Bouwvergunningen slepen te lang aan en dat kost handenvol geld, blijkt uit onderzoek van de KU Leuven.
Lees verder onder de video
Het verkrijgen van een vergunning voor een bouwproject duurt in het beste geval gemiddeld 28,5 maanden of bijna 2,5 jaar. In het slechtste geval, als er beroep wordt aangetekend tot bij de Raad van State, bedraagt de doorlooptijd gemiddeld 65,5 maanden of meer dan 5 jaar. Dat blijkt uit een studie van de KULeuven en IDEA Consult. Als die doorlooptijd al met één maand zou kunnen worden ingekort, kan miljoenen euro’s aan economisch waardeverlies worden vermeden.
De bouwsector klaagt al lang over moeilijkheden om een project vergund te krijgen. De studie bevestigt die these: de doorlooptijd duurt zelfs in het beste geval meerdere jaren en de kans op slagen is niet gegarandeerd.
Als een bouwbedrijf na een voortraject van gemiddeld twee jaar beslist om een vergunningsaanvraag in te dienen, bedraagt de kans op goedkeuring nog altijd maar 53 procent. In 12 procent van de gevallen wordt de vergunning geweigerd. Als er tegen een goedkeuring dan beroep wordt aangetekend bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, is er nog in bijna de helft (48 procent) van de gevallen kans dat de vergunning wordt geweigerd.
Het onderzoek ontdekte ook een aantal factoren die een invloed hebben op de doorlooptijd en de kans op succes. Zo geldt dat hoe groter de omvang van het project, hoe kleiner de slaagkans. Opmerkelijk is dat ook buurtkenmerken een invloed hebben. Hoe meer werkenden en hoe meer niet-Europeanen, hoe hoger de slaagkans. Daarentegen verkleint de slaagkans van een project als dat komt in een dichtbevolkte buurt, een buurt met meer hogeropgeleiden en meer eigenaars.
Er zijn ook ‘fundamentele’ verschillen tussen gemeenten. Zo ligt de slaagkans lager in de centrumsteden. “Net daar is de nood aan woningen groot en klaagt men over de betaalbaarheid. We zien dat het beleid vraagt om verdichting, maar dat staat haaks op de praktijk.”
