Kans op burnout is vijf keer hoger wanneer werkgevers prestaties buiten de normale werkuren vragen
Het risico op burn-out ligt bijna vijf keer hoger in organisaties die van hun medewerkers verwachten dat ze buiten de werkuren of in het weekend werken. Dat blijkt uit een nieuwe studie van Securex, waarvoor ook de Burn-out Assesment Tool van de KU Leuven werd ingezet. “Zo’n hoog cijfer hadden we echt niet verwacht”, stelt onderzoeksleider Heidi Verlinden.
Sinds 1 april moeten bedrijven met minstens twintig medewerkers het ‘recht op deconnectie’ regelen in de cao of de arbeidsovereenkomst. Naar aanleiding daarvan ondervroeg de hr-specialist Securex 1.364 werknemers in België. “Een eerste opmerkelijke vaststelling: een op de vier (25,8%) medewerkers ervaart dat hun werkgever vaak verwacht dat ze buiten de uren werken”, zegt Heidi Verlinden, researchprojectmanager bij Securex. “33,4 procent stelt zelfs dat hun werkgever verlangt dat het werk voorrang krijgt op het privéleven.”
Voor alle duidelijkheid: het gaat hier niet over medewerkers die sowieso in ploegen werken of regelmatig weekendshifts draaien, maar over mensen die niet vrijwillig voor avond- of weekendwerk gekozen hebben.
Goede afspraken
Aan de hand van de Burn-out Assessment Tool van de KU Leuven, bekeek Securex ook het verband met het risico op een burn-out. In organisaties waar werkgevers impliciet verwachten of expliciet eisen dat werknemers buiten de werkuren doorwerken, is er een bijzonder negatief effect op het burn-outrisico. “De kans op burn-out in die situatie ligt 4,8 keer hoger, met 18,2 procent van de werknemers dat een zeer ernstig risico loopt, zowel arbeiders als bedienden”, verduidelijkt Heidi Verlinden. Van de werkgevers die overwerk niet vaak verwachten, leunt ‘slechts’ 3,8 procent dicht bij een burn-out aan.
Het gevaar is dus het hoogst bij wie niet buiten de werkuren wil of kan werken, terwijl dat toch impliciet of expliciet wordt verwacht. Daarentegen is het burn-outrisico kleiner bij werknemers die er zelf voor kiezen regelmatig buiten de werkuren te werken: zij lopen 2,6 keer minder kans op een burn-out. Iedereen heeft er dus baat bij van werken buiten de uren een vrije keuze te maken.
Heidi Verlinden: “Het recht op deconnectie is zeker positief, en er zijn duidelijke, praktische afspraken over nodig. Maar als werkgevers een zeer strak deconnectiekader opleggen aan alle medewerkers, dan blijkt dat funest te zijn voor het welzijn van een grote groep onder hen.” Op dat gebied voldoende autonomie geven aan medewerkers is dus zeker nodig. Veel werknemers willen werk- en privé-uren niet altijd strikt gescheiden houden.
Niet de norm
Het onderzoek van Securex geeft ook een beeld van in hoeverre de flink toegenomen groep van telewerkende werknemers zich na de uren afsluit van het werk. Meer dan de helft (55,2%) van de mensen die telewerken, laat zijn meldingen op de werktelefoon aanstaan buiten de werkuren. Slechts 12,8 procent doet dat soms en 42,4 procent vaak tot altijd. De meeste (53%) telewerkers werken ook effectief buiten de werkuren: 17,1 procent beantwoordt e-mails of zakelijke gesprekken buiten de werkuren en 35,9 procent doet dat vaak tot altijd. Al moeten die cijfers in perspectief geplaatst worden, en zijn ze niet per definitie zorgwekkend.
“Als een medewerker er zelf voor kiest aan het einde van de dag of week een aantal taken af te ronden, kan dat een gezonde keuze zijn”, stelt Heidi Verlinden. “Zolang het geen gewoonte wordt, want ook dan schaadt overdaad.” Vrijwillig buiten de werkuren werken, dient dus ook bij telewerk een individuele beslissing te zijn, maar daardoor mag geen druk ontstaan op collega’s om hetzelfde te doen. “Het mag niet de verwachting creëren dat overwerk de norm is in een organisatie”, klinkt het.
Geen plicht
Om die redenen wordt het versturen van e-mails naar collega’s dan ook het best beperkt tot binnen de algemeen geldende werkuren. Toch sluiten werkgevers maar beter niet de server van de organisatie af op een vast uur. “Dat ontneemt medewerkers die dat willen, de mogelijkheid om na de uren te werken, met negatieve gevolgen voor hun welzijn”, benadrukt Heidi Verlinden.
Wat dan met werkgevers die hun server ‘pauzeren’, zodat mails alleen maar binnen de werkuren verzonden en gelezen kunnen worden, zoals bijvoorbeeld de supermarktketen Lidl doet na 18 uur en vóór 7 uur ’s morgens? “We raden dat af “, stelt Heidi Verlinden. “Sommige bedrijven doen dat wellicht met goede bedoelingen, om hun medewerkers te beschermen en aan te tonen dat overwerk niet verwacht wordt. Maar ze sluiten daarmee de mensen uit die er wel bij varen buiten de werkuren nog een taak af te werken.”
De moraal van het verhaal: een concreet kader voor het recht op deconnectie is absoluut nodig, om het welzijn van de werknemers te bevorderen, op voorwaarde dat er geen deconnectieplicht is voor iedereen. “Elke werknemer radicaal verplichten te deconnecteren kan een ongezond effect hebben op het welzijn van mensen”, besluit Heidi Verlinden. “Moeten en opleggen werkt niet. Zo ontneem je de autonomie en het maken van vrije keuzes bij een groep medewerkers.”
Burn-out Assessment Tool
De Burn-out Assessment Tool (BAT) is een wetenschappelijk gevalideerde vragenlijst die het mogelijk maakt om snel het risico op burn-out te bepalen. De tool is het resultaat van een driejarig onderzoeksproject van de KU Leuven in samenwerking met onder meer Securex. Hij detecteert mogelijke symptomen en drempelwaardes die uiteindelijk tot een totaalscore leiden. De tool stelt geen medische diagnose van burn-out.
55,2 procent
van de mensen die telewerken, laat meldingen op de werktelefoon aanstaan buiten de werkuren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier