‘Banken zijn fundamenteel weinig veranderd’
Iedere week stelt MoneyTalk drie vragen aan een econoom over de actualiteit. Naar aanleiding van de overstap van Karel Van Eetvelt van Unizo naar Febelfin laat deze week Hans Degryse, hoofd van de onderzoeksgroep Finance aan de KU Leuven, zijn licht schijnen over de financiële sector.
Bij zijn aanstelling als nieuwe CEO van Febelfin stelde Karel Van Eetvelt dat de financiële sector meer de nadruk moet leggen op de toegevoegde waarde die ze creëert voor de samenleving en dat het gedrag waar ze door de samenleving voor is veroordeeld, tot het verleden behoort. Heerst er echt een nieuwe, voorzichtigere cultuur in de financiële sector?
HANS DEGRYSE: “In vergelijking met de situatie van ongeveer tien jaar geleden, net voor de financiële crisis, kunnen de Belgische banken inderdaad betere papieren voorleggen. Ze hebben een groter eigen vermogen, waar ze in het geval van niet-terugbetaalde leningen op kunnen terugvallen, en ze nemen minder risico’s bij het beleggen van het geld dat ze via deposito’s ophalen bij hun klanten.
“Dat er rekening wordt gehouden met de fouten uit het verleden, betekent echter nog niet dat het DNA van de bankensector fundamenteel veranderd is. De maatregelen die ervoor zorgen dat banken meer voorzichtigheid inbouwen, zijn grotendeels opgelegd door de Bazel-akkoorden. Ze zijn dus niet per se het gevolg van een mentaliteitswijziging in de sector. De bankenlobby zwakt immers veel regulering af.
“Ook de manier waarop banken de opgelegde regulering gebruiken als marketingtruc is veelzeggend. De kapitaalnormen zoals die in de Bazel-akkoorden zijn bepaald, worden stapsgewijs doorgevoerd. Het aanpassingsproces verloopt niet overal even snel en het valt op hoezeer banken willen benadrukken verder te staan dan de concurrentie.
“Dat banken zo snel mogelijk de verplichte kapitaalratio’s willen halen, is natuurlijk positief, maar ze laten natuurlijk niet na de mate waarin ze voldoen aan de regels aan te wenden op de markt en zich als de veiligste optie te profileren bij mogelijke klanten.”
Johan Thijs, de voorzitter van Febelfin, sprak bij de aanstelling van Van Eetvelt over de economische en technologische uitdagingen die de financiële sector het hoofd moet bieden. Waar moeten banken zich volgens u het meest zorgen om maken?
DEGRYSE: “Het belangrijkste probleem voor de banken is dat hun verdienmodel onder druk staat. De Europese Centrale Bank houdt een lage rentevoet aan om de economie te stimuleren, waardoor de banken weinig rente kunnen vragen op hun kredietverlening. Tegelijk zijn ze wettelijk verplicht een minimumrente op de spaardeposito’s uit te betalen. Banken hebben wat dat betreft maar weinig bewegingsvrijheid. De rentemarge, de kloof tussen de opbrengst van hun leningen en de kosten op de deposito’s, wordt dus steeds kleiner.
“Voeg aan dat probleem de belastingen toe waaraan banken in ons land onderworpen worden, zoals de depositotaks, en het is duidelijk dat de klassieke intermediatiefunctie momenteel weinig winstgevend is. Daarom leggen ze zich meer en meer toe op niet-intermediaire activiteiten, zoals het verstrekken van beleggingsadvies. Voor banken die dat minder doen en zich voornamelijk op traditionele spaarders blijven richten, zoals Argenta, zijn het niet bepaald gouden tijden.
“De combinatie van de economische context en de Belgische wetgeving heeft dus uiteraard gevolgen voor het gedrag van de banken. Om toch voldoende inkomsten te genereren, zijn ze ook opnieuw minder kieskeurig in hun kredietverlening en komen ook minder kredietwaardige particulieren en bedrijven in aanmerking voor een lening. Banken worden zo dus bijna verplicht opnieuw meer risico’s te gaan nemen.”
Wordt de toegevoegde waarde van banken voor onze economie te weinig benadrukt? Hoe belangrijk is het dat banken risico’s durven te nemen?
DEGRYSE: “Wanneer de financiële sector ter sprake komt, wordt de positieve kant van het verhaal misschien te gemakkelijk uit het oog verloren. Met name de intermediatie tussen spaarders en mensen die leningen nodig hebben, biedt onze maatschappij mogelijkheden. Daarbij hoort inderdaad een zekere mate van onzekerheid en risico. Als banken echt volledig op veilig spelen, worden in principe ook geen kansen meer gegeven aan startende ondernemers, om maar een voorbeeld te geven.
“De vraag is natuurlijk of de risico’s genomen worden met het oog op het algemene economische belang of enkel uit winstbejag. Tegelijkertijd is het ook zo dat banken die niet beloond worden voor de rol die ze spelen, weinig incentives hebben om te blijven bestaan.”
3 vragen aan een econoom of strateeg
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier