Terwijl gezinnen in onze buurlanden vorig jaar meer geld spaarden, deden de Belgen dat fors minder. Nergens in Europa viel het percentage van het inkomen dat opzijgezet werd eind 2024 zo fel terug als in ons land. De zogenaamde spaarquote van de Belgische gezinnen is in de loop van 2024 gevoelig teruggevallen, tegen de Europese trend in. Zo berichten De Tijd en L’Echo dinsdag op basis van cijfers van de Nationale Bank van België en het statistiekbureau Eurostat.
Terwijl het aandeel dat Europese gezinnen van hun inkomen spaarden steeg van 13,3 naar 14,5 procent, dook dat bij ons naar beneden. Over heel 2024 zetten Belgische gezinnen 13 procent van hun inkomen opzij, minder dan de 14,1 procent in 2023.
Laagste spaarquote in Brussel
In het laatste kwartaal konden huishoudens in ons land maar 11 procent van hun bruto beschikbaar inkomen aan de kant zetten, het laagste aandeel sinds midden 2018. Ten opzichte van de drie maanden daarvoor viel de Belgische spaarquote bovendien met ruim 2 procentpunt terug. Nergens anders in Europa was die duik in het laatste kwartaal van 2024 zo groot.
Vlaanderen komt wel boven het Europese gemiddelde uit. In het Waals en zeker het Brussels Gewest ligt de spaarquote veel lager. Volgens de recentste cijfers op gewestelijk niveau uit 2022 spaarden Brusselse gezinnen maar 2,6 procent van hun inkomen, ten opzichte van 8,7 procent in het Waals Gewest en 16,7 procent in het Vlaams Gewest.
