Levensverzekeraars zien nieuwe groeikansen

SERGE MARTIN "Wij zien heel veel potentieel in pensioenverzekeringen." © FRANKY VERDICKT
Patrick Claerhout
Patrick Claerhout redacteur bij Trends

Na enkele moeilijke jaren zit de verkoop van levensverzekeringen weer in de lift. En de ommekeer zou weleens structureel kunnen zijn. “Wij verwachten veel van nieuwe pensioenproducten, zowel voor particulieren als voor zelfstandigen”, zegt Serge Martin, hoofd van AXA Life.

“Ik denk dat we vorig jaar het dieptepunt in levensverzekeringen hebben bereikt”, zegt Hans De Cuyper, voorzitter van de sectorfederatie Assuralia en CEO van AG Insurance. Voor het eerst sinds 2001 daalden de premie-inkomsten voor individuele levensverzekeringen in 2017 onder de 10 miljard euro. Vooral de levensverzekeringen met een gegarandeerde rentevoet (tak21) kregen een klap: de premie-inkomsten daalden van 7,5 tot 6,2 miljard euro.

De gestage daling van de premie-inkomsten in levensverzekeringen is al enkele jaren aan de gang. In zes jaar tijd was er een daling met een kwart. Daarvoor ziet De Cuyper twee redenen. Ten eerste het lage rendement die de tak21-verzekeringen, als gevolg van het lagerentebeleid van de centrale banken, kunnen aanbieden. Ten tweede de premietaks die in 2013 werd verhoogd en die het rendement met nog eens 2 procent afroomt. Beide factoren zorgden ervoor dat levensverzekeringen – en dan vooral de tak21-variant – niet langer aantrekkelijk waren voor de klant.

Maar volgens De Cuyper wordt 2018 het jaar van de ommekeer. Hij verwacht dat de totale markt van levensverzekeringen (inclusief groepsverzekeringen) dit jaar met 10 tot 11 procent groeit.

Meer tak23

Verzekeraars legden zich de voorbije jaren meer toe op de verkoop van tak23-producten, waarvan de opbrengst is gekoppeld aan de evolutie van een of meerdere beleggingsfondsen. Het hogere rendement van die producten lijkt de klanten te bekoren. Al schommelt het rendement in functie van de financiële markten en is het risico ten laste van de verzekeringsnemer.

In 2017 stegen de premie-inkomsten in tak23 met 43 procent, van 2,1 tot 3,1 miljard euro. “Ondanks de wankele beurzen zet die groei dit jaar door”, stelt De Cuyper vast. “We verwachten 20 procent groei in 2018 in tak23. Maar ook in tak21 zien we de inkomsten weer stijgen. We verwachten op 6,6 miljard euro incasso af te sluiten.”

Dat tak21 weer groeit, is vooral toe te schrijven aan de aanhoudend lage vergoeding op het spaarboekje. “Klanten krijgen al een tijdje niet meer dan 0,11 procent op hun spaargeld. Dan wordt de 0,75 procent die verzekeraars bieden op een veilig product als tak21 interessant”, zegt Henk Janssen, CEO van Baloise Insurance.

De verzekeraar Baloise zet in op hybride producten, waarmee klanten en makelaars een combinatie van tak21 en tak23 kunnen maken. Maar de groei zit vooral bij het tak23-segment, geeft Janssen toe: “Wij boekten in de eerste jaarhelft 50 procent meer premie-inkomsten in tak23. ”

Behoefte aan pensioen

De toegenomen interesse voor tak23-producten heeft te maken met het verwachte hogere rendement op langere termijn, en met de grotere bezorgdheid van de Belgen om hun pensioen. “De mensen raken doordrongen van de behoefte aan een aanvullend pensioen om hun levensstandaard op peil te houden”, beaamt Serge Martin, hoofd van AXA Life, de levensverzekeringsdivisie van AXA Belgium.

AXA Belgium is de grootste schadeverzekeraar in België, maar zag zijn marktaandeel in leven de voorbije jaren geleidelijk zakken tot 7,8 procent. AXA trok zich terug uit de beleggingsverzekeringen, waarin het jaren geleden met zijn Crest-gamma uiterst succesvol was. Martin: “Dat hebben we stopgezet omdat we met onze tak21-producten niet langer de rendementen zoals in het verleden konden bieden. Bovendien dwingen de nieuwe solvabiliteitsregels Solvency II de verzekeraars meer kapitaal opzij te zetten voor producten met een gewaarborgde rentevoet.”

AXA Belgium liet de commercialisering van beleggingsverzekeringen over aan zijn zusterbedrijf AXA Bank, wat paste in een vereenvoudiging van de groepsstructuur en een kostenbesparing opleverde. Maar dat betekent niet dat AXA niet langer gelooft in levensverzekeringen. “Integendeel”, benadrukt Martin. “We hebben ons productaanbod aangepast in functie van de groeikansen. Wij zien heel veel potentieel in pensioenverzekeringen voor particulieren en zelfstandigen, en in hospitalisatie- en invaliditeitsverzekeringen voor kleine en grote ondernemingen.”

In pensioenverzekeringen focust AXA op de tweede (groepsverzekeringen) en derde pijler (langetermijn- en pensioensparen voor particulieren). Groepsverzekeringen zijn een stabiele markt die vorig jaar met 5 procent groeide, en waar het aandeel van tak23 klein blijft maar toch snel groeit, blijkt uit de cijfers van Assuralia. In het klassieke, fiscaal ondersteunde pensioensparen voor particulieren verliezen verzekeringen al enkele jaren terrein ten opzichte van de pensioenspaarfondsen die de banken aanbieden.

Overheidsinitiatieven

Martin verwacht niettemin een uitbreiding van de markt. Hij verwijst naar enkele nieuwe overheidsinitiatieven, zoals de Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ). Daarmee kunnen zelfstandigen zonder vennootschap, op een fiscaal voordelige manier, een aanvullend pensioen opbouwen.

“De bedragen die gestort worden blijven aan de lage kant”, zegt Martin. “Maar het systeem is nog nieuw en komt boven op het vrij aanvullend pensioen voor zelfstandigen (VAPZ). Het vergt tijd om mensen wegwijs te maken. Ik verwacht dat de stortingen flink aantrekken.” Daarnaast heeft de overheid plannen voor een vrij aanvullend pensioen voor werknemers (VAPW). Dan kunnen werknemers een stuk van hun loon gebruiken voor de opbouw van een extra pensioen. “Een wet is er nog niet”, zegt Martin. “Er is nog onduidelijkheid over de modaliteiten, maar het principe is goed. Al die initiatieven bieden verzekeraars kansen.”

Opkuis

Dat verzekeraars weer met een positieve blik naar levensverzekeringen kijken, heeft nog een andere reden. De winstgevendheid is hersteld. In 2015 was het technisch-financieel resultaat van de tak leven bijna tot nul gezakt. Nogal wat maatschappijen kampten met hoge verplichtingen uit het verleden en beleggingsportefeuilles die daarop niet voorzien waren.

“De sector heeft werk gemaakt van de opkuis”, zegt De Cuyper. Vorig jaar bedroeg het netto technisch-financieel saldo 1,4 miljard euro. Dat is een winstmarge van 9,7 procent op de omzet. Ten opzicht van de technische voorzieningen geeft dat 0,7 procent marge, het hoogste cijfer sinds 2009. De Cuyper: “Ik denk te mogen stellen dat de verzekeringsbranche nu structureel gezond is, en klaarstaat om weer aan te knopen met groei in levensverzekeringen.”

Dat de solvabiliteit en de winstgevendheid hoger zijn, is mede te danken aan de Nationale Bank. De toezichthouder heeft aan een groot aantal levensverzekeraars in 2016 en 2017 een vrijstelling toegekend voor de aanleg van een aanvullende knipperlichtreserve. Die reserve is een provisie die moest worden aangelegd om verzekeraars te wapenen tegen een lange periode van lage rente.

“Na de invoering van Solvency II bleek dat we de risico’s beter kunnen inschatten en dat bijkomende provisies niet altijd nodig waren”, verklaart De Cuyper. “Daarop heeft de Nationale Bank de mogelijkheid gecreëerd een uitzondering aan te vragen. In de praktijk blijkt dat steeds meer levensverzekeraars daarvan genieten. En door het wegvallen van die provisies is de rendabiliteit gestegen.”

Levensverzekeraars zien nieuwe groeikansen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content