Via een testament kan men zijn erfenis regelen én fiscaal optimaliseren. Maar vaak worden testament opgemaakt die ingaan tegen het huwelijkscontract. Wat heeft dan juist voorrang?
Wat gekend is
Wie een testament opmaakt zal daar in de eerste plaats inzetten hoe hij of zij de erfenis wil geregeld zien. Wat redelijk goed gekend is, is dat je bij het opmaken van een testament niet volledig vrij bent om erin te zetten wat je wil. Je bent immers beperkt door de zogenaamde reserve van de kinderen en de echtgenoot.
Als er 1 kind is heeft dat kind sowieso recht op 1/2de, bij 2 kinderen hebben ze elk recht op elk 1/3de en bij 3 kinderen of meer moet minstens 3/4den naar de kinderen gaan. Wat echter vaak vergeten wordt, is dat je eigenlijk in de eerste plaats moet kijken naar je huwelijkscontract. Je kan je testament immers niet los zien van je huwelijkscontract.
Huwelijkscontract heeft voorrang!
Het huwelijkscontract bepaalt de samenstelling van je nalatenschap en dus de vraag wie wat krijgt volgens de wettelijke regels. Als beide echtgenoten bijvoorbeeld een verblijvingsbeding (beter gekend als langst-leeft-al-heeft) in hun huwelijkscontract gezet hebben met betrekking tot de goederen uit de huwgemeenschap, dan moet daar rekening mee gehouden worden bij het opmaken van het testament. Met een testament kan je immers niet ‘overrulen’ wat in je huwelijkscontract staat, want dan zou je dat contract eenzijdig wijzigen. Het huwelijkscontract heeft dus voorrang.
Mogelijke oplossing
Je kan natuurlijk wel eerst samen met je echtgenoot het huwelijkscontract wijzigen (kostprijs ongeveer 600 euro), als het huidige huwelijkscontact een belemmering vormt voor je testament.
