De nalatenschap verwerpen na een schenking is soms verstandig
Wie van zijn ouders een belangrijke schenking heeft gekregen, doet er soms goed aan de nalatenschap te verwerpen. Wanneer is dat interessant? En hoe vermijd je juridische addertjes onder het gras?
Na een overlijden moet de zogenoemde massa van de nalatenschap worden samengesteld. Daarin zitten de goederen en de schulden op het moment van het overlijden. Daarnaast wordt ook rekening gehouden met schenkingen aan de wettelijke erfgenamen, behalve als voor een schenking duidelijk is bepaald dat die buiten erfdeel is gebeurd.
Stel dat een vrouw die weduwe is, naar haar overlijden een spaarboekje met 200.000 euro nalaat aan haar drie kinderen. Een van hen heeft vier jaar daarvoor van haar een schenking ‘op voorschot’ van 160.000 euro gekregen, om het kind te helpen na een echtscheiding. De totale nalatenschap bedraagt dus eigenlijk 360.000 euro. Ieder kind heeft recht op 120.000 euro. Het kind zou dus 40.000 moeten teruggeven, terwijl dat niet de bedoeling van de overleden moeder was.
Als het kind in het voorbeeld de nalatenschap verwerpt, hoeft het de schenking niet in te brengen, zelfs niet als die op voorschot gebeurde. Wie een nalatenschap verwerpt, wordt niet als een erfgenaam beschouwd. Het kind hoeft de 40.000 euro dan niet terug te geven en de spaarrekening van 200.000 euro wordt dan verdeeld onder de andere kinderen, die ieder 100.000 euro krijgen.
Inkorting vragen
Wie door een schenking zo veel heeft gekregen dat de wettelijke reserve van de andere erfgenamen is aangetast, moet wel een deel teruggeven als de andere reservataire erfgenamen de inkorting vragen, zelfs als de begiftigde van de schenking de nalatenschap verwerpt.
Van de drie kinderen in ons voorbeeld heeft ieder een reserve van een vierde, of dus minimaal 90.000 euro. De reserve is niet aangetast, aangezien de twee andere kinderen ieder 100.000 euro krijgen. Een nieuwe wet die op komst is, zal de reserve van alle kinderen samen wellicht op slechts de helft van de nalatenschap brengen.
Wie een nalatenschap weigert, maar zelf kinderen heeft, moet opletten met de zogenaamde erfenissprong. Die houdt in dat als een erfgenaam de nalatenschap van zijn ouders verwerpt, zijn kinderen in zijn plaats erven. Er wordt dus een generatie overgeslagen. Het probleem wordt dan doorgeschoven naar de kinderen, zodat ook zij het beste de doorgeschoven nalatenschap weigeren.
De kleinkinderen van de overledene hebben een dubbele inbrengverplichting. Zij moeten in principe de schenkingen inbrengen die hun ouder heeft gekregen, maar eventueel ook de schenkingen die ze hebben ontvangen van de overleden oma.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier