Spaarboekje versus Tak 21-verzekering: maak de beste keuze
Spaarders op zoek naar een vast en risicoloze opbrengst twijfelen vaak tussen een spaarboekje en een Tak 21-beleggingsverzekering. We helpen u de juiste keuze maken.
Beleggers sparen nog steeds massaal op spaarboekjes; 240 miljard euro staat er momenteel ‘geparkeerd’ op die rekeningen ondanks de lage rente. Toch is er ook een alternatief dat aan populariteit wint, onder de vorm van sparen via een levensverzekering, meer specifiek een Tak 21-levensverzekering van het type universal life.
Tak 21-beleggingsverzekering
Een Tak 21-verzekering is een lange termijnbelegging in een verzekeringsjasje, aangeboden door verzekeringsmaatschappijen. De klant-verzekeringsnemer sluit een levensverzekering af met zichzelf als verzekerde en begunstigde bij leven, en een derde als begunstigde bij overlijden. Hij kiest zelf hoeveel en wanneer hij wenst te sparen. Bovendien geniet hij kapitaalsgarantie. Concreet geniet de verzekeringsnemer op elke storting een gewaarborgde rentevoet, verworven voor een vooraf bepaalde termijn (meestal gedurende maximum 8 jaar). Deze rentevoet is echter niet gegarandeerd voor de toekomst zodat een latere storting een lagere of hogere gewaarborgde rentevoet kan hebben. Dat is een belangrijk verschil met de spaarrekening bij de bank. Als de rente op een spaarboekje daalt zal het volledige spaartegoed op de rekening hieronder lijden, wat niet het geval is bij een spaarverzekering. De gewaarborgde rentevoet van de levensverzekering kan verhoogd worden met bijkomende intresten die men de winstdeling noemt. Deze winstdeling is niet gewaarborgd en hangt af van de beleggingsresultaten van de verzekeringsmaatschappij. Elk jaar beslist de verzekeraar hoeveel bijkomende intresten hij aan welke contracten toekent. In slechte beursjaren wordt er dan weinig of geen winstdeelname uitgekeerd; in betere jaren is dit wel het geval. De gewaarborgde rentevoet kan ook 0% bedragen. De opbrengst van de Tak 21-verzekeringen zonder gewaarborgde rente – de zogenoemde 0 %-contracten – bestaat enkel uit een niet-gewaarborgde winstdeelneming. Bij deze producten garandeert de maatschappij enkel kapitaalsgarantie en mikken de spaarders volledig op de winstdeling.
Sparen met een verzekeringsaspect
Verlies niet uit het oog dat een Tak 21-belegging een verzekeringsproduct is. Dit betekent dat er een uitkering bij leven is als de verzekerde nog in leven is op de einddatum van het contract en een uitkering bij overlijden mocht de verzekerde overlijden vóór de einddatum. Wanneer men niet opteert voor een bijkomende overlijdensdekking wordt bij overlijden van de verzekerde het gevormde spaartegoed (reserve) uitgekeerd aan de begunstigde bij overlijden. Maar men kan ook afwijken van deze overlijdensdekking, ‘100% van de reserve’, door te opteren voor een vast overlijdenskapitaal, een hoger percentage dan 100 % van de reserve of een percentage van de stortingen. Door te opteren voor een overlijdensdekking hoger dan de 100% van de reserve kan men de successierechten voor de begunstigde incalculeren. Voor een begunstigde bij overlijden die niet behoort tot de wettelijke erfgenamen kunnen de successierechten immers hoog oplopen.
Naast een extra overlijdensdekking kan men aan een levensverzekering met regelmatige premiebetalingen ook aanvullende waarborgen koppelen zoals bijvoorbeeld een ongevallenverzekering die een extra kapitaal uitkeert als de verzekerde het slachtoffer wordt van een ongeval, of een invaliditeitsverzekering die voorziet in een uitkering als de verzekerde arbeidsongeschikt wordt. Binnen de invaliditeitsverzekering zijn er verschillende waarborgen mogelijk, zoals een vrijstelling van premiebetaling van de hoofdverzekering indien de verzekerde ziek wordt, de mogelijkheid om bij ziekte een gratis voorschot op te nemen op het eindkapitaal of een gewaarborgd inkomen dat de inkomensdaling opvangt als men afhankelijk wordt van de wettelijke ziekte-uitkering. De aanvullende waarborgen worden betaald met een bijkomende premie bovenop de spaarpremie. De overlijdensverzekering en de aanvullende waarborgen vindt men niet terug bij een spaarrekening, een louter bancair product zonder verzekeringsluik.
Fiscale implicaties
Ook op fiscaal vlak is er een belangrijk verschil tussen een spaarrekening en een spaarverzekering. Bij een gereglementeerd spaarboekje genieten de eerste 1880 euro intresten (inkomstenjaar 2013) vrijstelling van roerende voorheffing. Bij meer dan 1880 euro intresten is men 15% roerende voorheffing verschuldigd op de intresten boven de 1880 euro.
Bij een Tak 21-verzekering hoeft men geen roerende voorheffing te betalen bij een looptijd langer dan 8 jaar of als er gekozen werd voor een overlijdensdekking van minstens 130 % van de gestorte premies. In dit laatste geval moeten bovendien verzekeringsnemer, verzekerde en begunstigde bij leven dezelfde persoon zijn. Met een levensverzekering mikt men bijgevolg eerder op sparen op lange termijn. Als de levensverzekering niet voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van roerende voorheffing, bijvoorbeeld een Tak 21-spaarverzekering met een duurtijd van 5 jaar, is vanaf 1 januari 2013 een roerende voorheffing verschuldigd van 25%, berekend op de gestorte premies gekapitaliseerd aan een fictieve rentevoet van 4,75%. Belangrijk om te weten is dat de termijn van acht jaar begint te lopen op het moment dat u het contract afsluit. De looptijd gaat dus in vanaf de eerste storting en niet vanaf de datum van de bijstortingen. Het kan een goede strategie zijn om nu al een Tak 21-verzekering te openen, terwijl u bijvoorbeeld pas over vijf jaar een belangrijk bedrag op de rekening wilt storten. Die bijstorting kunt u dan al binnen de drie jaar belastingvrij opvragen.
Flexibiliteit, bescherming en kosten
Het geld van een spaarrekening is op elk moment beschikbaar. Maar ook binnen een Tak 21 universal life verzekering kan men geld opvragen vóór de einddatum., al zijn er wel voorwaarden aan verbonden, zoals een minimum opvragingsbedrag, een minimumreserve, opvragingskosten,… Qua flexibiliteit wint de spaarrekening het van de spaarverzekering, gezien de uitstapmogelijkheden bij een levensverzekering beperkter zijn.
Op het vlak van bescherming van het gespaarde kapitaal, de zogenaamde staatswaarborg, in geval van faillissement van de bank of de verzekeraar is er geen verschil. Zowel de spaarrekening als de Tak 21-levensverzekering genieten van een staatsgarantie tot maximum 100.000 euro per klant per bank en per verzekeraar of bank.
Het kostenplaatje ziet er bij een levensverzekering totaal anders uit dan bij een bankproduct. Mogelijke kosten zijn: instapkosten van de verzekeringsmaatschappij, commissie voor de tussenpersoon, beheerskosten op de reserve en administratiekosten, terug te vinden op de financiële infofiches die elke verzekeringsmaatschappij ter beschikking van zijn klanten moet stellen. Daarnaast is er een taks van 2% verschuldigd op de premies van een individuele levensverzekeringen (tenzij afgesloten in het kader van pensioensparen). De verzekeringsmaatschappij moet deze taks doorstorten aan de Staat. Deze kosten wegen uiteraard op het rendement van de spaarverzekering. Bij een spaarrekening zijn de kosten lager of zelfs nihil.
Johan Steenackers
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier