Koopkrachtenquête: einde van de maand boezemt meer angst in dan einde van de wereld
De dalende koopkracht is voor een groot deel van de bevolking een grotere zorg dan andere zaken waar we ons zorgen over moeten maken. Dat blijkt uit de exclusieve enquête van Roularta en Kantar. Bovendien blijkt er een grote kloof te bestaan tussen jong en oud.
De inflatie stijgt al ongeveer een jaar. Iedereen merkt dat de prijzen stijgen, of we nu consument, werknemer of ondernemer zijn. De Roularta-magazines vroegen aan het marktonderzoeksbureau Kantar uit te zoeken hoe de inflatie ons beïnvloedt en hoe wij erop reageren. De enquête werd tussen 19 en 24 mei 2022 gehouden bij 2.000 mensen ouder dan achttien jaar. “Met die steekproef is de foutenmarge maximaal 2,2 procent”, zegt Ellie Jacques, senior research manager bij Kantar.
Wij legden de resultaten voor aan twee economen: Philippe Defeyt van het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling en Jean Hindriks, voorzitter van de Economics School of Louvain en stichtend lid van de denktank Itinera.
Koopkracht, de grootste zorg
Eerste conclusie: de koopkracht is de grootste zorg. Gemiddeld 39 procent van de respondenten plaatst koopkracht bovenaan op de lijst van bezorgdheden. Maar er zijn grote regionale verschillen: 48 procent van de Walen is er vooral bezorgd over, tegenover slechts 39 procent van de Brusselaars en 34 procent van de Vlamingen. “Het regionale verschil kun je niet uitsluitend verklaren door het hogere gemiddelde inkomen in Vlaanderen. De zorgen over de koopkracht zijn geënt op een culturele context”, zegt Philippe Defeyt. De mensen van wie de financiën kwetsbaar zijn, zijn het meest bezorgd.
Covid is al vergeten
Twee bezorgdheden volgen op ruime afstand: de opwarming van de aarde, die voor 21 procent van de bevolking bovenaan op de lijst staat, en de angst voor een nucleaire oorlog, met 17 procent. Verrassend is dat de zorgen over covid zijn weggeëbd (7 procent). Even verrassend is dat de twee belangrijkste politieke kwesties, werkgelegenheid en migratie, niet tot de grootste bezorgdheden behoren.
“Actuele kwesties krijgen over het algemeen voorrang op meer structurele kwesties”, zegt Philippe Defeyt. “Dat is de reden waarom de opwarming van de aarde, migratie en covid tot extreem lage niveaus dalen.” De opwarming van de aarde is vooral een zorg voor de jongeren – 29 procent van de 18- tot 24-jarigen, tegenover slechts 17 procent van de 55- tot 64-jarigen – en de welgestelden.
Angst voor banen en lonen
Meer dan de helft van de ondervraagden vindt dat hun financiële situatie in vergelijking met vorig jaar is verslechterd. 13 procent van hen zegt zelfs dat de situatie fors is verslechterd. Meer dan 22 procent zegt dat het soms, of zelfs regelmatig, moeilijk is om in hun behoeften te voorzien.
De stijgende prijzen doen ook de bezorgdheid over de lonen en de werkgelegenheid toenemen. Een grote meerderheid van de ondervraagde werkenden (+ 70%) vreest dat hun loon de inflatie niet zal bijhouden. “Dat is een correcte perceptie”, merkt Philippe Defeyt op. “In sectoren waar die slechts één keer per jaar worden geïndexeerd, volgt de lonen de inflatie niet.”
De vrees om zijn baan te verliezen, wordt niet door iedereen gedeeld. “Bijna 31 procent van de werkenden vreest voor zijn baan, maar meer Franstaligen (41%) dan Nederlandstaligen (22%)”, constateert Ellie Jacques.
Lees verder onder de grafiek
Inflatie lijkt hoger dan ze is
De ondervraagde Belgen voelen de prijsstijging sterk aan. Bijna acht op de tien zeggen dat hun gasprijs is gestegen. 12 procent schat de stijging tussen 1 en 10 procent, 21 procent tussen 11 en 25 procent, 22 procent tussen 26 en 50 procent. Volgens 24 procent van de respondenten bedraagt de stijging zelfs meer dan 50 procent. Meer dan 77 procent van de bevolking denkt dat de energieprijzen de komende maanden blijven stijgen.
Dat gevoel is ook gebaseerd op de stijging van de prijzen van andere goederen en diensten. 42 procent van de ondervraagden denkt dat de prijzen van levensmiddelen met 11 tot 25 procent zijn toegenomen. Een groot deel van onze landgenoten voelt een inflatie die ver boven het niveau ligt dan uit de index blijkt, rond 8 procent.
Die vermeend hoge inflatie heeft tot gevolg gehad dat het gedrag van de consument heel snel is veranderd. Bijna twee derde (65%) zegt dat zij een deel van hun uitgaven hebben beperkt. “Dat is meer het geval bij de Franstaligen (72%, tegenover 60% van de Nederlandstaligen) en bij mensen met lage inkomens en een laag opleidingsniveau”, aldus Ellie Jacques.
Aankoop koelkast uitstellen
Welke budgetten worden verlaagd? Voornamelijk voor etentjes op restaurant, kleding, reizen en vrije tijd (bioscoop, theater…), energieverbruik en luxegoederen. Meer dan 36 procent van de respondenten heeft ook bezuinigd op essentiële zaken, zoals voeding. Meer dan 41 procent heeft de aankoop van belangrijke zaken uitgesteld: meubels, grote apparaten of auto’s.
Ook in de vastgoedsector verandert het gedrag, maar niet altijd in dezelfde richting. Ongeveer 30 procent van de mensen die plannen hebben om een huis te kopen, denkt erover die uit te stellen. 16 procent overweegt het tempo net op te voeren, wellicht vooruitlopend op de stijging van de rentevoeten en de materiaalprijzen.
Een verrassend cijfer in de mobiliteit: “Sinds de energiecrisis hebben slechts 77 van de 1.768 respondenten die een auto bezitten, de voorkeur gegeven aan het openbaar vervoer om het gebruik van hun voertuig te beperken”, merkt Ellie Jacques op. “Dat is 4 procent.”
Als reactie op de gestegen energieprijzen is maar een klein aantal mensen bereid te investeren. “Op de vraag ‘welke energiebesparende maatregelen hebt u genomen?’ antwoordt 75 procent ‘de thermostaat lager zetten’ en 62 procent ‘de auto minder gebruiken'”, zegt Hindriks. “Ik ben verbaasd dat slechts 14 procent zegt te willen investeren in een warmtepomp, 21 procent in zonnepanelen en slechts 30 procent van de autobezitters bereid is over te stappen op een elektrische auto.”
Jong versus oud
De enquête toont een sterk generatieverschil aan. Wanneer de Belgen wordt gevraagd of zij denken dat hun koopkracht in de komende vijf jaar al dan niet zal toenemen, denkt 62 procent dat die zal afnemen en slechts 14 procent dat die zal toenemen. Maar jongeren zijn bijzonder optimistisch: 36 procent van de jongeren tussen 18 en 24 jaar denkt dat hun koopkracht in de nabije toekomst zal toenemen.
De kloof tussen jong en oud komt ook tot uiting in kwesties van solidariteit voor drie uitdagingen: het klimaat, de oorlog in Oekraïne en de ongelijkheid. Wat dat laatste betreft, is 59 procent van de ondervraagden het eens met meer herverdeling en dus met het zwaarder belasten van de hoge inkomens om de koopkracht van de minstbedeelden te ondersteunen. Over het klimaat zijn de meningen meer verdeeld. “Slechts 34 procent wil een daling van de koopkracht aanvaarden om de klimaatuitdaging aan te gaan”, benadrukt Jean Hindriks. Slechts 23 procent is bereid zijn koopkracht te verlagen om Oekraïne te helpen.
De kloof tussen de generaties is altijd aanzienlijk, merkt Jean Hindriks op. “47 procent van de 18- tot 24-jarigen zegt akkoord te gaan met een daling van hun koopkracht om te helpen bij de overgang naar een klimaatvriendelijke toekomst, tegenover 25 procent van de 45- tot 54-jarigen.”
De gepensioneerden zijn meer bereid tot een herverdeling. 69 procent van de 65-plussers vindt dat hoge inkomens zwaarder moeten worden belast om de armen te helpen, tegenover 44 procent van de 25- tot 34-jarigen. Wat de solidariteit met Oekraïne betreft, zijn jongeren (37% van de 18- tot 24-jarigen tegenover slechts 17% van de 45- tot 64-jarigen) en mensen met een hoog inkomen de grootste voorstanders.
Lees verder onder de grafiek
Embargo, voor of tegen?
Misschien even interessant is de kloof tussen de generaties over bepaalde maatregelen. We vroegen wie voorstander was van een permanente verlaging van de btw op gas en elektriciteit. “Bijna 80 procent is voorstander, en meer dan 90 procent van de gepensioneerden”, aldus Jean Hindriks. “Zij worden het meest getroffen door de stijging van de gasprijzen. Minder dan 59 procent van de 18- tot 24-jarigen is het daarmee eens.”
“De 18- tot 24-jarigen zijn eerder geneigd te investeren in een duurzame energieproductiemethode en zijn meer bereid een daling van hun koopkracht te aanvaarden om de klimaatuitdaging aan te gaan dan de 65-plussers”, verklaart Ellie Jacques. “En jongeren willen op lange termijn niet de rekening betalen van de 65-plussers die fossiele brandstoffen blijven gebruiken.”
De kloof tussen jongeren en ouderen komt ten slotte tot uiting in de vraag over een embargo op gas en olie uit Rusland. 52 procent van de ondervraagden is het eens met die maatregel, maar wanneer we naar de leeftijdsgroepen kijken, zien we dat 38 procent van de 18- tot 34-jarigen voorstander is van een embargo, terwijl dat percentage bij de 65-plussers veel hoger ligt (68%).
Middenklasse kan vallen
De cijfers tonen aan dat “deze crisis op een heel slecht moment komt”, merkt Philippe Defeyt op. “In een tijd dat wordt gezegd dat we een kwantumsprong moeten maken om de klimaatuitdaging aan te gaan, dreigt de koopkrachtcrisis het momentum te breken.”
Uit de enquête blijkt dat een groot deel van de bevolking zich zorgen maakt over het einde van de maand en niet over het einde van de wereld. “De lagere middenklasse voelt dat ze bedreigd wordt”, zegt Jean Hindriks. “Er is een toenemend gevoel van angst, versterkt door de pandemie, de Oekraïne-oorlog en het klimaat.”
39 procent zegt dat de dalende koopkracht hun grootste zorg is, blijkt uit een exclusieve enquête.
39 procent van de respondenten plaatst koopkracht bovenaan op de lijst van bezorgdheden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier