David Clarinval trekt minimumpensioen voor zelfstandigen op
Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO’s en Landbouw David Clarinval (MR) trekt het minimumpensioen voor zelfstandigen de komende vier jaar stelselmatig op. Dat staat in zijn beleidsnota. Op 1 januari 2021 komt er 2,65 procent bij.
De versterking van het sociaal statuut voor zelfstandigen is één van de prioriteiten voor de komende jaren, zegt Clarinval in zijn beleidsbrief. Onder meer de herwaardering van het minimumpensioen van zelfstandigen maakt daar deel van uit. Die bedragen worden de komende jaren stelselmatig opgetrokken.
Op dit moment krijgt een alleenstaande zelfstandige met een volledige loopbaan van 45 jaar iets meer dan 1.291 euro per maand. Voor iemand met een gezin is dat 1.614,10 euro, een overlevingspensioen bedraagt 1.274,43 euro.
Vanaf 1 januari 2021 komt daar 2,65 procent bij. Een jaar later stijgen de bedragen met 5,37 procent in vergelijking met de huidige bedragen, in 2023 is dat 8,16 procent en in 2024 11,03 procent. Die percentages komen bovenop de indexering en de koppeling aan de welvaart van de uitkeringen.
Voor zelfstandigen met een onvolledige loopbaan worden de bedragen pro rata verminderd met het verschil tussen de eigen loopbaan en een volledige loopbaan van 45 jaar.
De minimumpensioenen voor zelfstandigen evolueren op die manier mee met de minimumpensioenen voor de werknemers. Daarmee ‘wordt de niet aflatende strijd voortgezet voor meer billijkheid en rechtvaardigheid tussen zelfstandigen en werknemers’, aldus Clarinval.
De MR-minister wil ook de correctiecoëfficiënt voor zelfstandigen afschaffen. Sinds de jaren tachtig wordt het pensioen voor zelfstandigen berekend op basis van 69 procent van het beroepsinkomen, maar vanaf volgend jaar zal 100 procent van het inkomen in rekening worden gebracht, wat op een volledige loopbaan honderden euro’s per maand extra pensioen kan betekenen. (Belga)