De Belgische pensioenfondsen hebben van januari tot en met juni een gemiddeld rendement van 4,2 procent behaald. Dat heeft sectorfederatie PensioPlus donderdag bekendgemaakt.
De Belgische pensioenfondsen beheren de tweede pensioenpijler. Dat zijn de aanvullende pensioenen via de werkgever of van een zelfstandige. Ze laten het ingelegde geld renderen door te investeren in aandelen, obligaties, vastgoed, liquiditeiten en andere activa.
Het behaalde rendement tijdens de eerste jaarhelft is vooral te danken aan hogere aandelenkoersen, zegt voorzitter Jan De Smet in een persbericht. “Die compenseerden een licht negatief rendement op het obligatiegedeelte.”
Lange termijn
Investeringen in pensioenfondsen zijn bedoeld op lange termijn. PensioPlus benadrukt dan ook steevast het rendement op langere duur. “Bekeken over een periode van bijna veertig jaar realiseert de sector gemiddeld een nominaal rendement van 6,2 procent. Na aftrek van inflatie leidt dit tot een reëel rendement van 3,9 procent”, luidt het. “Die cijfers onderlijnen dat pensioenfondsen op lange termijn een solide bescherming bieden van de koopkracht tegen inflatie”, voegt CEO Ann Verlinden toe.
Vanaf 1 januari 2025 stijgt het minimumrendement op de pensioenbedragen overigens van 1,75 procent naar 2,5 procent. “De aangeslotenen bij pensioenfondsen zullen dus kunnen genieten van een hogere gegarandeerde opbrengst op zowel hun reeds opgebouwde reserves als hun toekomstige pensioenbijdragen.”
PensioPlus roept voorts opnieuw op om het aanvullend pensioen verder uit te bouwen, omdat het wettelijk pensioen vaak niet volstaat ‘om een goede levensstandaard te handhaven’. De sectorfederatie vraagt de regeringsonderhandelaars om ‘tijdens de regeringsonderhandelingen de noodzakelijke maatregelen te nemen om, als onderdeel van de pensioenoplossing, de tweede pijler pensioenen te versterken en beter toegankelijk te maken voor iedereen’.
