De Amerikaanse president Donald Trump wil de vennootschapsbelasting in de Verenigde Staten verlagen tot 20 procent. Volgens hoogleraar fiscaal recht Luc De Broe is dat een bewijs dat er een race to the bottombezig is. “Er is duidelijk behoefte aan coördinatie.”
De Amerikaanse president Donald Trump stelt een verlaging van de vennootschapsbelasting tot 20 procent voor. Een verrassing?
LUC DE BROE: “Nee, die plannen zijn logisch. De vennootschapsbelasting bestraft Amerikaanse bedrijven die in de rest van de wereld actief zijn. Als een Amerikaans bedrijf in het buitenland al 20 procent belasting betaalt op zijn winst, heft de Amerikaanse overheid nog eens het verschil met haar tarief van 35 procent. Ook de dividenden van een dochteronderneming worden een tweede keer belast, als dat tarief in het buitenland onder 35 procent ligt. Dat is de reden waarom multinationals zoals Apple en Google honderden miljarden winst in het buitenland geparkeerd houden. Zo gaan er banen verloren in de Verenigde Staten, want die winst wordt niet in dat land geïnvesteerd. Trump wil dat tarief verlagen en enkel nog bijkomend belasten als het tarief in het buitenland onder 20 procent ligt. Hij wil ook dividenden niet langer een tweede keer belasten, en met een eenmalige heffing die buitenlandse winsten terughalen naar de Verenigde Staten.”
Kan zo’n drastische hervorming budgetneutraal zijn, zoals sommige Republikeinen eisen?
DE BROE: “Naast de vennootschapsbelasting wil Trump ook de personenbelasting verlagen en de successierechten afschaffen. Dat zou volgens de eerste berekening tot 1500 miljard dollar kosten in tien jaar. Zijn plannen over waar hij dat geld wil halen, zijn erg vaag. Er is sprake van belastingaftrekken af te schaffen om de belastbare basis te vergroten, maar het is erg onduidelijk hoeveel geld dat zou opbrengen. Tegen de afschaffing van gunstregimes komt meestal ook een hele lobbymachine op gang.”
Als de Verenigde Staten hun bedrijfsbelastingen verlagen, moet Europa dan volgen?
DE BROE: “Trump wil onder het Europese gemiddelde van 21,5 procent duiken. In de meeste Europese landen schommelt het tarief dus al rond 20 procent. De kans bestaat wel dat een aantal landen zijn belastingen verder verlaagt. In Groot-Brittannië is er sinds de brexit een daling tot 15 procent. Ook Nederland zal dan wellicht volgen. Wereldwijd is er een trend naar de verlaging van het tarief en de verbreding van de belastbare basis.”
In het Zomerakkoord besliste de federale regering-Michel ook in ons land de vennootschapsbelasting te verlagen. Is die hervorming al achterhaald nog voor ze is ingegaan?
DE BROE: “Ik had graag gezien dat België zijn nominale tarief tot 20 percent zou verlagen over een aantal jaren. Met een verlaging van 34 tot 25 procent tegen 2020 zit België nog altijd aan de hoge kant, zelfs als het eigenlijke tarief dat bedrijven betalen veeleer 22 à 23 procent bedraagt. Er is duidelijk behoefte aan coördinatie en harmonisatie in Europa, want er is een race to the bottom aan de gang. In Hongarije bijvoorbeeld bedraagt het tarief maar 9 procent meer. De vraag is alleen wat we gaan harmoniseren. Over een geharmoniseerde belastbare grondslag lijken de discussies vast te lopen.”
