Slimme energiemeters maken energiefactuur duurder
Niet de consumenten, maar de distributienetbeheerders lijken te winnen bij de overschakeling naar slimme energiemeters.
De keuze van de Vlaamse regering om te starten met de uitrol van digitale meters is “de juiste beleidskeuze”. Dat concludeert de Vlaamse energieregulator VREG op basis van een maatschappelijke kosten-batenanalyse.
De Vlaamse regering besliste eerder dit jaar om vanaf 2019 te starten met de uitrol van uitrol van digitale energiemeters. Die overstap past in de evolutie naar een meer gedecentraliseerd energielandschap. Digitale meters kunnen zorgen voor energiebesparing en zouden ook bepaalde kosten kunnen verlagen. Zo zouden er geen huisbezoeken meer nodig zijn om de standen op te meten, kan energie- of domiciliefraude sneller worden opgespoord en zijn er geen aparte budgetmeters meer nodig.
De Vlaamse energieregulator werd gevraagd een kosten-batenanalyse uit te voeren. Die oefening is nu klaar. De VREG nam verschillende scenario’s onder de loep en komt tot de conclusie dat de regering de “juiste beleidskeuze” heeft gemaakt en dat de maatschappelijke baten een pak groter zijn dan de kosten. Zo zou de balans bij een uitrol over 20 jaar +336 miljoen euro zijn en zelfs 393 miljoen euro bij een uitrol over 10 jaar.
Hogere kosten
We kunnen nu de volgende stappen zetten om de meters vanaf 1 januari 2019 te beginnen te plaatsen”
Verwacht wordt wel dat de distributienetbeheerders de verhoogde kosten voor de overschakeling zullen doorrekenen in de tarieven voor de verbruikers. “Bij een uitrol op 20 jaar is het effect voor een gemiddeld gezin 16,36 euro/jaar voor elektriciteit en 11,59 euro/jaar voor aardgas”. Wanneer gekozen zou worden voor een snellere uitrol, zal de impact op de tarieven groter zijn, zeker de eerste 10 jaar.
Het is volgens de VREG weliswaar belangrijk dat ook de verbruikers effectief de voordelen van de slimme meters ondervinden. “Deze baten kunnen in de eerste plaats voortvloeien uit een verandering in verbruiksgedrag: energie besparen en verschuiven in de tijd zijn hierbij belangrijke factoren”, luidt het.
Alleen lijken de kleine verbruikers en de energiezuinige consumenten uit de boot te vallen. Voor hen lijkt het erg moeilijk om van de slimme meter een winstgevende investering te maken.
“Slimme meters zijn absoluut noodzakelijk voor onze energie-omslag. Daarom vraagt Europa ook om daar snel werk van te maken. Na deze positieve kostenbatenanalyse, kunnen we de volgende stappen zetten om de meters vanaf 1 januari 2019 te beginnen te plaatsen”, reageert Tommelein op de analyse.
Extra maatregelen
Al deelt niet iedereen dat enthousiasme. Sp.a pleit voor extra maatregelen voor de consument. “Zonder extra maatregelen om de maatschappelijke voordelen van de slimmemeter terug te geven aan de consument, moet Vlaams minister van Energie Bart Tommelein zijn plannen voor de uitrol van de digitale meter laten varen”, reageerde oppositielid Rob Beenders (sp.a) kort na de bekendmaking van de analyse.
Hij herinnert eraan dat hij de liberale minister eerder al waarschuwde voor de scenario’s uit eerdere analyses. “Die zeggen allemaal dat de slimmemeter voordelig is voor bedrijven, mensen met zonnepanelen en huishoudelijke grootverbruikers. Zuinige verbruikers en mensen met een gemiddeld verbruik hebben sowieso minder marge om extra energie te besparen en hebben zo weinig voordeel bij de mogelijkheden die slimme meters op dat vlak bieden”, aldus Beenders.
De Vlaamse regering wil in de eerste instantie inzetten op de consumenten die het meeste profijt halen uit de slimme energiemeters: eigenaars van zonnepanelen en gebruikers van budgetmeters.