Waarom vrezen verzekeraars de lage rente?
Verzekeraars slaken ongetwijfeld een zucht van verlichting nu Draghi heeft beslist de marktrente niet verder te verlagen. Maar waarom zijn ze als de dood voor de lage rente?
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft beslist de rentetarieven in de eurozone onveranderd te laten. Daarmee hoopt de centrale bank de rente op lange termijn op een laag pitje te houden en zo te slagen in haar opzet: een inflatie van net geen 2 procent. Al heeft Mario Draghi, de voorzitter van de ECB, nog een lange weg af te leggen. Het jongste EU-inflatiecijfer was amper 0,2 procent.
Ondertussen gaan de verzekeraars gebukt onder het beleid van de centrale bank. Deze week kondigde AXA Verzekering al aan dat het 650 banen en alle beleggings- en spaarverzekeringen zal schrappen. Ook bij Ethias laaien de gemoederen hoog op. De Nationale Bank vreest namelijk dat de verzekeraar niet zal slagen voor de nakende Europese stresstest. Zo doken er woensdag berichten op dat een overname van Ethias door Belfius op de tekentafel ligt. Maar volgens vice-CEO Benoit Verwilghen is er op dit moment geen sprake van een overname. Al is het duidelijk dat er bij de verzekeraars veel verandering op til zijn.
Minder inkomsten
De verzekeraars hebben naar eigen zeggen geen andere keuze dan alternatieve wegen in te slaan. Door de lage rente krijgen zij het hoe langer hoe moeilijker om aan hun verplichtingen tegenover de klanten te voldoen. Zij beleggen immers de premies die de spaarders betalen. Als de marktrente blijft zakken (zolang de ECB obligaties opkoopt), zien de verzekeraars hun opbrengsten dalen. Als hun beleggingscontracten aflopen, zijn zij verplicht nieuwe contracten aan te gaan die veel minder opbrengen. Lage rentes staan dus synoniem voor minder inkomsten. Dat terwijl ze met hun klanten een contract op de lange termijn zijn aangegaan.
Onder meer Ethias is zo in de problemen gekomen. De verzekeraar probeerde vroeger met de First-rekeningen – een spaarverzekering met een levenslange rente – de concurrentie aan te gaan met de spaarbanken. Onder druk van Europa heeft de verzekeraar de afgelopen jaren verscheidene pogingen ondernomen om die spaarverzekeringen af te kopen. De laatste poging dateert van december 2015. Toen bood de verzekeraar een uitstappremie van 10 procent aan. In de First-portefeuille zit er nog 14 miljard euro. De verzekeraar hoopt nu die spaarverzekeringen te verkopen aan derden om zo de risico’s te spreiden.
Enkele weken geleden zag AXA België zich verplicht de spaarverzekering Crest20 af te kopen. De verzekeraar had zijn klanten destijds een levenslange rente van 4,75 procent beloofd, maar heeft die rente naar beneden bijgesteld. AXA biedt klanten die hun Crest20-contract hebben afgesloten voor 31 januari 2002 een uitstappremie van minstens 25 procent van de gemiddelde reserve. Op 1 januari 2017 stopt AXA verzekeringen met nieuwe contracten spaar-en levensverzekeringen.
Druppel op hete plaat
De afgelopen jaren heeft de regering al enkele maatregelen genomen om de druk van de ketel te halen. Onder druk van de Nationale Bank heeft de regering begin 2016 de gegarandeerde opbrengst voor de groepsverzekeringen beperkt door ze te koppelen aan de evolutie van de rente op staatsleningen op 10 jaar. En enkele maanden later, op 23 maart 2016, werd beslist dat verzekeraars maximaal nog 2 procent rente mogen geven op levensverzekeringen. Maar die maatregelen lijken slechts een druppel op een hete plaat te zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier