In deze rubriek gaan we normaal op zoek naar gemakkelijke besparingen. Maar we moeten het ook over het zakgeld voor de kinderen hebben. Op korte termijn leidt dat mogelijk tot extra uitgaven, maar op lange termijn zal het vruchten afwerpen.
De financiële opvoeding van onze kinderen loopt niet zo goed. Ze krijgen nog geen zakgeld op regelmatige basis. Met verjaardagen en feestdagen spijzen de grootouders, de peters en de meters hun spaarpot wel. Af en toe moeten de kinderen van dat geld zelf iets betalen. Denk aan merkkleding of een peperdure videogame.
Mijn man stopt de kinderen weleens 10 euro toe, om bijvoorbeeld naar de kermis te gaan. Ze moeten dan kiezen tussen smoutebollen of het schietkraam. Daarmee leren we onze kinderen nog niet hoe ze later van een maandelijks inkomen moeten leven en hoe ze zich af en toe dingen zullen moeten ontzeggen, omdat het geld op is.
Minder problemen later
Het beste middel om kinderen met geld te leren omgaan, is zakgeld, lezen we op de website van de Gezinsbond. Uit een rondvraag blijkt dat drie kwart van de lagereschoolkinderen geen zakgeld krijgt en drie kwart van de middelbarescholieren wél. We hebben een kind in de lagere school en één in het eerste middelbaar. We hebben een tijd geleden voor allebei een zichtrekening geopend, met een bankkaart erbij, met de intentie elke week zakgeld te storten. Het is er nog niet van gekomen, maar er staat wel een klein bedrag op voor noodgevallen.
Zeker voor kinderen jonger dan twaalf jaar raadt de Gezinsbond aan zakgeld cash te geven en met een bankkaart te wachten tot de kinderen vijftien zijn. Ook op dat gebied zijn we dus slecht bezig. Ik snap dat contant geld veel tastbaarder is dan een bankkaart en dat het belangrijk is voor kinderen dat ze geld kunnen visualiseren.
“Er zijn goede redenen om niet te lang te wachten met het geven van zakgeld”, zegt de Gezinsbond er ook nog bij. Ze leren zo de waarde van geld kennen, rekenen, sparen en budgetteren. “Kinderen leren dat ze niet alles kunnen hebben en dat ze keuzes moeten maken. Kinderen die geduld moeten oefenen als hun zakgeld te snel op is, ervaren later minder financiële problemen.”
Kleedgeld
Op de website van het Nederlands Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) kun je zien hoeveel zakgeld ouders in Nederland geven. Voor een elfjarige is dat tussen 2,3 en 3,5 euro per week, volgens het Kinderonderzoek 2023. Voor een tiener van dertien jaar is dat 20 tot 25 euro per maand, leert het Scholierenonderzoek 2025.
Het Nibud adviseert met kleedgeld te starten op twaalf of dertien jaar. Het is belangrijk goede afspraken te maken over wat het kind zelf moet betalen en te bespreken welke duurdere aankopen, zoals een winterjas, het in het achterhoofd moet houden. Het Nibud schat dat kleding voor jongens 71 euro per maand kost en voor meisjes 77 euro. De gemiddelde scholier krijgt ongeveer 50 euro kleedgeld per maand.
Het gepaste bedrag voor zak- en kleedgeld hangt af van diverse factoren, waaronder het inkomen van de ouders. Wie het niet breed heeft, moet niet veel zakgeld geven. En hoeveel hebben de kinderen nodig om te sparen of te spenderen? Wij gebruiken bijvoorbeeld tweedehandskledij van familie en vrienden. We kopen af en toe wat broeken, of iets kleins, zoals een pet.
Zakgeld voor het jongste en oudste kind: 2,5 euro/week en 15 euro/maand
Kleedgeld voor het oudste kind: 20 euro per maand
Tussenstand
De tussenstand verandert niet. We hebben 94,08 euro per maand bespaard. Nog 30,92 euro te gaan voor de beoogde 125 euro.