Als je een ongeval hebt op een plaats waar de uitbater of organisator zijn aansprakelijkheid beperkte, hoef je niet altijd te wanhopen. Soms kan je toch een schadevergoeding vragen.
Op heel wat plaatsen waar je komt zie je bordjes hangen volgens welke de organisator niet aansprakelijk is voor gebeurlijke ongevallen of diefstallen. Denk daarbij bijvoorbeeld maar aan een carwash, een ondergrondse parking, een vestiaire, …
Ben je op zo’n plaats toch het slachtoffer van een ongeval of diefstal dan hoef je nog niet noodzakelijk te wanhopen. Je kan toch soms een schadevergoeding vragen door één van deze argumenten te gebruiken. Laat je dus niet zomaar afwimpelen en contacteer desnoods een advocaat.
‘Ik was er niet mee akkoord’
Je kan in eerste instantie zeggen dat je het bordje niet gezien hebt en je er niet mee akkoord ging. Dat kan je bijvoorbeeld zeggen als het bordje in een parking hangt op de plaats waar je moet betalen en niet bij de ingang. Je kan dit argument bijvoorbeeld ook gebruiken als het over een klein bord gaat dat nauwelijks leesbaar is.
‘Het is niet geldig’
Soms kan je inroepen dat het bordje wettelijk niet toegelaten is. Je kan wijzen op de bescherming die je als consument geniet volgens de regels inzake consumentenbescherming en handelspraktijken.
Er bestaan ook specifieke wetten die zulke ‘bordjes’ verbieden, zo bv. bij speeltuigen. Bovendien mag wat op het bord staat er niet toe leiden dat de organisator of uitbater zijn essentiële verplichtingen niet meer moet nakomen.
‘Het was andermans fout’
Ook als er sprake was van de fout van een andere bezoeker (en niet die van de uitbater of organisator) kan je de andere eventueel aansprakelijk stellen voor de schade die je leed.
