Pensioensparen doet u het beste vroeg op het jaar
Wie vorig jaar tot het allerlaatste moment wachtte om het maximumbedrag te betalen voor het pensioensparen, liep een rendement van 9 procent mis op die storting. Storten in januari bracht ook meer op dan maandelijkse stortingen.
Met pensioensparen start u het best zo snel mogelijk. Hoe langer de looptijd van een belegging, hoe groter het effect van de rente op rente. Bij een jaarlijks rendement van 7,5 procent verdubbelt uw kapitaal nagenoeg om de tien jaar. Stel dat u 1000 euro opzijzet. Met een jaarreturn van 7,5 procent wordt dat kapitaal na tien jaar 2061 euro, na twintig jaar 4247 euro, na dertig jaar 8755 euro en na veertig jaar 18.044 euro. Het verschil tussen starten met sparen als twintiger of als dertiger is enorm. Dat fenomeen staat bekend als de macht van de samengestelde intrest.
Jong versus oud
Pensioensparen is interessant voor al wie werkt. Pensioenspaarders krijgen jaarlijks tot 282 euro – of 30 procent van een maximale storting van 940 euro – terug via de afrekening van hun personenbelasting. Het plafond voor het pensioensparen staat tot en met 2018 op 940 euro. Tegenover die belastingverminderingen staat de eindbelasting. De geschiedenis leert dat de belastingverminderingen een groter voordeel zijn dan de belasting die u op uw 60ste moet betalen. Het is wel een slecht idee uw geld op te vragen voor uw 60ste. Dan betaalt u 33 procent belastingen plus de gemeentebelasting, of vier keer zoveel als normaal. Als u uw geld laat staan, houdt de bank of de verzekeraar op uw 60ste verjaardag 8 procent belastingen in.
Pensioenspaarverzekeringen bieden een gegarandeerd jaarlijks rendement van 1 à 2 procent. De belasting bedraagt 8 procent op het kapitaal dat u hebt opgebouwd met de premies en de gegarandeerde rendementen. De winstdeelnemingen, die er in goede jaren bij kunnen komen, zijn belastingvrij. Op pensioenspaarfondsen rekent de fiscus een fictief jaarlijks rendement van 4,75 procent op de stortingen aan. Gemiddeld brachten de pensioenspaarfondsen sinds hun oprichting meer op dan dat fictieve rendement van de fiscus.
Pensioenspaarders zagen in september plots wat geld van hun pensioenspaarrekening verdwijnen. Dat komt doordat de fiscus vijf jaar na elkaar 1 procent van het gespaarde bedrag haalt om de staatskas te doen kloppen. Dat voorschot wordt dan straks van uw eindbelasting afgetrokken.
Januari versus december
Het rendement van een pensioenspaarfonds hangt af van beleggingen in obligaties en aandelen. De waarde daarvan schommelt.
Uit rondvragen bij de banken enkele jaren geleden bleek dat één op de vijf pensioenspaarders pas in december het volledige bedrag overschrijft naar zijn pensioenspaarrekening. De bezoekers van Moneytalk.be zijn blijkbaar beter geïnformeerd dan de gemiddelde Belg, want uit een poll kwam naar voren dat ongeveer één op de tien wacht met pensioensparen tot december.
Hoe vroeger u stort, hoe sneller uw geld rente kan opbrengen. U krijgt dezelfde belastingvermindering als u in januari of in december stort, maar uw geld kan bijna een jaar langer renderen. Het is daarom raadzaam zo snel mogelijk in het nieuwe jaar te storten. Ook bij pensioenspaarfondsen is het meestal beter te storten in januari. Ongeveer drie op de vier jaren bent u beter af met een storting aan het begin van het jaar.
Het rendement van een pensioenspaarfonds hangt af van beleggingen in obligaties en aandelen. De waarde daarvan schommelt. In 2015 realiseerden de pensioenspaarfondsen een gemiddeld rendement van 8,7 procent. Ook vorig jaar was u dus beter af met een storting van het volledige bedrag in januari. Wie bijvoorbeeld op 31 januari vorig jaar 940 euro stortte in het Pricos-fonds van KBC, zag die som aandikken tot 989 euro. Dat is 49 euro meer dan wie wachtte tot het allerlaatste moment en 46 euro meer dan wie elke maand een twaalfde van het volledige bedrag stortte. In 2008 verspeelden de pensioenspaarfondsen gemiddeld meer dan 20 procent van hun waarde. Toen was het wel beter geld over te schrijven in december.
Die berekening gaat maar over één jaar. Maar omdat Pricos een van de oudste pensioenspaarfondsen is, kunnen we met die berekening ver teruggaan in de tijd. Het fonds haalde sinds de oprichting in 1987 een gemiddelde jaarreturn van 7,5 procent. Wie de voorbije 25 jaar telkens op 31 januari 940 euro overschreef naar zijn pensioenspaarrekening bij KBC, heeft vandaag een kapitaal van bijna 60.000 euro. Wie telkens wachtte tot de laatste dagen van het jaar om het volle bedrag over te dragen, spaarde over dezelfde periode iets meer dan 55.000 euro.
Maandelijkse stortingen
De jongste jaren storten steeds meer pensioenspaarders met een automatische opdracht maandelijks een deel van de maximumstorting van 940 euro. De banken promootten dat maandelijkse pensioensparen. Hun redenering is dat pensioenspaarders op die manier fondsendeelbewijzen kopen op momenten dat ze duur zijn én op momenten dat ze goedkoop zijn. Mensen voelen het ook minder in hun portemonnee als ze een keer per maand een kleine bedrag (78 euro) overschrijven in plaats van een keer per jaar het volledige bedrag (940 euro). Door de automatische opdracht vergeten ze het ook niet.
Als we teruggaan naar het voorbeeld van het Pricos-fonds van KBC, leverden maandelijkse stortingen minder op dan stortingen in januari, maar meer dan stortingen in december. We spreken over ruim 57.000 euro. Datzelfde gaat op voor de andere pensioenspaarfondsen met zo’n lang trackrecord. Als u liever niet ineens een groot bedrag overschrijft, of u hebt in januari niet voldoende geld op uw rekening staan, dan zijn maandelijkse stortingen het beste alternatief. Consequent het volle bedrag storten in december is de minst rendabele strategie.
Er is wel één grote uitzondering op die regel. Het jaar dat u 60 jaar wordt, moet u wachten met storten tot na uw verjaardag. De fiscus roomt op uw verjaardag 8 procent van uw pensioenspaarpot af, daarna kan u nog tot het jaar dat u 64 wordt verder sparen en belastingverminderingen genieten.
Dynamisch versus defensief
De defensieve pensioenspaarfondsen ontstonden als reactie op de crisissen sinds de eeuwwisseling.
Er zijn drie types van pensioenspaarfondsen: dynamische, neutrale en defensieve. De dynamische fondsen investeren het grootste deel van de middelen in aandelen, de defensieve geven meer gewicht aan obligaties. Daarnaast zijn er fondsen die evenveel aandelen als obligaties in portefeuille hebben.
De defensieve pensioenspaarfondsen ontstonden als reactie op de crisissen sinds de eeuwwisseling. Ze zijn vooral bedoeld voor mensen die dicht tegen hun pensioen staan en niet het risico willen lopen een nieuwe beurscrash uit te zweten. Binnen dezelfde bank kunnen spaarders normaal kosteloos overstappen van de dynamische naar de defensieve variant. Ook bij die defensieve varianten zien we dat storten in januari over de voorbije vijf jaar de beste strategie was (zie onderstaande grafiek). Maar zij hebben nog niet zo’n lang trackrecord als de dynamische pensioenspaarfondsen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier