‘Logistieke sector moet als Uber durven te denken’

In de logistieke sector draait het al lang niet meer alleen om vrachtwagens die pakjes van hot naar her brengen. Willen we als land een echte gamechanger zijn, dan moeten we op tijd en stond als een Uber durven te denken, stelt Jo De Wolf, CEO van Montea, een van de grote logistieke vastgoedbedrijven in België.

De logistieke sector in ons land staat vandaag in het middelpunt van een veranderende omgeving. Er passeert geen dag of er staan minstens vijf artikels over disruptie of innovatie in de kranten die betrekking hebben op de logistieke sector. De uitdagingen zijn dan ook immens.

En dan hebben we het nog niet over de dodelijke concurrentie uit Nederland. Om al die gigantische uitdagingen aan te pakken, wordt meer dan eens richting politiek gekeken. Wie naar het Zomerakkoord kijkt, weet trouwens dat er vanuit die hoek – denk aan de regeling rond nachtarbeid – weliswaar traag maar gestaag vooruitgang wordt geboekt. Alleen: willen we als sector echt in de kop van het peloton rijden, dan moeten we ook zélf het heft in handen durven nemen. Dat bewustzijn is er, en terecht.

Uit de logistieke barometer die we onlangs bij Montea lanceerde, bleek zopas nog dat twee derde van de logistieke reuzen in ons land de komende jaren zwaar zal investeren in IT en automatisatie.

Of zoals FedEx, wereldwijde dienstverlener in transport en logistiek, het onlangs zei: “Fedex is een software netwerk dat toevallig ook over vrachtwagens, vliegtuigen en distributiecentra beschikt”.

Infrastructuur is dus belangrijk, maar connectiviteit is vandaag nog belangrijker. Daar moeten we op inspelen. Maar, met technologie alleen komen we er niet. Ook dat bewijzen echte wereldspelers elke dag opnieuw.

Willen we een echte ‘gamechanger’ zijn, iemand die de wereld kan en wil veranderen, dan moeten we onze pijlen naast technologie, richten op op het fundamenteel oplossen van de problemen van onze klanten. Über en Google Glass zijn twee voorbeelden van hoe het moet.

Google en Uber

Google Glass begint stilaan opgang te maken, maar lange tijd konden we het niet anders dan een geflopte innovatie noemen. Het was inderdaad een leuk product, goed gevonden, maar niemand die er eigenlijk ooit echt naar gevraagd had. Een fantastische technologische innovatie, al was het even zoeken naar de échte praktische toepassingen ervan.

Uber daarentegen had het allemaal, vanaf de eerste minuut. Het zorgt ervoor dat mensen hun taxi met één knop kunnen reserveren, dat niemand hun taxi nog kan ‘afpakken’, en dat gebruikers hun chauffeurs zelfs een rating kunnen geven.

Het gevolg is duidelijk: Uber is uitgegroeid tot een megaspeler. Platformen als die hebben de wereld overgenomen. Ze zijn groot, ze zijn snel, en ze zijn overal. Laten we ons als sector daarom ook voortdurend in vraag blijven stellen. Marktaandeel en infrastructuur worden steeds minder belangrijk, platformen en connectiviteit zijn de toekomst.

Alleen, wat blijkt? Uit onze barometer kwam ook de onthutsende vaststelling dat meer dan 60 procent van de logistieke spelers in ons land weinig of niet bezig is met die toekomst. Als we als logistieke sector in België ook in de komende jaren een hoofdrol willen blijven spelen tijdens de drukke feestdagen, zullen we ons een stuk minder moeten bezighouden met de zorgen van gisteren, maar meer met de opportuniteiten van overmorgen.

In een bedrijf anno 2017 zijn corporate values en bedrijfscultuur belangrijker dan kortetermijnresultaten. Van leidinggevenden wordt verwachten dat ze dienende leiders zijn, dat ze luisteren, kracht zetten, motiveren en ontwikkelen.

Dat is wat we als bedrijf zelf kunnen doen en wat van ons gamechangers maakt. Zonder dat we daarbij in hartje winter alleen maar moeten hopen dat een politiek Zomerakkoord snel zoden aan de dijk zal brengen.