Het registratierecht stijgt in Wallonië van 12,5 naar 15 procent. Is dit van belang als je een huis in de Ardennen koopt of verkoopt? En wat als je in Wallonië woont en een appartement koopt in Oostende?
In elk gewest anders
Wie een huis of appartement koopt betaalt daarop 10 procent verkooprechten (registratierechten) in Vlaanderen en 12,5 procent in het Brussels gewest. Deze verkooprechten moeten betaald worden door de koper. In Wallonië werd het tarief van 12,5 procent opgetrokken naar 15 procent voor woongebouwen.
Het tarief dat de koper moet betalen hangt af van het gewest waarin het gekochte huis of appartement gelegen is. Er wordt dus niet gekeken naar de woonplaats van de koper, zoals dat wel het geval is bij de schenking van onroerende goederen waar de woonplaats van de schenker telt.
Concrete voorbeelden
Stel dat je in Gent woont en een chalet hebt in Rochefort als buitenverblijf. Als je dan je buitenverblijf in Rochefort wil verkopen zal daarop 15 procent verkooprecht verschuldigd zijn. Het is wel de koper die die 15 procent betaalt, maar uiteindelijk weegt dat ook een stuk op de verkoopprijs.
Maar als een inwoner van Luik een appartement in Oostende koopt of verkoopt dan zullen daarop slechts 10 procent verkooprechten verschuldigd zijn. De ligging telt dus.
Uitzondering op de regel van 15 procent
Op het principe dat je 15 procent verkooprechten betaalt op een appartement of huis in Wallonië bestaat nog een belangrijke uitzondering. De koper blijft van het vroeger tarief van 12,5 procent genieten als hij uitdrukkelijk verklaart dat hij niet minstens 33 procent van 2 andere woongebouwen in België of in het buitenland in volle eigendom of vruchtgebruik heeft.
