Bij heel wat openbare verkopen van onroerende goederen heb je een recht van hoger bod. Wat houdt dat precies in en hoe ga je daarbij te werk?
Een openbare verkoop gebeurt vaak in één zitdag. Daar wijst de notaris het onroerend goed toe aan de laatste bieder. Dit gebeurt onder de opschortende voorwaarde van de afwezigheid van een hoger bod.
Wanneer en hoeveel bieden?
Wil je zo een hoger bod doen, dan moet dat gebeuren binnen de 15 dagen na de toewijzing. Die 15 dagen bevatten alle dagen, ook zon- en feestdagen. Valt de vijftiende dag op een zaterdag, zondag of feestdag dan wordt de termijn verlengd tot de volgende werkdag. Het is bovendien aangewezen niet te wachten tot de laatste dag om een bod te doen. Zo vermijd je het risico op laattijdigheid.
Je bod mag niet lager zijn dan tien procent van de hoofdprijs van de toewijzing zonder dat het bedrag hoger moet zijn dan 6.200 euro. Het mag ook niet lager zijn dan 250 euro.
Hoe doe je dit?
Om het hoger bod te doen moet je werken met een gerechtsdeurwaarder. Die betekent je bod aan de notaris en meldt het aan diegene die op de eerste zitdag het hoogste bod deed. Je kan daarbij een bankcheque met het bedrag van je hoger bod overhandigen aan de gerechtsdeurwaarder. Reken voor de betekeningskosten op een bedrag van zowat 350 euro.
Je koopt niet
Op de tweede zitdag wordt opnieuw geboden. Men vertrekt daar aan het laatste bod van de vorige zitdag, vermeerderd met je hoger bod. Koop je op de tweede zitdag uiteindelijk niet, dan krijg je het bedrag van je hoger bod terug. De notaris betaalt je in de regel ook de gerechtsdeurwaarderskosten die je moest betalen terug.
