Vrije Tribune

‘Ruimtelijke wanorde in Vlaanderen los je niet op met een zoveelste nieuwe visie’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Volgens Gaëtan Hannecart, CEO van buurtontwikkelaar Matexi, is Vlaanderen niet volgebouwd, maar is Vlaanderen vooral ondoordacht bebouwd.

Van het wegwerken van stadskankers tot het aanpakken van ondoordachte bebouwing in talloze Vlaamse dorpen, minister van Omgeving Joke Schauvliege ambieert grote plannen om Vlaanderen opnieuw ruimtelijk op orde te stellen. Vandaag opent haar administratie het debat, met de presentatie van een witboek vol ideeën. Maar hebben we wel een nieuwe visie nodig? Is het probleem niet eerder dat het amalgaam aan regels en procedures de realisatie van elke visie dwarsboomt?

Als Vlaanderen door iets gekenmerkt wordt, is het door de kilometerslange lintbebouwing en door huizen die zonder enig architecturaal verwantschap aan elkaar grenzen. Het zijn steeds weerkerende voorbeelden om te zeggen hoe het gesteld is met de ruimtelijke ordening in Vlaanderen. Niet goed dus. Niet dat Vlaanderen volgebouwd is. Vlaanderen is vooral ondoordacht bebouwd.

Het siert minister Schauvliege dat ze de ruimtelijke wanorde in onze regio wil aanpakken en daarvoor vandaag experts uit alle hoeken en geledingen samenbrengt. Zeker niet als ze daarbij nog wil inspelen op een aantal grote uitdagingen zoals vergrijzing, klimaatverandering, immigratie en energieverbruik. Dat maakt het allemaal nog relevanter dan ooit.

Eigenbelang

Maar laten we even kijken naar wat er leeft. Zijn er vandaag nog mensen die het oneens zijn met de visie dat we niet zomaar nieuwe gronden op het platteland kunnen aansnijden en dat er moet ingezet worden op de versterking van bestaande kernen? Zijn er nog mensen die twijfelen aan de reconversie van verouderd patrimonium, aan de verdichting in de buurt van openbare vervoersknooppunten of aan het wegwerken van stadskankers? Vandaag schaart een ruime meerderheid zich achter deze ideeën, ook al komen ze uit de basisprincipes van het Ruimtelijk Structuurplan uit 1997. En wanneer iemand het hier niet mee eens is, dan is het meestal vanuit een eng eigenbelang en het NIMBY-fenomeen. Zelfs een aantal projectontwikkelaars, van wie men al te vaak denkt dat ze alleen maar willen bouwen, zijn al jaren mee in die gedachtengang.

De praktijk

Laten we ook even naar de praktijk kijken. Zijn de beschikbare instrumenten voornamelijk structuurplannen en ruimtelijke uitvoeringsplannen toereikend? Vast en zeker, maar ze worden niet goed ingezet. Want niet de visie zit fout, noch de instrumenten. Het is vooral de manier waarop we ermee omgaan. Het lijkt een aangeboren ziekte in Vlaanderen: alles van meet af aan tot in de kleinste details willen regelen, met alle bijhorende compromissen. Soms zonder kennis van zaken, meestal zonder erbij stil te staan dat elke maatschappij evolueert in de tijd en dat de toekomst zeer moeilijk te voorspellen valt. Gevolg: elke vierkante meter in Vlaanderen is bezwaard met tal van regels. Projecten geraken niet meer goedgekeurd vooraleer er duizenden pagina’s tekst overheen zijn gegaan, aangevuld met grafieken, tekeningen, adviezen, studies, enz. U denkt hierbij allicht aan megaprojecten zoals de Oosterweelverbinding, maar het geldt ook voor heel wat doorsnee projecten van veel minder grote omvang.

Dat het soms wél kan, bewijst een project zoals ‘t Groen Kwartier in het centrum van Antwerpen. Op de voormalige militaire site woedde jarenlang een hardnekkige stadskanker. Precies op die plek zijn nu vierhonderd wooneenheden, drie ondergrondse parkeergarages, een top-restaurant en een buurtwinkel verrezen. Een hotel en een ICT-incubator zijn nog in de maak. Historische gebouwen en nieuwbouw, groene, brede lanen en een goede bereikbaarheid gaan dus hand in hand. ‘t Groen Kwartier is intussen zelfs genomineerd voor de Mipim-Awards, de Oscars van de vastgoedsector. Het kan dus, maar nog veel te weinig. En bovendien is het vaak een martelgang, waarbij de uitkomst nog te vaak een ondermaats compromis is.

Krachtige visie

Laten we daarom de bestaande visie over het ruimtegebruik in Vlaanderen herleiden tot zijn kern en deze actualiseren door ze aan te vullen met belangrijke begrippen zoals ‘buurt’ of ‘kernversterkend winkelen’. Maar vooral: een krachtige visie past op enkele bladzijden. Anders is het geen visie. Laten we ook de bestaande instrumenten ontdoen van alle ballast en ze inzetten waarvoor ze ooit bedoeld zijn. Ik verduidelijk me: structuurplannen dienen om krachtlijnen te definiëren en Ruimtelijke Uitvoeringsplannen om bestemmingen vast te leggen. Laten we dat dan ook doen, zonder er een amalgaam van regels en compromissen van te maken die al achterhaald zijn vooraleer ze goedgekeurd zijn.

Als we dat kunnen vermijden, zullen overheden en ontwikkelaars, met de hulp van experten en uitvoerders, samen orde in het Vlaamse straatbeeld kunnen scheppen. Dan wordt het mogelijk om stadskankers aan te pakken, om komaf te maken met uitgeleefde en onsamenhangende bebouwing. Dan wordt het mogelijk om bewoning en mobiliteit beter op elkaar af te stemmen. Er is zoveel aan het veranderen in onze maatschappij, dat we meer dan ooit nood hebben aan initiatief en snelheid. De richting is al lang duidelijk, nu nog zorgen dat het allemaal werkbaar wordt: “In der Beschränkung zeigt sich erst der Meister“.

Gaëtan Hannecart, CEO Matexi

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content