Drie vragen over de tweede pijler: aanvullend pensioen moet verplicht worden
Onderzoek van de verzekeraar NN wijst nogmaals op de precaire pensioensituatie van vele Belgen. Het vertrouwen in het wettelijk pensioen is laag en het aanvullend pensioen is onvoldoende ingeburgerd om dat vertrouwensgat te dichten.
Wat vertelt de NN-bevraging over hoe de Belg naar zijn pensioensituatie kijkt?
Zeven op de tien Belgen jonger dan 50 gelooft niet dat zij of hij nog een wettelijk pensioen van de overheid zullen krijgen. Tien jaar geleden had nog maar 55 procent van de bevraagden die twijfels. Uit een andere enquête blijkt dat bij een op de drie Belgen onder de 80 jaar het wettelijk pensioen onvoldoende is om te voorzien in basisbehoeftes als voeding, vervoer en financiële diensten.
Brengt het aanvullende pensioen dan geen soelaas?
Almaar meer Belgen sparen via hun werkgever (77%) of als zelfstandige (56%) voor een aanvullend pensioen, maar dat is nog steeds niet genoeg. En het is vaak een lege doos, zegt NN. Mensen storten er te weinig in. Een minderheid haalt het streefbedrag van 3 procent van het loon. Dat komt neer op 18 euro per maand voor een gemiddelde pensioenduur voor loontrekkenden. Zelfstandigen hebben er meer in gestopt, waardoor ze 90 euro per maand zouden trekken.
Wat moet veranderen om dat aanvullend pensioen meer ingang te doen vinden?
NN stelt voor het aanvullend pensioen voor werknemers te verplichten. Om ervoor te zorgen dat er voldoende in die pot terechtkomt, oppert de verzekeraar de loonindexering, bonussen en loonopslag erin te storten. Tot slot moet de regelgeving rond het aanvullend pensioen rechtszeker en transparant zijn, zodat het vertrouwen van vooral zelfstandigen in het systeem kan groeien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier