Praktische handleiding bij de witwasmachine van de BBI
Na heel wat politiek gehakketak is er eindelijk duidelijkheid over de tarieven die de BBI hanteert om zwart geld te regulariseren.
De als ‘laatste’ bestempelde fiscale regularisatie van de regering-Di Rupo liep af in 2013. Daarna braken voor de fiscaal adviseurs gouden tijden aan bij gebrek aan duidelijke regels over wat berouwvolle fraudeurs of plotse bezitters moesten doen om hun zwart geld te legaliseren. 2014 werd het jaar van de fiscale shopping bij het witten van zwart geld. “Bij een lokale controleur kreeg je het ene tarief, terwijl de BBI in een andere provincie een hoger tarief aanrekende”, getuigt fiscalist Gerd Goyvaerts, vennoot bij Tiberghien Advocaten in Trends.
BBI-directeur Karel Anthonissen: “Onze poot in Gent had vorig jaar niet toevallig relatief het minste regularisatiedossiers onder zijn hoede. Onze diensten hanteerden zowat het hoogste tarief, en dat was bekend. Veel advocaten gingen dus liever elders onderhandelen.”
Wie niet spontaan bereid is tot regularisatie, kan als hij toch betrapt wordt, zware boetes krijgen van de BBI. “Naargelang de omstandigheden kunnen die oplopen tot 200 procent van de ontdoken belasting”, waarschuwt Anthonissen. “Wie duizend euro probeerde achter te houden, wordt verzocht er drieduizend terug te geven. Wij hakken geen handen af, en bedriegers worden niet meer van de rotsen gegooid, maar een fiscaal-administratieve sanctie mag wel nog pijn doen. Als de belastingplichtige de boete niet wil betalen, wordt het parket ingeschakeld. Dat kan leiden tot de verbeurdverklaring van de hele som die verborgen werd gehouden.”
Een BBI-instructie geeft sinds eind januari bindende richtlijnen over de manier waarop zwart geld geregulariseerd wordt. Stel dat iemand van zijn tante een zwarte rekening met 1 miljoen euro erft. Hoe gaat de BBI concreet te werk bij een spontane aangifte van fiscale fraude? “In het geval van de tante met haar zwarte erfenis, zullen we bekijken welk deel van de erfenis berust op welk soort fiscale fraude”, legt Anthonissen uit. Dat onderzoek gaat over frauduleuze roerende inkomsten over de voorbije zeven jaar. “Stel dat het beginsaldo 800.000 euro was en dat er in zeven jaar 200.000 euro frauduleuze inkomsten bij zijn gekomen. Op die inkomsten volgt een normaal belastingtarief plus een boete van 50 procent. Voor het beginkapitaal, dat aan de oorsprong ligt van de frauduleuze inkomsten, geldt een tarief van 36,3 procent. Op wat overblijft (een 630.000 euro als je alle taksen meerekent) moet de fortuinlijke neef of nicht uiteraard netjes 45 tot 65 procent successierechten betalen.”
Technisch gezien is er geen echte regularisatie van zwart kapitaal, maar een ‘rechtzetting’. Maar dat noemt Anthonissen een semantische discussie. Om die rechtzetting op het kapitaal te heffen, gaat de BBI uit van de fictie dat dit kapitaal valt onder “tekenen en indiciën”. Het kapitaal wordt beschouwd als een “divers inkomen”, waarop een tarief van 33 procent geldt. Daarop wordt nog een boete van 10 procent geheven. Advocaat Jan Tuerlinckx: “Zonder die boete zou het tarief lager liggen dan 35 procent of het stelsel tijdens de regularisatie van 2013. Het publiek zou moord en brand hebben geschreeuwd. Dit is een rechtvaardige regeling.”
Behandeling van belastingfraude
Inkomsten over de jongste zeven jaar
-Roerende inkomsten: normale belasting plus 50 procent boete
-Onroerende inkomsten: Normale belasting plus 50 procent boete
-Beroepsinkomsten: Normale belasting plus minimaal 20 procent boete
-Btw: Normale btw plus minimaal 20 procent boete
– Verjaard kapitaal: 36,3 procent boete (“rechtzetting”)
Bron: instructie BBI, 29 januari 2015
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier