Slovenië op weg naar bail-out
Het kleine eurobroertje Slovenië weert zich als een duivel in een wijwatervat om een bail-out te vermijden. Maar Slovenië is Cyprus niet en de spaarder zou deze keer gespaard blijven.
Het kleine eurobroertje Slovenië weert zich als een duivel in een wijwatervat om een bail-out te vermijden. Maar Slovenië is Cyprus niet en de spaarder zou deze keer gespaard blijven.
Slovenië, een land van 2 miljoen inwoners en bbp van 45 miljard euro, ontvouwde afgelopen weekend plannen om zijn noodlijdende banksector te herstructureren. De grootste twee banken, die door de staat gecontroleerd worden, plannen in juli een kapitaalverhoging van gezamenlijk 767 miljoen euro. Daarnaast richt de Sloveense regering ook een bad bank op, die in juni 3,3 miljard euro aan slechte leningen zou overnemen van de grootste drie banken. De regering probeert de nodige middelen te verzamelen door staatsbedrijven te privatiseren en de btw op te trekken.
Slovenië past dus het klassieke medicijn toe om een klassieke bankencrisis te bestrijden. Voor en na de toetreding tot de euro in 2007 kon de Sloveense economie genieten van een te lage rentevoet en een grote instroom van buitenlands kapitaal. Dat resulteerde in een sterke toename van de schulden bij de gezinnen en de bedrijven, grotendeels gefinancierd door de banken. Een flinke scheut corruptie deed nog meer krediet vloeien van de banken onder staatscontrole naar ‘bevriende’ bedrijven. Toen de internationale crisis toesloeg, bleef het Sloveense banksysteem achter met een pak slechte leningen, ter waarde van 18 procent van het bbp. De zwakke kapitaalbasis van het Sloveense banksysteem kan die potentiële kredietverliezen nooit dragen, vandaar dat een herstructurering zich opdrong.
Maar de kans dat Slovenië op eigen kracht deze herstructurering tot een goed einde kan brengen, is klein. Er is snel extra geld nodig, terwijl de privatiseringen een werk van lange adem zijn. Er bestaan ook grote twijfels of de Sloveense regering wel bij machte is de voorgestelde maatregelen op het terrein uit te voeren. Intussen betaalt het land al een vrij hoge rentevoet op de internationale obligatiemarkt. De staatsschuld is nog relatief laag (54% van het bbp eind 2012), maar de ervaring leert dat, als een kredietzeepbel barst, de overheidsschuld pijlsnel stijgt tot onhoudbare niveaus. Toch zijn de bedragen die Slovenië nodig heeft, niet onoverkoombaar. En vorige week haalde Slovenië nog 3,5 miljard euro op, wat het land nu wat ademruimte geeft. Maar als het vertrouwen in het land wegebt en de internationale geldkraan helemaal dichtgaat, zal Slovenië toch snel Europese steun moeten vragen.
Geschat wordt dat Slovenië een Europees gefinancierd steunpakket nodig heeft van wellicht 1 tot 4 miljard euro (3 tot 11% van het Sloveense bbp), en maximaal tot 8 miljard euro. Dat geld zou dan vooral gebruikt worden om de bad bank te financieren en om de banken te herkapitaliseren. Mogelijk worden ook de obligatiehouders van de Sloveense banken mee in het bad getrokken, als een deel van de 2,4 miljard uitstaande bankschulden wordt omgezet in aandelen of niet worden terugbetaald. De spaardeposito’s boven en onder 100.000 euro zouden buiten schot blijven. Slovenië is dus geen nieuw Cyprus, maar Europa en Slovenië lossen deze nieuwe bankencrisis het best zo snel mogelijk op om het al zwaar aangetaste vertrouwen in de Europese financiële sector niet nog meer op de helling te zetten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier