Zo wil regering-De Wever de werkloosheidsuitkering hervormen

Wie werkloos wordt, zal vanaf januari tot 500 euro bruto meer uitkering krijgen tijdens de eerste drie maanden. Maar na een jaar daalt de werkloosheidsuitkering voor de meeste mensen fors, soms zelfs tot onder het leefloon. Wie na een jaar nog steeds werkloos is en geen kinderen heeft verliest het meest, tenzij hij al lang gewerkt heeft, schrijft Het Laatste Nieuws donderdag.
Zoals bekend beperkt de regering vooraan de werkloosheidsuitkering tot een periode van twee jaar. Maar binnen die periode sleutelt de regering aan de bedragen en voorwaarden. De manier waarop dat zal gebeuren, staat uitgelegd in de programmawet.
Net werkloos
Als je net werkloos bent, bedraagt je werkloosheidsuitkering vandaag in principe 65 procent van je loon, weliswaar met een limiet. De regering verhoogt dat maximumbedrag in de eerste drie maanden werkloosheid naar bijna 105 euro bruto per dag. Per maand kan een werkloze maximaal 2.719 euro krijgen, bijna 500 euro bruto meer dan vandaag. Om ook iets voor de lagere inkomens te doen, worden de uitkeringen voor de laagste lonen in de eerste zes maanden wel met 10 procent verhoogd.
Na drie maanden
Na drie maanden val je terug op 60 procent van je loon in plaats van 65 procent. Het maximumbedrag wordt ook hier wel verhoogd, met 11,5 euro bruto per dag meer tegenover vandaag. Na 6 maanden wordt het maximumbedrag niet meer verhoogd.
Tussen 1 & 2 jaar
Tussen 1 en 2 jaar werkloosheid, valt de uitkering terug op een vast bedrag. Als samenwonende met een kind ten laste gaat het om een werkloosheidsuitkering van 1.794 euro per maand: zo’n 20 euro minder dan vandaag. Voor samenwonenden zonder gezin ten laste gaat het om een forse daling: zij kunnen maandelijks tussen de 312 euro en 450 euro bruto verliezen. Een alleenstaande kan tot 171 euro bruto verliezen. Er zijn wel enkele uitzonderingen.
Na twee jaar valt de uitkering weg, tenzij je tot een uitzonderingsgroep behoort.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier