Hoewel dat al enkele jaren verplicht is, zijn er nog heel wat chauffeurs die niet correct ritsen. Dat levert niet enkel irritatie op bij andere automobilisten maar kan bovendien leiden tot een boete. Hoe rits je nu zolas het hoort?
De wettelijke regels rond ritsen zijn al in voege sinds 1 maart 2014. Niettemin zijn er nog steeds heel wat bestuurders die de spelregels niet naleven.
Wanneer moet het?
Je moet ritsen als er sprake is van sterk vertraagd verkeer en er zich een wegversmalling voordoet. Dat is bijvoorbeeld het geval bij wegwerkzaamheden, een verkeersongeval of waar een rijstrook ophoudt te bestaan. Je moet in die gevallen ritsen zelfs als er geen verkeersbord staat dat je daartoe verplicht.
Op opritten van autosnelwegen en verkeerswisselaars moet je integendeel niet ritsen. Je moet opritten beschouwen als een kruispunt waar het ritsen niet geldt. In dit geval moet je voorrang verlenen aan automobilisten die al op de snelweg rijden.
Hoe doe je het?
Om correct te ritsen moet je zo lang mogelijk doorrijden op de rijstrook die gaat wegvallen. Op ongeveer 50 meter voor de versmalling voeg je vervolgens in de ontstane ruimte in. Voertuigen die zich op de aanliggende rijstrook bevinden moeten vrijwillig ruimte maken om beurtelings een voertuig te laten invoegen.
Als er langs twee kanten moet worden geritst, moet eerst de meest rechtse rijstrook invoegen, dan de meest linkse en vervolgens de centrale strook.
Wat riskeer je?
Als je niet correct ritst, bega je een verkeersovertreding van de eerste graad. Je riskeert dan een boete van minimaal 55 euro.
