Een schenking kan gebeuren “als voorschot op erfenis” of “buiten erfdeel”. Als dit geen verschil uitmaakt, bespaar je veel ereloon door voor het eerste te kiezen in de schenkingsakte. Hoe komt dat?
Voorschot op erfdeel
Als ouders bijvoorbeeld een schenking doen aan één van de kinderen, dan is het meestal de bedoeling dat deze schenking als ‘voorschot op erfdeel’ gebeurt. Het is immers niet de bedoeling dat het kind bevoordeeld wordt ten opzichte van de andere kinderen. Concreet betekent dit dat de schenking die het kind nu krijgt, later ‘verrekend’ zal moeten worden als de ouders overlijden.
Buiten erfdeel
Doen de ouders een schenking aan een kind en vinden ze dat dit later niet ‘verrekend’ moet worden, dan kan dat in principe ook. Ze kunnen dan de schenking doen ‘buiten erfdeel’. Het kind krijgt dus een schenking waarmee later in principe geen rekening moet worden gehouden.
Bijna dubbel ereloon
In bepaalde gevallen maakt het in principe weinig uit of men een schenking doet buiten erfdeel of als voorschot op de erfenis. Denken we maar aan een schenking aan alle kinderen, er is maar één kind, enzovoort.
Er zijn notarissen die dan toch graag in de schenkingsakte zetten dat het een schenking ‘buiten erfdeel’ is. Waarom? Gewoon omwille van het ereloon dat ze mogen aanrekenen. Schenken ouders bijvoorbeeld € 200.000 aan hun kind, dan betalen ze boven op de € 6.000 schenkingsrechten (3% in Vlaanderen en Brussel en 3,3% in Wallonië) een ereloon van ongeveer 1.100 euro bij een ‘voorschot op erfenis’, tegenover ongeveer 2.000 euro ‘buiten erfdeel’.
