgevolg geen zin. Er zijn wel een aantal uitzonderingen.
Minister van Volksgezondheid Maggie De Block, het Riziv en de apothekersverenigingen organiseren een informatiecampagne rond de maatregelen, om artsen, apothekers en patiënten zo goed mogelijk in te lichten. De informatie staat op de websites van het Riziv, de apothekersverenigingen en van de minister.
Gents mobiliteitsplan
Op 3 april, de eerste maandag van april, is in Gent het nieuwe en langverwachte mobiliteitsplan in werking getreden. Het plan moet de stad leefbaar houden, en minder auto’s in de stad te krijgen. De stad wijst erop dat, naast de groei van voetgangers, fietsers en het openbaar vervoer ook het aantal auto’s in de stad gegroeid is – met 17.000 extra op 10 jaar tijd.
Belangrijkste ingreep is het circulatieplan, dat de stad in sectoren onderverdeelt en doorgaand verkeer via de al overbelaste stadsring stuurt. Het wordt vanaf 3 april onmogelijk om met de auto van de ene naar de andere sector te rijden.
“In het hartje van de stad moet het bestemmingsverkeer absoluut voorrang krijgen”, is te lezen op de website van het mobiliteitsplan. “Wie niet in de binnenstad moet zijn, zal niet langer het centrum met de wagen kunnen doorkruisen. Wie de binnenstad wel wil bereiken, zal de logische invalswegen en de binnenring (R40) moeten volgen.”
Behalve de zes sectoren in het gebied binnen de binnenring wordt het autovrij gebied in het centrum ook uitgebreid.
Intelligent Mobiel, een actiegroep met daarin onder meer de Gentse N-VA, blijft de strijd tegen het circulatieplan verder zetten en heeft intussen voldoende handtekeningen verzameld voor een referendum met de vraag of “Gent en de Gentenaars beter worden van het circulatieplan”. Vermoedelijk komt dat referendum er na de zomervakantie.
Digitaal faillissementsdossier uit de startblokken
Het digitaal faillisementsdossier is op 1 april uit de startblokken geschoten. Rechtbanken, curatoren en schuldeisers zullen de belangrijkste documenten dan digitaal kunnen opstellen, ondertekenen en uitwisselen. De Orde van Vlaamse Balies (OVB), die het digitale register uitwerkt en mee prefinanciert, verheugt zich op de “enorme tijdsbesparing”.
Crèches moeten over kwaliteitshandboek beschikken
Crèches met meer dan achttien opvangplaatsen moeten voortaan beschikken over een kwaliteitshandboek. Die maatregel is ingebouwd in het kinderopvangdecreet dat sinds 1 april 2014 van kracht is, en oorspronkelijk moesten de kwaliteitshandboeken er op 1 april 2016 al zijn, maar “om de werkdruk te verlichten”, kregen de crèches een jaar extra de tijd.
In het handboek moeten de organisatoren (met minstens achttien plaatsen) beschrijven welke kwaliteit ze willen bieden en hoe ze die kwaliteit willen realiseren. Nieuwe organisatoren kregen vanaf hun vergunning twee jaar de tijd om zo’n handboek op te stellen. Op de site van Kind en Gezin kunnen organisatoren de nodige ondersteuning vinden.