Vrije Tribune
Loopt de nieuwe weg naar economische groei dood?
Beleggers, centrale bankiers en beleidsmakers herontdekken infrastructuurinvesteringen als dé manier om kwakkelende economieën een duw in de rug te geven. Ik ben daar helemaal voor, maar vrees dat er weinig van in huis zal komen. Dat zegt Gershon Cohen, hoofd van de infrastructuurfondsen van vermogensbeheerder Aberdeen.
In Groot-Brittannië zullen forse investeringen in wegen, bruggen en spoor moeten worden ingezet om de verwachte economische pijn van de brexit alvast te verzachten. In de VS wordt onder leiding van Trump en andere politici die niets op hebben met het Fed-beleid, de roep om de staatsschuld fors te laten oplopen steeds luider.
Tirannie
Het IMF hamert sinds jaar en dag op het economische belang van grotere infrastructuurinvesteringen. Niet alleen zou hierdoor de vraag naar diensten, goederen en arbeid op de korte termijn worden aangejaagd, ook wordt het productiepotentieel van een land op een langere termijn veiliggesteld, zo stelt het IMF. Landen worden ook minder afhankelijk van de centrale banken om de economie overeind te houden.
Politici lijken zich echter weinig aan te trekken van het inmiddels alweer twee jaar oude IMF-rapport. In ontwikkelde landen zijn de investeringen gedaald van 4% (in de jaren negentig) naar 3% van het bbp nu. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat het bedrijfsleven in de tussenliggende jaren een deel van die investeringen op zich heeft genomen. De telecom- en energiesectoren leggen hun eigen infrastructuur aan. Maar als het gaat om de broodnodige economische boost, zet dat geen zoden aan de dijk.
Loopt de nieuwe weg naar economische groei dood?
De hoge aanloopkosten weerhouden beleidsmakers om kapitaalintensieve infraprojecten op te starten. De tirannie van het kortetermijndenken is in deze tijd van groeiend populisme machtiger dan ooit.
Sexy bouwwerken
Ook al smeekt de toestand van de infrastructuur in veel landen om een grondige opknapbeurt zullen de financiële markten de ontwikkelingen met argusogen volgen. Met het oplopen van de staatsschuld, is de kans aanwezig dat ook de financieringskosten stijgen. De investeringsdrift kan de economie dan meer kwaad dan goed doen.
En, het ene project is het andere niet. De bestuurlijke elite vereenzelvigt zichzelf liever met sexy bouwwerken dan met saaie projecten. Want als politicus val je met het aanleggen van meer asfalt natuurlijk sneller in de gunst van de kiezer die dagelijks in de file staat, dan met een saai rioleringsstelsel dat broodnodig aan vervanging toe is.
Alle ogen zijn daarom gericht op landen die hebben besloten om hun begrotingen op te trekken of dat van plan zijn. Of het allemaal economische soelaas biedt, is nog maar zeer de vraag. De kans op teleurstellingen is namelijk groot.
Kastanjes uit het vuur
Londen heeft maar heel weinig financiële ruimte voor overheidsinvesteringen en de Verenigde Staten is nog nooit zo verdeeld geweest. Dat betekent dat het heel lastig wordt om genoeg draagvlak te creëren voor grootschalige projecten die echt van economische betekenis zijn. Duitsland wil niets hebben van ‘dure’ publieke investeringen en we weten inmiddels dat als Duitsland de kar niet trekt, er in de rest van Europa ook weinig van de grond komt. De Chinese regering draagt ‘miljarden’ bij aan het infrastructuurfonds van 315 miljard euro dat Europese Commissie-voorzitter Juncker vorig jaar heeft aangekondigd, maar kan natuurlijk niet in zijn eentje de kastanjes uit het vuur halen.
Het zou heel kortzichtig zijn van politici als ze niet meesurfen op het positieve investeringssentiment. Door te investeren kunnen ze het almaar krimpende aandeel overheidsinvesteringen een halt toe roepen. Als dat niet gebeurt zijn de gevolgen voor de economische groeivooruitzichten op de lange termijn wellicht niet te overzien.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier