Sommige steden leggen kotstudenten die zich niet domiciliëren, een tweedeverblijfstaks op. De praktijk komt vooral in Wallonië voor.
De Franstalige openbare omroep RTBF maakte vorige maand een documentaire over stadsbesturen die kotstudenten een tweedeverblijfsbelasting opleggen als ze zich niet domiciliëren in de stad. De praktijk blijkt vooral in Waalse universiteitssteden voor te komen. Die steden proberen zo hun financiën aan te vullen. Luik, Namen, Bergen en Ottignies-Louvain-la-Neuve doen het allemaal. In Vlaanderen doet Leuven het ook. Brussel stelt studenten vrij, net als Gent, Antwerpen en Hasselt.
Het argument van de lokale autoriteiten luidt dat kotstudenten, zonder dat ze in de stad gedomicilieerd zijn, profiteren van diensten die de stad financiert, zoals wegen, openbare ruimtes, netheid en veiligheid. “We proberen manieren te vinden om ervoor te zorgen dat de Luikenaars niet de enigen zijn die bijdragen aan de inkomsten van de stad, op een manier die eerlijk en betaalbaar is voor iedereen”, zegt de Luikse schepen van Financiën Carine Clotuche. “We hebben een bevolking van slechts 31.000 inwoners, terwijl we 50.000 inwoners hebben als je de studenten meerekent”, stelt haar collega in Ottignies-Louvain-la-Neuve, Cédric du Monceau.
Adam Assaoui, de voorzitter van de Federatie van Franstalige Studenten, verwerpt dat argument: “Het houdt geen steek, want de eigenaars van de kamers betalen al onroerende voorheffing en berekenen de gemeentelijke lasten vaak door in de huur.”
‘We proberen manieren te vinden om ervoor te zorgen dat de Luikenaars niet de enigen zijn die bijdragen aan de inkomsten van de stad’
Studenten krijgen wel een korting. Terwijl het normale tarief op een tweede verblijf in Luik 700 euro per jaar is, betalen kotstudenten 450 euro voor woningen tussen 70 en 100 vierkante meter en 300 euro voor kleinere woningen. Voor accommodatie die kleiner is dan 28 vierkante meter, wordt het tarief jaarlijks geïndexeerd. In 2025 bedraagt het 260,90 euro. Ottignies-Louvain-la-Neuve legt een verblijfsbelasting van 200 euro op aan alle niet-gedomicilieerde studenten. Opmerkelijk is dat studenten die een kot huren van de UCL, niet onderworpen zijn aan die belasting.
Leuven en Brussel
In Leuven bedraagt het tarief voor tweede verblijven 1.637 euro per jaar, verminderd tot 118 euro voor studenten die een kot van minder dan 60 vierkante meter bewonen (52,5 euro voor beurshouders). Hasselt heft geen belasting op tweede woningen, terwijl Gent en Antwerpen studenten volledig vrijstellen.
Hetzelfde geldt voor het Brussels Gewest, waar verschillende gemeenten, waaronder Elsene, Etterbeek en Vorst, een uitzondering maken voor studenten. Ook in de stad Brussel zijn kotstudenten vrijgesteld van de 1.723 euro belasting op ‘een niet-hoofdverblijf’. “Door studenten vrij te stellen erkennen we hun bijdrage aan de dynamiek van de stad en vermijden we dat ze financieel gestraft worden in een tijd van huisvestingscrisis”, zegt schepen van Financiën Anas Ben Abdelmoumen. “Het is een verlies aan inkomsten voor de stad, maar dat wordt gecompenseerd door de rol die studenten spelen in het lokale economische weefsel. Ze voegen echt waarde toe aan onze stad.