Strenge normen en hoge grondprijzen maken nieuwbouw voor de happy few
De kostprijs om te bouwen stijgt veel sneller dan de index van de consumptiegoederen. Wie een nieuwbouwwoning wil kopen moet of veel geld hebben, of tevreden zijn met een appartementje.
” Vastgoed bouwen is de voorbije twee decennia 20 procent duurder geworden dan andere uitgaven”, zegt Johan Van Gompel. De econoom van KBC vergelijkt de index van de bouwprijzen (ABEX) en die van de algemene consumptieprijzen sinds 1999. Die laatste landt dit jaar op 149, die van de bouwprijzen op 169.
Marc Dillen van de Vlaamse Confederatie Bouw duidt die tendens: “Vooral de jongste drie jaar stegen de bouwkosten sterk. Dat komt door nieuwe verplichtingen voor ventilatie, isolatie en hernieuwbare energie. Het betekent ook dat het aanbod van nieuwbouwwoningen sterk is veranderd.”
Philippe Janssens van het vastgoedadviesbureau Stadim waardeerde twee jaar geleden de bouwprijs op 1100 tot 1200 euro per vierkante meter. Vandaag is dat 200 euro meer. Hij wijt de stijging aan de bouw van steeds kleinere wooneenheden. “In kleine woningen wegen de badkamer en de keuken – ruimtes waar veel geld aan opgaat – relatief zwaarder”, klinkt het.
Iedereen naar vastgoed
Een andere reden van de stijgende bouwprijzen is de loutere marktwerking. “Er gaat veel kapitaal naar vastgoed”, zegt Erik Buyst, hoogleraar economie KU Leuven en hoofdpromotor Steunpunt Wonen. “De mensen weten dat spaarboekjes en obligaties niets opbrengen. Aandelen vinden ze dan weer te wisselvallig en een te groot risico. Wie zijn spaargeld wil laten renderen, kijkt dus naar vastgoed. Maar zij begeven zich op de markt op een moment dat jonge gezinnen de goedkoopste hypotheekleningen in de geschiedenis kunnen afsluiten. De vraag naar nieuwe woningen is enorm, de bouwbedrijven kunnen niet volgen. Ze vinden ook onvoldoende personeel. En dus gaan de prijzen op de offertes omhoog. En de bouwheer, hij gaat erop in.”
“Vroeger vingen lokale onderaannemers pieken op de markt op”, reageert Marc Dillen. “Maar ook die zijn schaars geworden. Buitenlandse onderaannemers zijn het enige alternatief.”
Philippe Janssens: “De hogere bouwkosten worden wel deels gecompenseerd door meer automatisering van het bouwproces.” Volgens hem bereiken de bouwkosten opnieuw hun normale niveau. Na een piek in 1980 daalde de index van de bouwprijzen met 20 procent. Vanaf 1984 ging die weer omhoog.
Duurdere nieuwbouw
Zullen de hogere bouwkosten de prijzen van nieuwbouwwoningen doen stijgen? Marc De Ceuster, academisch directeur Real Estate Management (Antwerp Management School, UA), relativeert dat sterk. “De prijs van vastgoed hangt niet zozeer af van de bouwkosten”, zegt hij. “Een vastgoedpromotor probeert voldoende nettomarge te halen, nadat hij de kostprijs van het bouwen heeft verrekend. Kan hij dat, dan zal hij bouwen. Kan hij dat niet, dan bouwt hij niet. Hogere bouwprijzen maken nieuwbouwwoningen niet duurder, ze maken dat er minder gebouwd wordt, en vooral minder groot.”
Eigenaardig genoeg stijgt de prijs van nieuwbouwwoningen zelfs trager dan die van bestaande woningen. Sinds 2005, het eerste jaar waarvoor het Belgische statistiekbureau Statbel opgesplitste cijfers heeft, steeg de prijs van de bestaande huizen met 68 procent, terwijl die van nieuwbouw slechts met 41 procent toenam. “De prijs van bouwgrond is in die periode sterk gestegen. Bestaand vastgoed is meestal groter, en dus weegt de grondprijs daarin zwaarder. Nieuwbouw is veelal appartementen, waarvoor de grondprijs minder zwaar weegt”, duidt Van Gompel.
Bouwgrond kostte in 1999 in Vlaanderen 49 euro per vierkante meter. Vandaag is de mediaanprijs 222 euro per vierkante meter. De prijsstijging van de woningen is volgens de Nationale Bank voor driekwart te wijten aan de duurdere bouwgronden.
John Romain van Immotheker noemt de sterke stijging van de prijs van bestaande woningen logisch. “Nieuwbouw is te duur. Voor de aankoop van een bestaande woning ontleenden gezinnen vorig jaar gemiddeld 158.320 euro, of 11.000 euro minder dan voor nieuwbouw. Met dat geld kunnen ze een rijhuis financieren, terwijl de nieuw gebouwde woningen vooral appartementen zijn. Het is geen toeval dat ruim drie van de vier vastgoedaankopen bestaande woningen zijn. Vlaanderen en Brussel stimuleren dat soort aankopen ook nog eens fiscaal” (zie kader Subsidies voor krotten).
“Het is fiscaal veel voordeliger een bestaande woning te kopen dan nieuwbouw aan te schaffen”, beaamt Olivier Carrette van de beroepsfederatie van vastgoedontwikkelaars BVS. “Uiteraard verrekent een koper dat in de prijs die hij bereid is te betalen. Die fiscale discriminatie zal nog groter worden als Vlaanderen zijn registratierechten verlaagt ter compensatie van de afschaffing van de woonbonus. Nieuwbouw wordt dan nog meer een luxegoed. Zeker alleenstaande nieuwe woningen worden onbetaalbaar voor iemand met een gemiddeld inkomen.”
Kleiner maar beter
De enige nieuwe woning die een gemiddeld gezin zich nog zal kunnen veroorloven, is een appartement, zegt Carrette. En zelfs dat zal minder ruim zijn dan vroeger. Twintig jaar geleden was slechts een op de drie aangeboden woningen een appartement. Vandaag is de verhouding omgekeerd. In 1990 was een nieuw appartement gemiddeld 123 vierkante meter groot, vorig jaar was dat nog maar 66 vierkante meter.
“Dat is geen drama”, sust Carrette. “We hebben te lang te luxueus geleefd in onze steden. In Parijs of Londen betaal je meer voor een appartement dat de helft kleiner is dan in Antwerpen of Brussel. Onze nieuwbouwappartementen zijn geen kiekenkoten. Minder oppervlakte betekent niet minder levenskwaliteit. Die woningen zijn veel beter ingericht, bieden een optimaal gevoel van ruimte, en hebben meer groen en gemeenschappelijke voorzieningen.”
“Jonge stadsmensen leven anders dan hun ouders”, beaamt Erik Buyst. “Kleine, kwaliteitsvolle appartementen beantwoorden aan hun vraag.”
Nog duurder
Iedereen verwacht dat de bouwnormen de volgende jaren nog strenger worden. “De bouwkosten zullen nog toenemen, en door een of andere vorm van betonstop ziet het ernaar uit dat ook de prijs van bouwgronden zal stijgen”, zegt van Gompel. “Nieuwbouwwoningen zullen dus nog duurder worden. En de kans is groot dat de beleggers actief blijven op de woningmarkt. Een betaalbare woning vinden wordt voor veel gezinnen een probleem.”
“Voorlopig is er geen acuut probleem, dankzij de extreem lage hypotheekrentes”, zegt Erik Buyst. “En dat zal nog wel een tijdje zo blijven. Maar zodra de rente begint te stijgen, is het sprookje voorbij.”
“We beleven unieke tijden”, beaamt De Ceuster. “In de Babylonische tijden kon men lenen tegen 20 procent rente. Onder de Romeinen was dat 8 procent en de jongste 500 jaar was 4 procent normaal. Vandaag kun je gratis lenen, en er zijn geen tekenen dat daar snel verandering in komt.”
Subsidies voor krotten
Nieuwbouw wordt op verschillende manieren fiscaal ontmoedigd. Voor nieuwbouw geldt een btw-tarief van 21 procent, terwijl bij renovatie slechts 6 procent moet betaald worden op het materiaal en de aannemer. Ook zijn de registratierechten op bouwgrond 10 procent, tegenover 7 procent voor een bestaande woning.
“De woonbonus (een fiscaal voordeel voor wie in Vlaanderen een woning koopt, nvdr) en het verlaagde btw-tarief van 6 procent voor renovatie duwen de prijs van de bestaande woningen artificieel omhoog”, zegt Gaëtan Hannecart van de ontwikkelaar Matexi. “De 21 procent btw op nieuwe, energiezuinige woningen beperkt de creatie van bijkomend aanbod. Als we ons woningpatrimonium energiezuiniger en betaalbaar willen maken, dan moet de btw op nieuwbouw drastisch lager.”
De vastgoedpromotoren moeten bovendien zwaar investeren om de bouwnormen te halen, terwijl die minder streng zijn voor bestaande woningen. “Nieuwbouw wordt altijd sterker belast met allerlei regels”, verzucht Olivier Carrette van de beroepsfederatie. “Denk aan de almaar strengere regels voor verwarming en isolatie in nieuwbouw, terwijl er zo goed als geen normen zijn voor bestaande woningen. Al die normen, plus de verzekering voor de tien jaar aansprakelijkheid van de aannemer, deden de voorbije vijftien jaar de bouwkosten met 20 procent stijgen. Wie een bestaand pand koopt, moet al die investeringen niet doen. De overheid duwt kandidaat-eigenaars naar de bestaande woningen. Dat staat haaks op het beleid voor de vergroening van het woningarsenaal.”
Hannecart wijst erop dat een woning in Vlaanderen gemiddeld 63 jaar oud is of “hopeloos verouderd”. “Onze woningen zijn bij de slechtst geïsoleerde van Europa. De studie Wonen in Vlaanderen 2018 kwalificeert zo’n 350.000 woningen als in slechte staat. De 6 procent btw voor renovatie rekt de levensduur van die woningen met enkele jaren tot ze uiteindelijk nog maar de waarde van de onderliggende grond hebben.”
Carrette wijst erop dat 1 procent van onze 3,2 miljoen woningen nieuwbouw zijn. Bijna 3 miljoenen woningen ontsnappen dus aan de strengere milieunormen. “Door de perverse fiscaliteit en het gebrek aan administratieve gelijkschakeling dweilt de overheid met de kraan open. Je kunt de renovatie van krotten niet blijven subsidiëren. Een mogelijkheid is de vastgoedprofessionals toe te laten woningen te slopen en te verkopen tegen 6 procent btw. Uiteraard vragen we dat niet voor woningen in een lintbebouwing. Maar als dat mogelijk wordt in alle dorpskernen en centrumsteden, ondersteunt dat de snellere vergroening van de Vlaamse woningen en een meer duurzame ruimtelijke ordening, iets wat de Vlaamse Bouwmeester bepleit.”
Vastgoed september 2019
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier