Testen tegen discriminatie op de huurmarkt: ‘Van sanctioneren is geen sprake’
Vorig weekend keurde de Vlaamse ministerraad enkele aanbevelingen goed om de discriminatie op de huurmarkt tegen te gaan. Is dat een stap in de goede richting of een bevestiging van het status quo?
In de nasleep van de antiracismebetogingen in de zomer van vorig jaar kwam ook het probleem van discriminatie op de arbeids- en de huurmarkt opnieuw op de agenda. Vlaams minister van Gelijke Kansen Bart Somers (Open Vld) kondigde in juni 2020 aan dat de Vlaamse regering verder zou inzetten op praktijktesten. De communicatie over die aanpak, en met name over het gebruik van de politiek gevoelige term ‘praktijktesten’, was niet naar de zin van Vlaams minister van Wonen Matthias Diependaele (N-VA) en leidde tot heel wat onenigheid in de regering.
Uiteindelijk werd beslist de aanbevelingen af te wachten van een groep onafhankelijke experts. Hun opdracht was na te gaan welke methoden het meest efficiënt zijn voor het in kaart brengen van, en het sensibiliseren over discriminatie, zowel op lokaal als op Vlaams niveau.
Eind 2020 keurde de Vlaamse ministerraad het rapport van het expertencomité goed. Wie na het massale protest in juni op een spectaculaire ommezwaai had gehoopt voor de huurmarkt, komt bedrogen uit: de aanpak zal blijven draaien om het in kaart brengen van discriminatie en de sensibilisering van de betrokken partijen. Wat betreft de woningmarkt laat de Vlaamse regering het initiatief nog altijd aan de lokale besturen. Zo zullen steden of gemeenten die in navolging van onder meer Mechelen, Gent en Antwerpen, correspondentietesten willen invoeren, daarbij worden ondersteund en begeleid. Van een overkoepelend systeem van praktijktesten, aangestuurd vanop Vlaams niveau, is geen sprake. Van beboeting of bestraffing in geval van een overtreding evenmin.
Zette de Vlaamse regering een stap in de goede richting of werd het status quo bevestigd? Pieter-Paul Verhaeghe, professor sociologie aan de VUB, werkte als expert mee aan het onderzoek en geeft toelichting bij het rapport.
De Vlaamse regering had het vorig weekend niet over praktijk- maar over correspondentietesten. Ook de term mystery shopping wordt dikwijls gebruikt. Waarin verschillen al die testen van elkaar?
PIETER-PAUL VERHAEGHE. ‘Bij praktijktesten ga je na of twee profielen, die slechts in één kenmerk van elkaar verschillen, op dezelfde manier worden behandeld. Praktijktesten met enkel schriftelijk contact noemen we correspondentietesten. Als er ook persoonlijk contact is, gaat het om situatietesten. Bij mystery shopping wordt expliciet een discriminerende vraag gesteld aan een dienstverlenende professionele instantie, bijvoorbeeld een vastgoedmakelaar. Opnieuw is er een onderscheid tussen schriftelijk contact (mystery mails) en persoonlijk contact (mystery calls of mystery visits).’
‘Juridische praktijktesten maakten voor het rapport dat zaterdag werd goedgekeurd, geen deel uit van het onderzoek’
‘Je kan al die testen academisch inzetten, maar ook sensibiliserend of juridisch. De werkwijze verschilt dan weinig, maar het doel is fundamenteel anders. Bij academische testen, vooral geschikt om te meten, ben je niet op zoek naar individuele informatie, maar naar het algemene fenomeen: hoe vaak wordt er gediscrimineerd en op basis waarvan? Bij sensibiliserende testen werk je nog altijd op het algemene niveau, maar ga je de resultaten gebruiken om discriminatie tegen te gaan, zonder te bestraffen. Dat kan door over de resultaten van praktijktesten of mystery shopping in gesprek te gaan met bijvoorbeeld een werkgever of een verhuurder.’
‘Het doel van juridische praktijktesten of juridische mystery shopping is om, indien nodig, een juridische procedure op te starten tegen een persoon. In dat geval wil men weten welke verhuurders, makelaars of werknemers discrimineren. Om een betrouwbaar beeld te krijgen, worden de individuen het best meermaals getest. Men is in dat geval op zoek naar bewijsmateriaal, voor het geval een rechtszaak zich voordoet. Voor alle duidelijkheid, juridische praktijktesten maakten voor het rapport dat zaterdag werd goedgekeurd, geen deel uit van het onderzoek. Onze opdracht beperkte zich tot monitoring en sensibilisering. Van sanctioneren is geen sprake.’
Wat zijn de belangrijkste conclusies van het expertencomité?
VERHAEGHE. ‘Er zijn weinig nieuwe zaken naar boven gekomen. Uit onderzoek blijkt al langer dat correspondentietesten en mystery shopping de beste en meest efficiënte methodes zijn om discriminerend gedrag op te sporen én ten dele ook om te sensibiliseren. Dat geldt voor zowel de huur- als de arbeidsmarkt.’
De tegenstanders van praktijktesten vinden dat een overheid niet mag liegen. Een ander tegenargument is de vrees dat die testen particuliere verhuurders van de huurmarkt zouden verjagen, waardoor het aanbod verder zou krimpen. Wat denkt u daarover?
VERHAEGHE. ‘Het klopt dat een ambtenaar in de regel geen valse identiteit mag aannemen. Maar een overheid kan daar een uitzondering op maken. Dat is al meermaals gebeurd, voor de bestrijding van discriminatie, maar evenzeer in andere sectoren.’
‘Wie zegt dat praktijktesten verhuurders massaal zouden wegjagen van de markt, lijkt vooral te suggereren dat het probleem een gigantische omvang kent. Wie niet discrimineert, heeft bij praktijktesten niets te vrezen. Maar los daarvan bestaat er ook geen enkel bewijs voor die claim. In heel wat steden worden al praktijktesten ingezet, maar nergens heeft een exodus van verhuurders plaatsgevonden.’
Welke elementen zijn nog cruciaal voor een grondige aanpak?
VERHAEGHE. ‘Je kunt het probleem meten met academische correspondentietesten en mystery calls bij makelaars. Daarnaast helpt het ook al gewoon om aan te kondigen dat je zal testen. Eerder onderzoek op de Gentse woningmarkt toonde aan dat wanneer vastgoedmakelaars weten dat ze gecontroleerd kunnen worden, dat voor een deel van hen een ontradend effect had.’
‘Verder moeten we ook inzetten op training en opleiding van makelaars, tijdens de opleiding of door bijscholing. Daarbij leren makelaars om te gaan met discriminerende verzoeken van eigenaars en worden sommigen zich meer bewust van hun eigen vooroordelen. Je kan ook huurplatformen zoals Immoweb betrekken. Zij kunnen verhuurders begeleiden bij de selectie van kandidaten. Ook een functie om op de website discriminatie te melden zou kunnen helpen.’
‘Unia en het Minderhedenforum beschikken over een schat aan expertise, die we nu dreigen te verliezen.’
‘Tot slot moet je in de gevallen waar sensibilisering niet volstaat, overgaan tot een juridische correspondentietest, die dan echt bewijsmateriaal kan opleveren. Maar beleidsmatig is dat absoluut nog niet aan de orde.’
‘Maar de echte, structurele oplossing ligt in het aanpakken van de drijfveren voor discriminatie: zoals onwetendheid en vooroordelen. Als we ongelijke behandeling en uitsluiting willen terugdringen, zullen we moeten investeren in de bestrijding van die onderliggende, dikwijls diepgewortelde mechanismen. Opleidingen, communicatie en bemiddeling spelen daarbij een belangrijke rol.’
Hoe kijkt u wat die structurele aanpak betreft naar de stopzetting van de samenwerking met Unia en de recente saga rond het Minderhedenforum?
VERHAEGHE. ‘Unia en het Minderhedenforum doen uitstekend werk en beschikken over een schat aan expertise, die we nu dreigen te verliezen. De drooglegging van die instanties is echt schandalig. Ze zouden net versterkt moeten worden door ze minder politiek afhankelijk te maken.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier