Hoe de deeleconomie zich stilaan heruitvindt
De deeleconomie dringt door tot alle mogelijke sectoren. Dat vertaalt zich net zo goed in kleinschalige initiatieven als in grote – en doorgaans betalende – platformen met een gigantisch aanbod. De deeleconomie lijkt ook almeer te vervellen tot een huureconomie.
Van bakfietsen en auto’s over was- en koffiemachines tot boormachines en tuinwalsen: bijna alles kan vandaag worden gedeeld. In alle mogelijke sectoren duiken platformen en initiatieven op die ons aanzetten tot delen en consuminderen. Wie alleen occasioneel een auto gebruikt, kan aankloppen bij autodeelplatformen zoals Cambio of Cozycar. Hebt u voor een eenmalige klus dringend een boor- of een freesmachine nodig, dan vindt u wellicht uw gading bij Peerby. Al kunt u daarvoor misschien ook gewoon terecht op Facebook of bij een lokaal buurtnetwerk. In Nederland – waar de circulaire economie al meer is ingeburgerd – experimenteert Bundles al zeven jaar met abonnementen op relatief dure apparaten zoals wasmachines, droogkasten en koffiemachines. ‘De beste spullen als een service’, zo omschrijft het platform het zelf. Het is eerder een verhuur- dan een deelservice, ontstaan vanuit het idee dat je producenten beter kunt stimuleren om duurzame apparaten te maken die langer meegaan en vlot kunnen worden hersteld, als daar voor hen een langetermijnverdienmodel tegenover staat.
De meeste mensen zien het niet als een zakelijke transactie. Ze voelen zich een deel van een gemeenschap” Daan Weddepohl, Peerby
Het van oorsprong ook Nederlandse Peerby – dat daarnaast in ons land voet aan de grond kreeg – promoot de deeleconomie onder de slogan ‘Beter een goede buur dan een verre vriend’. Het experimenteert met verschillende modellen voor particulieren en bedrijven. Zo kan een particulier zich gratis aanmelden op het platform om een gebruiksvoorwerp te zoeken of te delen. Gaat hij over tot een transactie, dan betaalt hij een vast abonnementsgeld van 2,99 per maand, of net geen 18 euro per jaar. Of hij het gebruiksvoorwerp gratis of tegen betaling ter beschikking stelt, bepaalt hij zelf.
Daarnaast experimenteert het platform in ons land sinds kort ook met Peerby Pro. Daarbij krijgen producenten van verbruiksgoederen de mogelijkheid hun producten via het Peerby-platform te huur aan te bieden. Het bedrijf blijft daarbij de eigenaar van het product, de gebruikers betalen voor de tijd dat ze er gebruik van maken. Die producten moeten wel aan enkele basisvereisten voldoen: ze komen in aanmerking voor tijdelijk gebruik, ze zijn vlot te transporteren en de winkelwaarde bedraagt minimaal 100 euro.
Gratis delen
Peerby-oprichter Daan Weddepohl is al een veteraan van de Nederlandse deeleconomie. Hij richtte zijn platform op in 2012 en haalde vier jaar later 2 miljoen euro vers geld binnen, maar zag het bedrijf vervolgens in zwaar weer belanden. Sinds kort lijkt het platform opnieuw de wind in de zeilen te hebben, maar Weddepohl is niet te beroerd om toe te geven dat Peerby nog altijd op zoek is naar het winnende model – net zoals heel wat concurrenten die de voorbije jaren als paddenstoelen uit de grond schoten. “Wij halen onze inkomsten uit het abonnementsgeld dat mensen betalen als ze iets delen. Met dat geld financieren we ook de garantie die je als gebruiker geniet, zodat je tot een limiet van 1000 euro niets hoeft te betalen als een toestel toevallig stuk zou gaan terwijl jij het gebruikt. We hebben de voorbije jaren heel veel geleerd, maar ik heb niet het gevoel dat er al een definitief model bestaat voor de deeleconomie.” Zowat 60 procent van de delers betaalt voor een transactie. “De prijs bepalen ze zelf, maar we zien de jongste jaren wel een verschuiving in de richting van gratis delen”, geeft Weddepohl aan.
Waarom zou ik mijn grasmachine of mijn tuinwals gratis ter beschikking stellen van de hele buurt, als ik daar telkens ook 5 of 10 euro voor zou kunnen opstrijken? “Dat is net de kern van de deeleconomie”, zegt Weddepohl. “De meeste mensen zien het niet als een zakelijke transactie. Ze voelen zich een deel van een gemeenschap en stellen spullen ter beschikking vanuit sociale overwegingen en een gevoel van wederkerigheid. Vandaag gebruik jij iets van je overbuur, morgen help je een andere buurtbewoner met een freesmachine die al jaren in je garage stof staat te vergaren. Het gaat niet enkel om het gemak, maar ook om een efficiënter gebruik van grondstoffen en materialen. Wij zien de deeleconomie als een stevige stap naar de circulaire economie. De gewoonte om producten te kopen die we vaak maar enkele keren per jaar gebruiken, is absurd. Zeker in de wetenschap dat er bij jou in de buurt een meer dan ruime capaciteit bestaat voor de meeste van die producten.”
In Nederland en België gaat het aantal inschrijvingen bij Peerby stilaan richting het half miljoen. Toch bleef het aantal mensen dat effectief iets deelde via dat platform in de tweede helft van vorig jaar nog relatief beperkt, tot zowat 50.000. In de top tien van de meest gedeelde voorwerpen zitten bakfietsen, beamers en allerlei gereedschappen. Veel van die spullen kun je ook via de klassieke verhuurbedrijven op de kop tikken. Weddepohl: “Dat klopt, maar waarom zou je die moeite doen als een buurtbewoner ook zo’n toestel in zijn garage heeft staan en dat gratis of tegen een veel lagere prijs ter beschikking stelt?”
Grote geld
Her en der klinkt ook stevige kritiek op de deeleconomie, en dan vooral op de grote platformen. Die zouden hun groene idealen hebben laten varen voor het grote geld, klinkt het dan. Het vaakst geciteerde voorbeeld is Airbnb. Ooit ontstaan als een platform om een overtollige slaapplek op de sofa of op een zolderkamertje aan te melden, is het uitgegroeid tot een professioneel verhuurbedrijf waar het grote geld de sympathieke deelprincipes heeft verdrongen. Voorvechters van de deeleconomie zitten niet echt te wachten op die vergelijking. Zij beschouwen Airbnb al lang niet meer als het icoon dat het ooit was. Bovendien is het hoogst twijfelachtig of een particulier ooit een rendabel verdienmodel kan opzetten met het delen van pakweg boormachines of tuinwalsen.
Waarom zouden we bedrijven niet aanmoedigen om naast een koopknop op hun site overal ook een huurknop te plaatsen?” Lieven D’hont, Peerby België
Wie op zoek is naar een toestel voor eenmalig gebruik, kan vaak ook terecht op Facebook of op websites zoals Hoplr. Die laatste brengt inwoners van een bepaalde buurt samen en maakt tegelijk een heel lokale deeleconomie mogelijk. Alleen gebeurt dat zonder enige bemiddeling of garantie, waardoor het risico volledig bij de individuele gebruikers ligt. Bovendien beperkt de kleine schaalgrootte van die buurtnetwerken ook het aanbod en het succes ervan.
Twee andere Nederlandse bedrijven, Bundles en Swap, spelen ook in op de groeiende aandacht voor duurzame gebruiksmodellen, maar zij vertrekken daarvoor veeleer vanuit een leasingmodel. Zo biedt Bundles een Miele-wasmachine aan vanaf 15 euro per maand en 0,4 euro per wasbeurt. Bij Swapfiets kun je terecht voor huurfietsen – inclusief het onderhoud – vanaf zowat 17 euro per maand. Ook in hun modellen verschuift de focus dus van het bezit naar het gebruik, als eerste stap in de richting van volwaardige circulaire systemen.
Peerby Pro, dat in ons land proefdraait, lijkt een aanzet om dat concept ook uit te breiden naar een veel breder gamma aan minder dure producten. Lieven D’hont, de coördinator van Peerby België: “Het idee is om die gebruiksvoorwerpen en toestellen – denk bijvoorbeeld aan een hogedrukreiniger of een hakselaar – te laten circuleren in een bepaalde wijk. Daarbij staan de gebruikers in voor de tussentijdse opslag en het transport, maar de producent blijft de eigenaar en tekent ook voor herstellingen. Toegegeven: er zijn nog wel wat logistieke uitdagingen, maar we zien wel dat ook bij de producenten de belangstelling voor die nieuwe peer-to-peermodellen groeit. De Belgische markt is nog behoorlijk versnipperd, maar de jongste jaren zien we toch een sterke groei en een verdere professionalisering.” D’hont verwacht dat er voor de peer-to-peerdeelmarkt nog een stevige consolidatie aan zit te komen.
In Engeland haalde de start-up Fat Lama enkele jaren terug 10 miljoen dollar op in een eerste grote kapitaalronde. In Frankrijk zijn intussen al ruim 440.000 mensen ingeschreven bij Smiile, een deelcollectief dat lokaal georganiseerd is en ook al naar andere landen lonkt.
Moeten we dan in de toekomst niet eerder over de huureconomie dan over de deeleconomie spreken? Ik heb daar weinig problemen mee”, reageert Lieven D’hont. “Waarom zouden we bedrijven niet aanmoedigen om naast een koopknop op hun website ook een huurknop te plaatsen, zodat we via allerlei deeldiensten producten van gebruiker naar gebruiker kunnen laten gaan?” Voor D’hont hoeft zo’n deeleconomie niet volledig gratis te zijn. “Gratis was ongetwijfeld een goede trigger om het concept geïntroduceerd te krijgen”, zegt hij. “Maar voor het sporadische gebruik van kwaliteitsvolle goederen zijn mensen ook bereid te betalen.”
0,4 euro
per wasbeurt rekent het deelplatform Bundles aan voor het gebruik van een wasmachine van Miele.
2,99 euro
per maand kost een abonnement bij het deelplatform Peerby.
Niet langer onbelast bijklussen via een deelplatform
Sinds enkele jaren konden Belgen tot 6340 euro per jaar bijverdienen, zonder daarop belastingen of sociale bijdragen te moeten betalen. Onder meer mensen die een centje bijverdienden via een aantal erkende platformen in de deeleconomie maakten daar gretig gebruik van. Het Grondwettelijk Hof vernietigde die regeling onlangs – al blijft ze nog wel gelden tot eind dit jaar – omdat het oordeelde dat echte zelfstandigen daardoor gediscrimineerd worden.
Voor de verhuur van producten uit privé-eigendom bestaat geen duidelijke wetgeving. De regelgeving rond de deeleconomie viseert enkel werk of bijklussen, en slaat niet op de inkomsten uit de verhuur van gebruiksvoorwerpen. Dat soort transacties blijft tot nader order onbelast.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier