Jaarlijks kostenplaatje voor kotstudenten bedraagt 12.425 euro
De directe en indirecte studiekosten en de leefkosten van een kotstudent die geen recht heeft op een beurs, bedragen voor dit jaar 12.425 euro. Dat heeft het CEBUD, het Centrum voor Budgetadvies en -onderzoek van de Thomas More-hogeschool, berekend. Wie pendelt, is financieel een pak beter af: zo’n niet-beursstudent kost 8.076 euro.
De belangrijkste reden voor het verschil zit natuurlijk in de huisvesting: een kotstudent betaalt daarvoor 4.067 euro per jaar extra. De gemiddelde maandprijs voor een privé-kamer met een lavabo met warm en koud water bedraagt 332 euro.
Een pendelstudent die met de eigen wagen naar hogeschool of universiteit rijdt, jaagt de rekening logischerwijs danig de hoogte in. De kosten voor een compacte tweedehandse wagen met benzinemotor waarmee 10.000 km per jaar wordt afgelegd, bedragen zo’n 3.150 euro. Een treinabonnement voor een gemiddeld door Vlaamse pendelstudenten afgelegde afstand van 26 km kost jaarlijks 187 euro. Wie een Buzzy Pazz van De Lijn neemt, telt 204 euro per jaar neer.
De leefkosten voor beide types van studenten – dat zijn de kosten voor onder meer voeding, kleding, gezondheid en ontspanning – lopen zo goed als gelijk: minimaal 6.512 euro voor een kotstudent, 6.229 euro voor een pendelstudent. Het verschil situeert zich in de voeding. Kotstudenten hebben iets meer nodig om op weekdagen zelf hun potje te koken en tijdens de blok- en de examenperiode in het studentenrestaurant te kunnen gaan eten. Dat kost hen minimaal 5,90 euro per dag. Een pendelstudent betaalt dagelijks 5,30 euro.
Het totale kostenplaatje verschilt weinig van vorig jaar: toen kostte een kotstudent zonder recht op een beurs 12.334 euro, tegenover 7.956 euro voor een pendelstudent. Volgens CEBUD wordt de kleine stijging verklaard door de index.