6 op de 10 Belgen vrezen geen comfortabel leven meer te kunnen leiden na pensioen
Dat blijkt vrijdag uit onderzoek van levensverzekeraar NN bij 3.132 Belgen. Zestig procent van de ondervraagden vreest dat de overheid de pensioenen niet zal kunnen blijven betalen. In vergelijking met maart 2020, toen de coronacrisis pas was uitgebroken, is het vertrouwen wel lichtjes gestegen.
Gemiddeld gelooft amper 16 procent van de Belgen na pensionering een comfortabel leven te hebben. Opvallend, vooral jonge generaties tot 49 jaar en vrouwen zien hun pensioen niet rooskleurig in.
Hoe ouder we worden, hoe meer vertrouwen we krijgen. Toch vreest de helft van de 50- tot 64-jarigen nog steeds het ergste.
De Belgen vertrouwen niet meer op de steun van de overheid als ze met pensioen zijn. Slechts 18 procent gelooft nog dat de overheid onze pensioenen zal kunnen uitbetalen, 23 procent weet het niet heel zeker. Hierbij hebben vrouwen opvallend minder vertrouwen dan mannen.
Hoewel de meerderheid dus niet gelooft in een rooskleurige financiële situatie na pensionering, neemt maar een beperkt aantal Belgen het heft in eigen handen. Vier op de tien (38 procent) ondervraagden geven aan dat ze niet verantwoordelijk zijn om te sparen voor voldoende pensioen. 28 procent verwacht daarentegen zelf geld bij te moeten verdienen om te kunnen rondkomen.
Gemiddeld geeft 54 procent aan geen idee te hebben van het bedrag dat ze moeten bijeensparen. ‘De levensverwachting ligt gemiddeld al op 81 jaar, dus we zullen in het tweede deel van onze pensionering opnieuw geld nodig hebben om onze zorgfacturen te betalen’, klinkt het bij Bart Chiau, Senior Expert bij NN. ‘Dat besef groeit naarmate we de pensioenleeftijd naderen. Het dringt tot ons door dat we mogelijks niet genoeg financiële middelen zullen hebben om die pensioenperiode te overbruggen en moeten last-minute op zoek naar oplossingen.’