Europeanen sparen te veel, beleggen te weinig en moeten dringend hun financiële geletterdheid opkrikken. Dat blijkt uit een recente pan-Europese studie over de financiële gezondheid van Europeanen. “De meeste Europeanen beleggen in slechte producten met ondermaatse rendementen.”
Met de relatie tussen de gemiddelde Europeaan en haar of zijn geldzaken is het maar zozo gesteld. Dat blijkt uit een onderzoek van de Europese vereniging van spaarders en beleggers Better Finance en de Europese vereniging voor onafhankelijke financiële planners EFPA. Tegelijk kwam de Europese Commissie met haar strategie om de financiële geletterdheid van de Europeanen op te krikken en met een blauwdruk voor een Europese spaar- en beleggingsrekening.
De studie van Better Finance en EFPA peilde bij 14.000 Europeanen naar hun financiële gezondheid, geletterdheid, zekerheid en welzijn. De onderzoekers ondervroegen mensen in Frankrijk, Tsjechië, Duitsland, Hongarije, Italië, Slowakije, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. De bevindingen zijn even divers als de bevolking die onder de loep lag, met zeer uiteenlopende resultaten over de landsgrenzen, de leeftijden en de geslachten heen.
Maar niet alle bevindingen van de studie verdrinken in nuance. Zo goed als alle deelnemers (86%) vinden financiële gezondheid belangrijk. Voor een kwart van hen is het zelfs het belangrijkste in hun leven.
Het antwoord op de vraag of ze zich ook financieel gelukkig voelen is uiteenlopender. Slechts 15 procent voelt zich voldoende financieel vrij om ongehinderd van het leven te genieten en een op de vijf zegt persoonlijke dromen te kunnen vervullen. Meer dan vier op de vijf (83%) zeggen maar aan de helft van hun financiële behoeftes tegemoet te kunnen komen.
Inkomsten en uitgaven
Opvallend is hoe weinig Europeanen met enige nauwkeurigheid zicht hebben op hun maandelijkse inkomsten en uitgaven. Slechts 11 procent weet, met een foutenmarge van 100 euro, wat er maandelijks binnenkomt. Een kwart van de bevraagden wist dat in te schatten met een gemiddelde foutenmarge van 760 euro.
Hetzelfde geldt voor de uitgaven. Het kwart meest nauwkeurige antwoorden vertoonde een foutenmarge van 600 euro. Minder dan de helft (44%) zegt een duidelijk zicht te hebben op de maandelijkse uitgaven.
Die beperkte zichtbaarheid geeft ook een beperkte financiële controle. Een op de vier (28%) zegt nooit zonder geld te vallen aan het einde van de maand, terwijl een op de tien regelmatig in het rood gaat.
Financiële kennis
Het financiële zelfvertrouwen is dan weer sterk afhankelijk van waar het over gaat. Zo’n 40 tot 55 procent heeft voldoende vertrouwen in zijn of haar spaar-, budgetterings- en consumptiekennis. Als het over beleggen, pensioenplanning en belastingen gaat, daalt dat vertrouwen aanzienlijk. Mannen schatten hun kennis en vaardigheden hoger in dan vrouwen.
‘Met financiële educatie alleen komen we er niet’
Twee derde van de Europeanen heeft zichzelf financiële langetermijndoelstellingen gesteld, maar slechts 15 procent maakt daar structureel en consistent werk van.
De algemene financiële geletterdheid is te laag om gezonde financiële gewoontes te kweken, stelt het onderzoeksrapport. Daarnaast moet de financiële sector meer producten en diensten aanbieden die de geletterdheid vergroten en die gewoontes aanwakkeren. “De verzekeringssector herhaalt altijd dat voor zijn klanten rendement niet het belangrijkste is. Daarmee vergoelijken verzekeraars het lage rendement op hun producten. Voor mij is dat net een teken van hoe slecht het gesteld is met de financiële geletterdheid van mensen”, zegt Aleksandra Maczyńska, algemeen directeur van Better Finance. “Maar met financiële educatie alleen komen we er niet”, zegt ze nog.
Transparantie en automatisering kunnen daar deels voor zorgen via bijvoorbeeld onlinevergelijkingstools voor spaar- en beleggingsproducten of aanvullende pensioenplannen waar werknemers automatisch op worden ingetekend.
Europese rekening
De Europese spaar- en beleggingsrekening (Savings and Investment Account of SIA) kan een instrument zijn om betere financiële gewoontes te kweken. De Europese Commissie bracht daar vorige week een blauwdruk voor uit en beveelt de lidstaten aan die in te voeren. De bedoeling is meer Europeanen aan het beleggen te krijgen.
Zo’n rekening moet eenvoudig en voor iedereen toegankelijk zijn, en het liefst belastingvoordelen bieden. Omdat de Commissie daar geen bevoegdheden voor heeft, kan ze de lidstaten enkel aanbevelingen doen. “Laat ons hopen dat de lidstaten de moed hebben om dat te doen en van elkaar te leren”, zegt Aleksandra Maczyńska. Het grote voorbeeld voor dat type rekening is de Zweedse ISK-rekening. “Die is zeer eenvoudig en er zijn belastingvoordelen aan gekoppeld.”
Schulden en sparen
De schuldenstrop is voor de meeste Europeanen niet al te verstikkend, volgens het rapport. Een op de drie heeft schulden. Bij twee derden van hen bedraagt de afbetalingslast niet meer dan 30 procent van het inkomen.
Het spaarplaatje is gemengd. Vier vijfden spaart sporadisch, slechts 36 procent regelmatig. Dat sijpelt door in de financiële weerbaarheid. Bij 62 procent is de spaarpot voldoende groot om een onverwachte klap van drie maanden aan uitgaven op te vangen. Anderzijds slaagt 15 procent er niet in te sparen en bij 7 procent is de buffer minder dan een maand.
De spaardoelstellingen lopen sterk uiteen. Vakantie (44%), noodgevallen (41%) en pensioen (35%) zijn de voornaamste redenen waarom de Europeaan spaart. Mannen sparen meer voor toekomstige financiële doelen en een nieuwe wagen terwijl vrouwen vakantie en een woning belangrijker vinden.
Pensioenen en beleggen
“Heel Europa kampt met een tikkende pensioentijdbom”, zegt Aleksandra Maczyńska. “Een mogelijke oplossing zijn aanvullende pensioenplannen en pensioenspaarproducten waar werknemers en mensen automatisch op ingetekend worden, het zogenaamde auto-enrolment.”
De pensioenzichtbaarheid kan beter, blijkt uit het onderzoek. minder dan de helft (44%) weet hoeveel zij of hij daarvoor al opzij heeft staan. In de spaar- en beleggingsproducten om naar het pensioen toe te werken zijn spaarboekjes het populairst (51%) gevolgd door fondsen, aandelen en ETF’s (22%), crypto (10%) en vastgoed (6%).
Europeanen moeten dringend een deel van hun cashoverschotten overzetten naar beleggingsproducten die een rendement opleveren, stelt het rapport. Die lauwe beleggingsappetijt komt onder meer omdat Europeanen overschatten hoeveel geld nodig is om te beginnen beleggen, en door een gebrek aan kwaliteitsvolle beleggingsproducten. “De meeste Europeanen beleggen in slechte producten met ondermaatse rendementen”, zegt Aleksandra Maczyńska.