Als je betrokken raakt in een procedure voor de rechtbank, kan je ook soms je partner of een familielid in je plaats sturen. Wie kan jou vertegenwoordigen en hoe ga je daarbij te werk?
Je wil een procedure starten tegen een huurder die de huur niet correct betaalt of tegen je werkgever. Of je buurman beweert dat jij overdreven burenhinder veroorzaakt en stapt naar de vrederechter. In dat geval doe je veelal een beroep op een advocaat om je te vertegenwoordigen voor de rechtbank. Bij een procedure voor de arbeidsrechtbank, kan je ook een beroep doen op je vakbond. Wat heel wat mensen niet weten is dat ook je partner of bepaalde familieleden je soms kunnen vertegenwoordigen.
Wie kan je sturen?
In een procedure voor de vrederechter, de rechtbank van koophandel of arbeidsrechtbank mag je je laten vertegenwoordigen door je echtgeno(o)t(e) of de partner waar je wettelijk mee samenwoont.
Je kan ook een beroep doen op een bloed- of aanverwant. De rechtbank moet hier wel toelating voor verlenen. Voor andere rechtbanken (zoals bijvoorbeeld de familierechtbank) mag je dat niet.
Waarop moet je letten?
Doe dit alleen als diegene die je wil sturen voldoende kennis van zaken heeft. Hij moet niet enkel weten wat je wettelijke rechten precies zijn, maar moet bovendien kennis hebben van hoe een zaak voor de rechtbank er juist aan toe gaat.
Geef een volmacht
Geef aan je familielid een schriftelijke volmacht mee. Je kan bij de volmacht een kopie van je identiteitskaart voegen. Zorg dat diegene die je vertegenwoordigt op zijn beurt zijn identiteitskaart meeneemt naar de rechtbank.
