Te duur en te lastig voor één bedrijf om pensioenfonds te runnen? Bedrijven verenig u
Voor individuele bedrijven wordt het almaar lastiger en duurder om een eigen pensioenfonds te organiseren. Daar is een oplossing voor: ondernemingen kunnen zich aansluiten bij een multi-inrichterfonds. Verscheidene werkgevers brengen daar hun pensioenplan in onder, maar de vermogens worden wel apart van elkaar beheerd.
In de aanvullende pensioenplannen in ons land – ook bekend als de tweede pijler – zit net geen 105 miljard euro aan reserves. Werknemers en in mindere mate zelfstandigen bouwen met die plannen een spaarpotje op als aanvulling van hun wettelijk pensioen. Volgens de recentste data van de financiële waakhond FSMA waren er in 2022 in ons land 159 pensioenfondsen of IBP’s (instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening). In 2010 waren dat er nog 224. “Er is almaar meer regelgeving over rapportering en beheer. Dat maakt het runnen van een pensioenfonds moeilijker en duurder”, zegt Marc Van den Bosch van PensioPlus, de koepelvereniging van de pensioenfondsen. Zeker voor kleine bedrijfspensioenfondsen wegen de lasten en de kosten steeds zwaarder tegenover de baten. “Zij zijn genoodzaakt zich anders te organiseren.”
Daar is een oplossing voor, het zogenaamde multi-inrichterpensioenfonds, kortweg MIP. “Het beheer van een pensioenfonds kost tijd en vergt specifieke kennis en ervaring. In een bedrijf vind je niet altijd profielen die daarover beschikken. Soms hebben medewerkers in het verleden wel een pensioenfonds opgezet, maar als zij bijvoorbeeld met pensioen gaan, is er in de onderneming minder animo om het voort te beheren. Dan is een MIP daar een oplossing voor”, zegt Leen Steppe, de CEO van de MIP Pension & Co.
Kosten en ervaring delen
Anders dan een klassiek bedrijfspensioenfonds, dat wordt ingericht en beheerd door een bedrijf of een sector, kunnen verschillende bedrijven zich aansluiten bij een MIP. “Een MIP beheert pensioenregelingen voor bedrijven die geen economische banden met elkaar hebben”, legt Marc Van den Bosch uit. Die vorm werd in 2016 geïntroduceerd. Toen waren er vier MIP’s, die 230 miljoen beheerden voor 5.400 deelnemers. In 2022 waren er tien MIP’s die 3 miljard beheerden voor 235.000 deelnemers.
‘Het beslissingsrecht van de inrichter binnen een MIP is veel groter dan bij een groepsverzekering, dat een kant-en-klaar product is’
Ann Verlinden, PensioPlus
De aanvullende pensioenspaarpotten van die verschillende werkgevers komen niet in één grote pot terecht. “Elke werkgever brengt zijn eigen plan daarin onder, maar de vermogens worden apart van elkaar beheerd”, zegt Emmy Verbist, pensioenfondsmanager bij United Pensions, een multi-inrichterfonds dat 22 vermogens omvat. “Maar alle centrale gemeenschappelijke kosten die gepaard gaan met het beheer van een pensioenfonds worden gedeeld. Op dat gebied biedt een MIP schaalvoordelen.” Er zijn heel wat overkoepelende kosten. “Een MIP moet rekening houden met corporate governance, risicobeheer en audits”, benadrukt Leen Steppe.
Behalve schaalvoordeel op het gebied van de kosten biedt een MIP ook schaalvoordeel op het gebied van kennis en ervaring. “Bedrijven die een eigen pensioenfonds runnen, moeten daar een raad van bestuur voor opzetten, waarvoor expertise en ervaring nodig is. Voor die ondernemingen behoort dat niet tot hun kernactiviteiten. Die kennis en ervaring kun je uitbesteden aan een MIP, dat daarin gespecialiseerd is”, zegt Ronnie Sutens, bestuurder bij Vanbreda PensionFund & Beyond, een MIP beheerd door Vanbreda Risk & Benefits.
Maatschappelijk potentieel
De werkgever behoudt nog altijd veel autonomie en zeggenschap over zijn pensioenplan. “Inrichters kunnen hun eigen investeringsstrategie bepalen. Ze kunnen ook in een aantal bestuurscomités zitten en de wet geeft hen stemrecht op de algemene vergadering”, zegt Marc Van den Bosch van PensioPlus.
‘Een multi-inrichterfonds voert gewoon de strategische keuzes uit die de werkgever maakt’
Emmy Verbist, United Pensions
“Net zoals bij een gewoon pensioenfonds is het beslissingsrecht van de inrichter binnen een MIP veel groter dan bijvoorbeeld bij een groepsverzekering, dat een kant-en-klaar product is waar je weinig beslissingsbevoegdheid in hebt”, voegt Ann Verlinden toe. De meeste MIP’s die Trends sprak, laten de inrichters zelf hun beleggingsbeleid bepalen en hun eigen vermogensbeheerders kiezen. “Een MIP voert gewoon de strategische keuzes uit die de werkgever maakt”, zegt Emmy Verbist.
Net zoals dat bij andere pensioenfondsen het geval is, kunnen de voordelen van MIP’s die van de inrichters en de aangeslotenen overstijgen. “Je kunt nog meer nadenken over hoe het vermogen van het pensioenfonds gebruikt kan worden voor lokale investeringen. Nu vloeit een groot deel van de premies naar buitenlandse financiële markten, terwijl in eigen land veel investeringen nodig zijn, bijvoorbeeld in infrastructuur en de energietransitie. Dat zijn investeringen die afgestemd kunnen worden op de langetermijnverplichtingen van pensioenfondsen”, zegt Joris Laenen, bestuurslid bij Ethias Pension Fund OFP. “Inrichters van pensioenplannen vragen ook naar de mogelijkheid om hun reserves duurzaam en lokaal te investeren”, voegt zijn collega Geneviève Lardinois toe.
In trek
Maar een MIP is niet geschikt voor elk bedrijf. “Voor een pensioenfonds heb je voldoende kritische massa nodig. De jaarlijkse premies moeten omvangrijk genoeg zijn om een voldoende groot vermogen te vormen dat je gediversifieerd kunt beleggen. Het volume van de stortingen en het totale vermogen zijn bepalend”, zegt Geneviève Lardinois. “Een MIP maakt een pensioenfonds voor je aanvullende pensioenplannen toegankelijker, maar zulke fondsen blijven veelal beperkt tot grote kmo’s. Voor hen is het een meerwaarde dat ze er hun eigen investeringsbeleid mee kunnen opzetten”, zegt Ann Verlinden.
Het universum aan MIP’s is ook heel divers. “Sommige zijn ontstaan vanuit consultants, andere vanuit makelaars, verzekeraars of bank-verzekeraars. Het is belangrijk dat de inrichters bij die insteek stilstaan”, zegt Els De Jaeger, de voorzitter bij het MIP LifeSight. “Sommige MIP’s bieden ook de optie om pensioenplannen met een vaste bijdrage in een collectief beheerd vermogen onder te brengen. Dat maakt de overstap voor kleine inrichters vanuit een groepsverzekering makkelijker.”
Pensioenfondsen winnen terrein. In 2010 beheerden ze 15 miljard voor net geen 860.000 aangeslotenen. In 2023 was dat bedrag gegroeid tot 40 miljard voor 2,4 miljoen aangeslotenen. “Bedrijven die in het verleden overtuigd waren van de meerwaarde van een pensioenfonds zullen eerder kiezen voor een MIP dan hun plannen over te zetten naar een verzekeraar”, zegt Ann Verlinden.
De toenemende regeldruk en de bijbehorende kosten hebben al een reeks kleine bedrijfspensioenfondsen doen opgaan in een MIP-variant. Iedereen die Trends voor dit artikel sprak, verwacht dat die beweging nog zal doorzetten.
Ook een oplossing voor sectoren
Veel grote sectoren, zoals de bouw- of de metaalsector, hebben een eigen pensioenfonds, maar voor kleine sectoren lopen de kosten daarvan te hoog op. Daarom richtten een aantal sectoren in 2019 het multisectoraal pensioenfonds Sefoplus OFP op. “Het begon met vijf sectoren, waaronder de garagebedrijven en de metaalhandel, waarvan de sectorale pensioenplannen beheerd werden door verzekeraars. In 2019 werd een eigen pensioenfonds opgericht en werden de reserves overgedragen. Sefoplus OFP kon de pensioenplannen van meerdere sectoren beheren, in de hoop schaalvoordelen te creëren, zodat ook kleine sectoren toegang krijgen tot de voordelen van een pensioenfonds. Ondertussen zijn er nog drie sectoren bij gekomen. Volgend jaar komen er nog twee bij”, vertelt Stijn Van Dierdonck, coördinator bij Sefoplus OFP.
Ook de pensioenpotten van die sectoren worden als aparte vermogens beheerd. “Elke sector heeft zijn eigen vermogen dat volgens een eigen strategie wordt gefinancierd en belegd. De premies van de ene sector mogen niet worden gebruikt voor uitbetalingen in de andere sector”, legt Van Dierdonck uit.
“De raad van bestuur is paritair samengesteld met evenveel vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers”, zegt hij. Andere troeven van een pensioenfonds zijn volgens hem de betrokkenheid, de transparantie en de flexibiliteit. “Je bepaalt zelf je strategie en met wie je samenwerkt. Een pensioenfonds belegt over het algemeen iets meer in aandelen, die op lange termijn hogere rendementen kunnen opleveren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier