‘Kinderen krijgen het best zo vroeg mogelijk zakgeld’

Kinderen krijgen vanaf hun twaalf jaar gemiddeld 5 euro zakgeld per week. Dat leert een onderzoek van de financiële adviessite Wikifin.be in het kader van De Week van het Geld. “Hoe jonger de kinderen zijn wanneer ze zakgeld krijgen, hoe beter”, zegt Yves Coemans, attaché studiedienst Gezinsbond.

Uit een enquête van Wikifin.be bij 1700 ouders blijkt dat de meeste ouders hun kinderen met mondjesmaat kennis laten maken met geld. 75 procent van de ouders geeft hun kinderen vanaf 12 jaar voor het eerst zakgeld. Bij minder dan de helft van de gezinnen krijgen de 10- of 11-jarige kinderen al een financieel toemaatje. Dat schrijft De Tijd op basis van het onderzoek. Hoe ouder de kinderen, hoe meer geld ze krijgen. Het merendeel van de ouders start met 5 euro per week en bouwt dat bedrag in de loop van de jaren op. Wanneer de kinderen hun 18^de verjaardag hebben gevierd, krijgen ze maandelijks tussen 40 en 150 euro. Sommigen krijgen tot 50 euro per week, al blijft dat aantal zeer beperkt.

‘Hoe vroeger hoe beter’

Yves Coemans, attaché studiedienst Gezinsbond, raadt ouders aan zo vroeg mogelijk te beginnen met zakgeld te geven. “Zo leer je je kinderen rekenen en geef je hen voor de eerste keer voeling met geld”, zei hij in een interview met het Radio 1-programma Hautekiet. En dat lijkt geen overbodige luxe. “De financiële kennis van onze jongeren is behoorlijk laag in ons land”, aldus Coemans. “Daarom is het belangrijk dat ouders hun kinderen zo snel mogelijk met geld leren omgaan.” Volgens Coemans moeten ze niet vrezen dat hun kinderen onbedacht met geld zouden omspringen. “Uit onze cijfers blijkt dat slechts 12 procent van de Belgen jonger dan 18 jaar risicogedrag vertoont. De helft daarvan kampt met echte financiële problemen.”

Financiële geletterdheid: werk aan de winkel voor gezinnen én scholen. @koendaniels @hautekiet https://t.co/jfwwryVdT6

— Gezinsbond (@Gezinsbond) 11 maart 2016

Ook Jan Smets, gouverneur van de Nationale Bank van België, beaamde in het radioprogramma dat jongeren het best zo snel mogelijk in contact komen met geld. Hij kijkt daarvoor ook in de richting van de scholen. “Zij kunnen jongeren bijvoorbeeld leren waar ze geld kunnen lenen en wat de mogelijkheden zijn. Maar nog belangrijker: leerkrachten kunnen de studenten duidelijk maken wat de risico’s zijn”, aldus Smets.

Zakgeld als extraatje

Voorts blijkt uit het onderzoek van Wikifin.be dat de ouders zakgeld voornamelijk als een extraatje geven aan hun kinderen. Slechts een minderheid moet er ook zaken als kleding, transport, schooluitgaven of eten mee betalen. Daarenboven betalen de meeste ouders de smartphone van hun kinderen. Slechts 23 procent van de kinderen moet zelf opdraaien voor zijn toestel. Dat zijn voornamelijk de oudste tieners en jonge twintigers.

De meeste kinderen moeten wachten tot hun 15^de verjaardag op een eigen bankkaart. Meer dan de helft (55%) van de jongeren moeten wachten tot hun 18 jaar om onbeperkt geld af te halen. Opvallend is dat 31 procent nog beperkingen wordt opgelegd en 11 procent geen bankkaart heeft wanneer ze de leeftijdgrens van 20 jaar hebben bereikt.

Naast het geven van zakgeld, zetten drie op de vier ouders geld opzij voor hun kroost. Ouders die beginnen te sparen doen dat vanaf een zeer jonge leeftijd van de kinderen. 60 procent van de gezinnen spaart minder dan 100 euro per kind per maand. Bijna een op de vijf (18%) ouders kan geen geld opzij zetten voor hun kinderen. Bovendien blijven de ouders vasthouden aan de traditionele spaarmethodes. Zo spaart slechts 15 procent van de ouders ook via beleggingsfondsen. 11 procent doet dat via verzekeringsproducten. 13 procent belegt rechtstreeks in aandelen voor de kinderen.