De Belgen zijn niet tevreden over hun loon. Zij willen voortaan beloond worden op basis van hun prestaties. En daar lijken de werkgevers gehoor naar te hebben, leert een onderzoek van HR-groep Acerta.
De Belg is ontevreden met zijn huidig loonpakket. Belgen vinden dat hun compensatie niet in directe lijn ligt met hun takenpakket (34%), en meer dan 30 procent is er van overtuigd dat hij te weinig verdient in vergelijking met anderen op de arbeidsmarkt of zijn collega’s.
Flexibele verloning
De arbeidsmarkt is klaar voor de volgende fase in het verloningsbeleid
“Een systeem van flexibele verloning kan daar verandering brengen”, meldt Acerta in een persbericht. 80 procent van de werknemers is vragende partij voor zo’n verloning, waarbij ze ook zelf keuzes kunnen maken over de invulling van hun compensatiepakket. Uit een een enquête van Acerta bij 415 CEO’s blijkt nu dat ook de werkgever meer en meer interesse hebben in een flexibele verloning van hun werknemers.
Meer dan 6 op 10 werkgevers vinden het belangrijk dat hun werknemers de mogelijkheid hebben om mee te bepalen hoe ze hun loonpakket samenstellen, en meer specifiek de verhouding tussen loon, vrije tijd, mobiliteit en extralegale voordelen. “Mooi dat de vraag van werknemers nu ook geëchood wordt door werkgevers. Het is een duidelijk signaal dat de arbeidsmarkt klaar is voor de volgende fase in het verloningsbeleid”, aldus Sarah Peeters, Director Acerta Consult.
1 op de 4 werkgevers wil in 2016 en 2017 werk maken van een variabele verloning in functie van de individuele of collectieve prestaties. En dat lijkt geen overbodige luxe te zijn. 73 procent van de werknemers wil hun loon afhankelijk maken van hun individuele resultaten. Een loon op basis van een collectief resultaat is dan weer minder in trek. De helft van de werknemers heeft minder vertrouwen in het bedrijfsresultaat dan in hun eigen prestatie “Je hebt als werknemer namelijk niet altijd een grote impact op het collectieve bedrijfsresultaat, terwijl je eigen prestaties natuurlijk volledig door jezelf bepaald worden”, verklaart Peeters.
Verschil arbeiders en bedienden
Op vlak van verloning is er dus nog een stevig parcours af te leggen in het eenheidsstatuut
Uit het onderzoek blijkt ook dat werkgevers nog altijd op een verschillende manier kijken naar de verloning van een arbeider en een bediende. Zo stelt 87 procent van de werkgevers dat het loon van hun bedienden gedeeltelijk of volledig afhankelijk moet kunnen zijn van hun individuele resultaten. Bij arbeiders zakt dat aantal tot 76 procent. “Arbeiders hebben minder vaak de kans om hun eigen stempel te drukken op hun werk. De risicofactoren zijn dus kleiner voor hen. Bovendien zijn hun premies vaak sectoraal vastgelegd, waardoor het moeilijker wordt om van een standaarverloning af te wijken. Op vlak van verloning is er dus nog een stevig parcours af te leggen in het eenheidsstatuut, “aldus Peeters.
Belemmeringen
Veel werkgevers (53%) worden naar eigen zeggen belet door de wet om flexibele verloning in te voeren of het bestaande loongebouw te herwerken. Volgens Peeters is die dringend aan modernisering toe. Ze benadrukt dat het juridisch kader nog niet voldoende inspeelt op een toekomstige flexibilisering van het loonbeleid. “Toch kunnen werkgevers nu al de eerste stappen zetten richting een individueel en flexibel verloningssysteem”, klinkt het.
Bijna 1 op de 4 werkgevers vreest voor ongelijkheid tussen collega’s als ze een flexibel verloningssysteem invoeren. “Zo’n systeem moet zeker niet leiden tot discriminatie”, zegt Peeters. “Werknemers krijgen simpelweg de optie om binnen een vooraf opgesteld keuzebudget zelf te kiezen waaraan zij hun budget besteden. Dat hoeft dus zeker geen belemmering te zijn om te werken aan je verloningssysteem.”
