Hervorming kinderbijslag: de winnaars en de verliezers
Afgelopen weekend heeft de Vlaamse regering een akkoord bereikt over de hervorming van de kinderbijslag. Vanaf 2019 krijgen ouders voor elk kind 160 euro. Terwijl kleine gezinnen meer geld krijgen, moeten grote gezinnen en wezen inleveren.
De nieuwe kinderbijslag geldt voor kinderen die geboren worden vanaf 2019. Voor kinderen die daarvoor het levenslicht zagen verandert er niets.
Grote en kleine gezinnen
De belangrijkste wijziging is dat de gezinsgrootte niet langer bepaalt hoeveel kinderbijslag de ouders krijgen. Vandaag stijgt dat bedrag naarmate het aantal gezinsleden toeneemt. In het huidige systeem krijgt een gezin met 1 kind 90 euro. Voor het tweede kind ontvangen de ouders 167 euro en vanaf het derde kind krijgen ze 249 euro. Vanaf 1 janauri 2019 wordt dat 160 euro voor elk kind.
De onderstaande berekeningen gaan enkel op voor kinderen tot en met 5 jaar. Door het verlies van de leeftijdstoeslag varieert het beeld naarmate de kinderen ouder worden.
De nieuwe regeling is voornamelijk goed nieuws voor de kleinere gezinnen. Een snelle berekening leert dat een gezin met 1 kind 70 euro extra krijgt per maand. Hoe ouder het kind, hoe minder voordeel het gezin haalt uit het nieuwe systeem. Een gezin met twee kinderen wint iedere maand 63 euro.
Vanaf een derde nakomeling moeten de gezinnen inleveren. Zij verliezen tijdens de eerste vijf jaar 26 euro per maand. Dat verlies loopt verder op voor gezinnen met vier of vijf kinderen. Zij moeten elke maand respectievelijk 115 en 204 euro inleveren.
Maar als we rekening houden met het verdwijnen van de leeftijdstoeslagen leren we dat de hervorming die gezinnen nog dieper in hun portefeuille raakt. Zelfs gezinnen met twee kinderen moeten het met minder stellen vanaf het moment dat hun kroost 12 jaar wordt. Daarbij houden wij geen rekening met de sociale toeslagendie sommige gezinnen krijgen of departicipatietoeslag.
Sociale toeslagen
De hervorming houdt ook rekening met de armere gezinnen. Zo krijgen ouders die minder dan 29.000 euro per jaar verdienen een toeslag van 50 euro per kind per maand, voor de eerste twee kinderen. Vanaf het derde kind krijgen ze 80 euro.
Voor gezinnen met drie kinderen of meer die tussen 29.000 en 60.000 euro verdienen geeft de regering een extra sociale toeslag van 60 euro.
Participatietoeslag
Daarnaast introduceert de regering de participatietoeslag om gezinnen te stimuleren hun kinderen te laten deelnemen aan kinderopvang en onderwijs. Die bestaat uit twee delen: de universele paticipatietoeslag en de selectieve toeslag. Voor een kind in het eerste of tweede kleuterklas krijgen ouders een universele participatietoeslag van 150 euro per jaar. Voor de lagere school is dat 35 euro per jaar en voor het middelbaar 60 euro. Dat bedrag loopt op tot 60 voor kinderen ouder dan 18 jaar. De selectieve participatietoeslag vervangt de schooltoelage zoals we die vandaag kennen.
Daarnaast vervangt de regering de huidige geboortepremie door een eenmalige premie van 1.100 euro. Dat is dan weer goed nieuws voor gezinnen met meerdere kinderen. Tot nu toe krijgen nieuwbakken ouders 1.223 euro voor hun eerste kind. Voor de daaropvolgende kinderen krijgen ze 920 euro. Ouders met een kind verliezen met andere woorden 123 euro bij de geboorte en ouders met twee of meer kinderen winnen 180 euro per (extra) kind dat ze op de wereld zetten.
Wezen en halfwezen
Ook kinderen die een of twee van hun ouders verlorgen hebben, moeten het vanaf 2019 met minder stellen. Dat leert een berekening van SP.A. Volgens de partij zullen kinderen van wie één of beide ouders zijn overleden tot 167 euro minder kinderbijslag krijgen.
In de nieuwe regeling krijgen wezen, net zoals alle andere kinderen, 160 euro per maand. Daarenboven krijgen kinderen die hun beide ouders hebben verloren 160 euro extra, en kinderen die één ouder hebben verloren (halfwezen) 80 euro extra. Zij krijgen met andere woorden respectievelijk 320 en 240 euro. Dat is veel minder dan dat zij nu krijgen.
In het huidige systeem kregen alle wezen 346,82 euro. Met de leeftijdstoeslag kan dat bedrag oplopen tot 407 euro. Afhankelijk van hun leeftijd krijgen toekomstige wezen dus 26 tot 167 euro per maand minder.
Wezen hebben weliswaar recht op een sociale toeslag, net zoals pleegkinderen of kinderen met een beperking. “Dat was in het huidige systeem niet het geval”, reageerde Jo Vandeurzen (CD&V) op de berekening van SP.A. De meer kwetsbare halfwezen krijgen ook extra sociale toeslag, afhankelijk van de gezinsgrootte.
Opvallende verliezer: het middenveld
Dankzij de hervorming van de kinderbijslag is de N-VA er in geslaagd de macht van het middenveld te breken, schrijft De Tijd. Zo betaalt de werkgever niet langer de kinderbijslag uit. Momenteel doet die dat via private kinderbijslagfondsen.
Tijdens de hervormingsgesprekken hebben de Vlaams nationalisten het aantal private fondsen kunnen reduceren van 11 naar 4. Bovendien kunnen gezinnen van 2019 zelf kiezen bij welke kinderbijslagbetaler ze zich aansluiten. Zij kunnen dan kiezen voor een private fonds of een publieke fonds.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier