Ewald Pironet (Knack): ‘De meeste mensen vallen na hun 65 in een diep financieel gat’
“Veel mensen worden na hun 65ste totaal onverwacht geconfronteerd met een harde realiteit: ze kunnen heel moeilijk rondkomen met hun wettelijk pensioen”, zegt Ewald Pironet. De Knack-journalist schreef samen met Michaël Van Droogenbroeck (VRT) het boek Investeren in de derde helft van je leven. Hun boodschap is eenvoudig: financiële planning is cruciaal.
“De gemiddelde Belg valt met zijn wettelijk pensioen terug op 46 procent van het laatst verdiende loon. Het Europese gemiddelde bedraagt 58 procent”, zegt Knack-journalist Ewald Pironet. “Ook moet de gepensioneerde plots nog eens betalen voor de kosten waar de werkgever vroeger voor opdraaide: een bedrijfswagen, de kosten aan de pomp die vandaag fenomenaal oplopen, het internet, maaltijdcheques en andere extralegale voordelen die plots wegvallen. Weinig werknemers realiseren zich dat zo’n inkomensval op hen afstevent. Plots wordt het moeilijk roeien met de nieuwe riemen.”
Iets meer dan de helft van de gepensioneerde werknemers ontvangt een brutopensioen tussen 1.250 en 2.000 euro. Zelfstandigen mogen nog op minder rekenen. Een kwart valt terug op een uitkering van 1.250 tot 1.375 euro. Ruim de helft moet het stellen met minder dan 1.000 euro. Ambtenaren zijn dan weer wat beter af. Bijna de helft heeft een brutopensioen van 2.500 tot 3.500 euro. “Omdat ambtenaren zeker op het einde van hun loopbaan relatief meer verdienen, worden ook zij na hun pensioen geconfronteerd met een inkomensval”, waarschuwt Pironet.
Ewald Pironet (Knack) en Michaël Van Droogenbroeck (VRT) gaan dieper in op de pensioenproblematiek in het nieuwe boek Investeren in de derde helft van je leven (Lannoo). Hun boodschap is eenvoudig. Mensen berekenen het best tijdens hun carrière welk inkomen ze na hun pensionering nodig hebben om er een bepaalde levensstandaard op na te houden. In functie daarvan moeten ze een vermogen opbouwen. “Financiële planning is cruciaal”, aldus Pironet. “Maar het wordt dikwijls pas een probleem als het te laat is. De financiële geletterdheid van de meeste Belgen brandt op een laag pitje.” Dat thema kwam al aan bod in Investeren in de eerste helft van je leven en Investeren in de tweede helft van je leven van beide auteurs.
Vierde pijler
Veel werknemers kunnen voor een aanvullend pensioen rekenen op hun werkgever met een groepsverzekering, een pensioenfonds of een sectorpensioen. Ook geeft de overheid werknemers een extra duwtje in de rug met de fiscale stimulans voor het pensioensparen. Zelfstandigen doen ook een beroep op fiscale stimuli, maar moeten hun aanvullend inkomen helemaal op eigen houtje organiseren.
Om het inkomen na het pensioen op een aanvaardbaar niveau te houden zijn werknemers meestal aangewezen op een vierde pijler: spaarrekeningen, beleggingsfondsen, verzekeringsproducten, de beurs of vastgoed. Wie dan uiteindelijk een pensioenvermogen heeft opgebouwd, mag na zijn 65se niet op zijn lauweren rusten. “In plaats van een inkomensval wacht een vermogenssprong”, schetst Pironet. “Voor heel wat gepensioneerden is het even schrikken van die smak euro’s op hun rekening. Ze kunnen dat opgebouwde patrimonium in een gezapig tempo opsouperen. Dat is een keuze.”
Maar dat houd je niet de rest van je leven vol. Bovendien stijgt de gemiddelde leeftijdsverwachting van de Belgen. De inflatie van 5 tot 10 procent zal aan het opgebouwde vermogen vreten. Hoe kunnen we vermijden dat het vermogen afkalft? “Veel gepensioneerden weten niet hoe hun pas verworven patrimonium na hun 65ste garant kan staan voor een kwaliteitsvolle oudere dag”, aldus Pironet. “De beurzen blijven op- en neergaan en bieden weinig houvast. Obligaties doen het weer wat beter, maar hebben weinig rendement. Goud is niet bepaald een alternatief. De cryptomunt is allesbehalve een veilige haven op de oude dag. Beleggen in rendementsvastgoed kan een optie zijn, maar kan door de moeilijke opvolging tot kopzorgen leiden. De bescherming van het pensioenvermogen is een aartsmoeilijke opdracht. Alert zijn blijft de boodschap.”
Erfenis op maat
Om te vermijden dat dat ooit een acuut probleem wordt, raadt Pironet aan zo vroeg mogelijk een zorgvolmacht te laten vastleggen. In dat geval staat een vertrouwenspersoon bij wilsonbekwaamheid de gepensioneerde bij in zijn reilen en zeilen. Zo’n volmacht kan worden geregistreerd bij een notaris en kost 500 euro. Ook voor de erfenis stapt men het best zo vroeg mogelijk naar de notaris. Pironet: “Het wettelijke pensioenstelsel kan soelaas bieden, maar wordt stilaan achterhaald. Wie een correcte behandeling wil voor kinderen in verschillende gezinnen, doet dat het best met een testament. Werk ook het best op vroege leeftijd een erfenis op maat uit. Dan wordt het een zakelijke materie. Het is dan ook gemakkelijker die regeling bij gewijzigde omstandigheden vlot aan te passen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier