Zolang de belasting op het privégebruik van een bedrijfswagen niet wordt verhoogd, zal een wagen interessanter blijven dan een nettoloonsverhoging.
Het uitwerken van regels voor de eventuele omruiling van een bedrijfswagen voor een hoger nettoloon of een mobiliteitsbudget belooft een moeilijke oefening te worden. Een budgetneutrale oplossing zal een utopie zijn als de gunstregeling voor bedrijfswagens blijft bestaan.
Bedrijfswagens zijn de jongste jaren meer en meer geëvolueerd naar salariswagens. Werkgevers geven ze steeds vaker aan werknemers die bijna 100 procent privékilometers (waaronder het woon-werkverkeer) afleggen met hun bedrijfswagen. Op die manier neemt een bedrijfswagen vaak de plaats in van een loonsverhoging, die een werkgever veel meer kost dan het toekennen van het voordeel van een wagen.
Ook voor de werknemer biedt een bedrijfswagen veel voordelen. Een eigen wagen is een grote uitgavenpost. Bovendien is aan een bedrijfswagen dikwijls een tankkaart gekoppeld, waardoor de werknemer ook de brandstofkosten uitspaart. Het voordeel van die tankkaart wordt overigens niet belast.
Loonsverhoging weegt niet op tegen bedrijfswagen
De huidige fiscale regeling werkt de toename van het aantal salariswagens in de hand. Zowel voor de werkgever/vennootschap als voor de werknemer worden bedrijfswagens fiscaal gunstig behandeld, zeker wanneer het gaat om wagens met een lage CO2-uitstoot. Die fiscale gunstregeling blijft bestaan.
De regering-Michel wil het aantal bedrijfswagens verminderen door de werknemer de keuze te laten of hij zijn bedrijfswagen wil inruilen voor een hoger nettoloon of een mobiliteitsbudget. Hij kan er ook voor kiezen zijn bedrijfswagen te behouden. Zowel voor de werkgever als voor de werknemer zou dat geen bijkomende kosten met zich mogen brengen. Hoe dat in concreto zal worden uitgewerkt, is nog niet duidelijk.
Zolang echter de belasting op het privégebruik van een bedrijfswagen niet wordt verhoogd, zal een wagen interessanter blijven dan een nettoloonsverhoging. Als een bedrijfswagen volgens de huidige regels wordt ingeruild voor een nettoloon, met een gelijke kostprijs voor de werkgever, dan krijgt de werknemer een nettobedrag dat veel lager is dan het waardevoordeel van de wagen na belasting.
