Capitant
‘ECB pleegt hold-up op spaargeld van de modale spaarder’
De nationale overheden zien hun enorme schuldenbergen verminderen door de lage rente en de stijgende inflatie, terwijl de modale belegger in tien jaar tijd ongeveer 30 procentvan zijn vermogen kwijtspeelt. Dat zegt Camille Donche van studentenorganisatie Capitant.
We publiceren dit opiniestuk opnieuw naar aanleiding van het rentebesluit van de Europese Centrale Bank (ECB). Mario Draghi, de voorzitter van de ECB, heeft laten weten dat de centrale bank de rentetarieven ongewijzigd laat. De herfinancieringsrente blijft met andere woorden 0 procent, en de depositorente -0,4 procent.
In januari 2017 is de inflatie in België gestegen tot 3,1 procent op jaarbasis. Daarmee is België de koploper van alle Europese landen. De gemiddelde inflatie in Europa bedraagt ondertussen 1,8 procent. De inflatie is gebaseerd op een index die samengesteld wordt op basis van een representatieve korf van goederen.
We mogen stellen dat de echte muntontwaarding waarschijnlijk marginaal nog iets hoger ligt. Iemand die vandaag op een defensieve manier wenst te beleggen kan kiezen tussen beleggingen op korte of lange termijn. Op korte termijn kun je opteren voor het spaarboekje waar de rente varieert tussen 0,11 procent en 0,4 procent. Op lange termijn kiest men voor een termijnrekening waar de rendementen variëren tussen 0,3 procent en 1 procent, afhankelijk van de looptijd en de financiële instelling.
Je hoeft geen groot wiskundig wonder te zijn om te constateren dat iemand die spaart op het einde van het jaar zal vaststellen dat hij, afhankelijk van zijn belegging, netto tussen de 2 en 3 procent verliest.
Als we dat extrapoleren op tien jaar en daar ook nog de samengestelde intrest op loslaten, is de modale belegger ongeveer 30 procent van zijn vermogen kwijt. In de financiële dagbladen is men al een jaar bezig met het al of niet invoeren van een vermogenswinstbelasting, maar ondertussen wordt op klaarlichte dag een hold-up gepleegd op ons spaargeld.
De grote schuldige is de ECB met haar voorzitter Mario Draghi.
In 2014 besliste de ECB om divers schuldpapier op de markt in te kopen, gevolgd door de massale opkoop van overheidspapier. Het was de bedoeling van de ECB om de markten te vrijwaren van een monetaire ineenstorting en het deflatiespook te lijf te gaan. Misschien waren de bedoelingen op dat ogenblik nobel. De vrees bestond namelijk dat het prille herstel van de economie in de kiem zou gesmoord worden door de geringe uitgaven van de Europese overheden. Nu, ondertussen vier jaar verder, liggen de kaarten enigszins anders.
ECB pleegt hold-up op spaargeld van de modale spaarder
Het economische herstel is op de goede weg en de inflatie neemt een kleine sprint omhoog. Toch blijft Draghi volhouden dat hij zijn inkoopprogramma van 80 miljard euro per maand, die hij in april 2017 zou terugbrengen naar 60 miljard euro per maand, wil standhouden. Op de laatste vergadering van de ECB liet de centrale bank verstaan dat men de intentie heeft om dit inkoopprogramma vol te houden tot halfweg 2018. Ondertussen ziet de balans van de ECB eruit als een exponentiële functie en vertegenwoordigen alle financiële assets van de ECB ongeveer 45 procent van het bbp van de landen van de eurozone.
Volgens de verwachtingen van het Planbureau zal de inflatie dalen in de tweede jaarhelft en het daaropvolgende jaar, maar geopolitieke ontwikkelingen of een sterke economische groei kunnen ervoor zorgen dat die veronderstellingen toch niet uitkomen.
Hoe de ECB de liquiditeiten die ze in de markt gieten zullen opdweilen, is voor menig econoom een raadsel. Tevens is het ook onduidelijk hoe de markten zullen reageren als Draghi vooralsnog beslist om het opkoopprogramma toch abrupt stop te zetten.
Maar één ding is zeker, indien de inflatie blijft oplopen, zullen de spaarders verder gestraft worden en hun kapitaal zien smelten als sneeuw voor de zon. Één partij staat aan de zijkant en kijkt met enige voldoening toe op de markt, namelijk de nationale overheden. Zij zien immers hun enorme schuldenbergen verminderen door de lage rente en de stijgende inflatie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier