Gezinnen sparen kleiner deel van hun inkomsten
De spaarquote van de Belgische gezinnen is in het eerste kwartaal van dit jaar uitgekomen op 14 procent. Die geeft aan hoeveel de huishoudens opzijzetten ten opzichte van hun beschikbaar inkomen. In het vierde kwartaal van vorig jaar was dat nog 15,1 procent.
Dat blijkt uit cijfers van het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) en de Nationale Bank.
Dubbele dynamiek
De daling is te verklaren door een dubbele dynamiek: enerzijds daalde het beschikbaar inkomen van de gezinnen met 0,5 procent, anderzijds stegen hun consumptieve bestedingen met 0,8 procent.
De daling van het beschikbaar inkomen is te verklaren door een gedaalde beloning van werknemers. Die neerwaartse trends komt neer op een normalisering ten opzichte van een hoog niveau in het vierde kwartaal door de uitkering van koopkrachtpremies.
Voorts is er sprake van een investeringsquote van 8,5 procent bij de gezinnen, tegenover 8,4 procent in het vierde kwartaal. Het gaat onder meer om uitgaven aan de bouw en renovatie van woningen.
Volgens de cijfers verbeterde het overheidstekort enigszins in het eerste kwartaal: 4,5 procent tegenover een tekort van 5,2 procent in het vierde kwartaal. De ontvangsten bleven stabiel en de uitgaven liepen terug. Bij de niet-financiële bedrijven steeg de investeringsquote naar 27,5 procent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier