Europese beleggers blijven slachtoffer van eenzijdig advies
De Europese Commissie doet een nieuwe poging om de beleggers beter te beschermen. Ze wil de kosten van beleggingsproducten drukken en onafhankelijk advies toegankelijker maken. Daarbij botst ze op stevig weerwerk van de financiële sector.
Toen ze al enkele jaren aan de slag was, had Eva* wat spaargeld opzij staan, waarmee ze wilde beleggen. Bij haar bank kreeg ze een gemengd beleggingsfonds voorgeschoteld, met aandelen en obligaties, dat paste bij haar profiel. De bank legde wel minder de nadruk op het kostenplaatje. Behalve de eenmalige instapkosten van 2,5 procent betaalt Eva net geen 2 procent jaarlijkse kosten. Dat is ver boven het gemiddelde van 1,6 procent, dat een recent rapport van de beurswaakhond FSMA vermeldt, en bijna het tienvoud van de kosten die gemengde ETF’s aanrekenen. Dat zijn fondsen die enkel een index volgen, niet actief beheerd worden en daardoor goedkoper zijn.
Eva’s fonds is zo duur, omdat haar bank haar in een dakfonds geloodst heeft. Dat is een bankenfonds dat belegt in tientallen andere fondsen van dezelfde bank. Die passeert daarmee twee keer langs te kassa: een eerste keer voor de kosten van het dakfonds en nog eens voor de kosten van alle onderliggende fondsen.
Een vergelijking tussen haar fonds en een vergelijkbare ETF vertelt de rest van het verhaal. In de afgelopen tien jaar zette haar fonds een jaarrendement van 1,2 procent neer, bij de ETF was dat 4,3 procent. Had Eva tien jaar geleden 10.000 euro in haar fonds belegd, dan had ze nu 11.500 euro, bij de ETF zou dat 12.300 zijn.
Het is een typisch voorbeeld van hoe spaarders en beleggers in ons land, en bij uitbreiding Europa, ongepast en eenzijdig beleggingsadvies krijgen.
Nieuw pakket
Daarom heeft de Europese Commissie een nieuw pakket maatregelen klaar om de particuliere belegger beter te beschermen. De Retail Investment Strategy (RIS) moet een mijlpaal worden van de Ierse eurocommissaris voor Financiële Diensten, Mairead McGuinness.
“Met dat pakket wil de Commissie tekortkomingen in de wetgeving aanpakken, bijvoorbeeld in de Markets in Financial Instruments Directive (MiFID) voor beleggingsproducten en de Insurance Distribution Directive (IDD) voor verzekeringsproducten. Het is dus geen nieuw regelgevend pakket dat erbij komt”, vertelt Veerle Colaert, hoogleraar financieel recht aan de KU Leuven en voorzitter van de stakeholdergroep van de Europese financiële toezichthouder ESMA.
Begin 2021 kondigde McGuinness al aan dat ze in 2022 met dat nieuwe pakket wilde landen. Uiteindelijk zal het meer dan een jaar later zijn, wat wijst op de politieke gevoeligheid van het dossier.
De RIS heeft verschillende doelstellingen. De voornaamste zijn consumentenbescherming, onafhankelijk advies en competitieve, kostenefficiënte en transparante producten, die makkelijk te vergelijken zijn. De afgelopen weken circuleerde al een gelekte versie van het Commissievoorstel. Volgens de meesten die het dossier volgen, is op die thema’s weinig vooruitgang geboekt.
Ongeoorloofd hoge kosten
Het grote twistpunt, dat veel vertraging veroorzaakte, zijn de retrocessies of inducements. Dat zijn commissies die de verkopers en de verdelers van beleggingsproducten ontvangen van de uitgevers ervan. Wanneer een beleggingsadviseur, een private banker of een vermogensbeheerder een fonds of een financieel product aan zijn klanten aanraadt, kan hij daarvoor door de uitgever van dat fonds of product betaald worden.
“Die commissies leiden tot eenzijdig en bevooroordeeld advies aan de klant. De banken, vermogensbeheerders en adviseurs raden enkel de producten aan waar ze commissies op krijgen, niet noodzakelijk de producten die in het belang zijn van de klant”, verduidelijkt Arnaud Houdmont, woordvoerder bij Better Finance, de Europese vereniging van spaarders en beleggers.
Voor onafhankelijke beleggings- en vermogensadviseurs voorzien de MiFID-regels al in een verbod op zulke commissies. Maar dat maakt een onafhankelijke dienstverlening enkel toegankelijk voor vermogenden. “In die categorie kom je gewoonlijk pas terecht, wanneer je enkele honderdduizenden euro’s te beleggen hebt”, stelt Veerle Colaerts.
De meeste particuliere spaarders en beleggers, ook in België, hebben door die hoge instapbedragen geen toegang tot een onafhankelijke dienstverlening. Zij die niets van beleggen af weten, zijn daardoor vaak aangewezen op hun bank of financiële instelling. Daar geldt geen absoluut verbod op die commissies. Bovendien schotelen banken de klant vooral hun eigen producten voor, die vaak duurder zijn dan andere producten op de markt.
“In België zijn de commerciële banken de grootste verkopers van beleggingsfondsen, waarvan de beheerskosten voor hen een belangrijke inkomstenbron zijn. Die kosten zijn ongeoorloofd hoog”, zegt Karel Lannoo van de Europese denktank CEPS scherp.
“De klant kan de indruk krijgen dat dat advies gratis is, maar je betaalt daar indirect voor via hogere beheerskosten van de voorgestelde producten. Het zullen wel producten zijn die bij je profiel passen, maar ze zijn gewoonlijk duurder dan vergelijkbare ETF’s op de markt”, voegt Veerle Colaert eraan toe.
Beter geen advies
Europese consumentenorganisaties ijveren al langer voor een totaalverbod op verkoopcommissies op financiële producten en voor een strikte scheiding tussen verkoop en advies. “De kosten voor advies en voor beheer moeten voor iedereen uit elkaar worden getrokken”, vindt Karel Lannoo.
“In principe ben ik daar ook voor, maar ik vraag me wel af wat de impact zal zijn voor klanten die niet voor beleggingsadvies willen of kunnen betalen, vooral wanneer zij niet de kennis hebben om zelf producten met een lage kostenstructuur te vinden en op hun geschiktheid te beoordelen. De kans bestaat dat zij hun spaargeld gewoon op een spaarrekening laten staan”, meent Veerle Colaert.
Voor veel Europese spaarders en beleggers zou die scheiding tussen verkoop en advies een groter effect hebben dan een commissieverbod. “Het probleem is in veel gevallen dat banken enkel hun eigen producten aanbieden en dus eenzijdig advies geven. Een verbod op commissies zou daar niet veel aan veranderen”, zegt Arnaud Houdmont van Better Finance.
De banken en de fondsenverdelers verdedigen de huidige stand van zaken met het argument van de zogenoemde advieskloof. Als ze geen commissies meer zouden ontvangen of als advies en verkoop niet meer samen mogen gaan, zouden particuliere klanten geen advies meer krijgen.
Een drogreden, oordeelt Monique Goyens, de algemeen directeur van de Europese consumentenorganisatie BEUC: “Beter geen advies dan slecht advies. Advies en verkoop moeten gescheiden worden. Bovendien zijn de kosten die je aan onafhankelijk en correct advies zou besteden, heel snel terugverdiend.”
Hanzo van Beusekom, bestuurslid bij De Nederlandsche Bank, treedt haar bij. In een recent panelgesprek in Brussel was hij heel scherp: “Er bestaan twee misvattingen over ‘gratis advies’. De eerste is dat het niet gratis maar juist heel duur is. Een studie van de Europese Commissie toont aan, dat de gemiddelde verkoopcommissie 0,7 procent per jaar kost. Dat is 45 procent van de totale kosten. De tweede misvatting is dat gratis advies onafhankelijk advies is, terwijl het in werkelijkheid gaat om een verkooppraatje vermomd als advies.”
“Bovendien komen de banken zelf niet met voorstellen om dat probleem van het eenzijdige advies aan te pakken”, zegt Arnaud Houdmont.
Wel vooruitgang
In het gelekte voorstel van de Europese Commissie staat een aangescherpt verbod op verkoopcommissies. Als een klant een beleggingsproduct koopt waar hij of zij geen advies over ontvangen heeft van zijn bank of broker, mogen die laatste daarvoor geen commissie krijgen. “Anders krijgen ze betaald voor een dienst die ze nooit geleverd hebben”, zegt Bryan Coughlan, beleidsmedewerker bij BEUC. “De Europese Commissie erkent dat die commissies nadelig zijn voor de beleggers, dus een algemeen verbod was beter geweest.”
Het voorstel wil ook op een andere manier die kosten terugdringen. Zo moeten de Europese toezichthouders een algemene maatstaf of benchmark, ontwikkelen voor de kosten en prestaties van beleggingsproducten. Daarmee zullen de nationale toezichthouders de duurste en minst performante producten eruit kunnen halen en die uit de markt weren.
“Het is beter dan niets, maar met een verbod op commissies was dat overbodig geweest. In plaats van een markt te creëren waar de aanbieders van beleggingsproducten met elkaar concurreren op het gebied van kwaliteit, komt er nu een systeem dat enkel de allerslechtste producten uit de markt weert. Bovendien zal het veel inspanning vergen van de toezichthouders”, zegt Bryan Coughlan.
Een andere belangrijke stap in het nieuwe pakket is dat de regels voor verzekeringsproducten, geregeld in de IDD, gelijk worden getrokken met de MiFID-regels voor beleggingsproducten. “Dat is met name belangrijk voor de beleggingsverzekeringen, de zogenoemde tak23-producten. Daarvoor golden heel andere regels dan voor beleggingsproducten onder MiFID, terwijl beleggers ze vaak als alternatieven beschouwen. Dat die regels nu gelijkgesteld worden, is een belangrijke stap vooruit. Nog logischer zou zijn dat de regels voor beleggingsverzekeringen gewoon onder MiFID vallen”, legt Veerle Colaert van de KU Leuven uit.
Die gelijktrekking is ook belangrijk, omdat veel Europeanen in verzekeringsproducten beleggen. “In gewone beleggingsfondsen zit maar 9 procent van het Europese spaargeld, tegenover 40 procent in beleggingsverzekeringen. Het is goed dat die strenger gereguleerd worden”, aldus Arnaud Houdmont.
Bang voor buitenlandse concurrentie
Ondanks zijn tekortkomingen valt het algemeen belang van het nieuwe pakket maatregelen niet te onderschatten. “Mensen moeten vermogen opbouwen voor hun woning of hun pensioen, en dat wordt hun steeds moeilijker gemaakt, doordat ze overal slecht of bevooroordeeld advies krijgen. Wij willen dat alle consumenten standaard toegang hebben tot eerlijk en onafhankelijk financieel advies”, zegt Bryan Coughlan.
Eurocommissaris McGuinness had grote ambities, maar die zijn in de afgelopen twee jaar sterk afgezwakt door stevig lobbywerk van de financiële sector, maar ook van lidstaten. Zo schreven de Oostenrijkse en de Duitse minister van Financiën brieven, waarin ze zich uitspreken tegen het verbod op verkoopcommissies. Ook Europarlementsleden die nauwe banden hebben met de financiële sector, schreven de Commissie aan en spraken zich openlijk uit voor een niet al te strenge regelgeving. En uiteraard was er de voorbije twee jaar ook een zwaar lobby-offensief van de financiële sector.
Dat verbaast Karel Lannoo van CEPS niet. “Ze zijn bang dat ze niet competitief genoeg zijn tegenover buitenlandse spelers, zoals Amerikaanse banken en vermogensbeheerders, als daar iets aan zou veranderen”, zegt hij.
* Eva is een pseudoniem. De echte naam van de getuige is bekend bij de redactie.
40 procent
van het Europese spaargeld is belegd in de minder streng geregelde beleggingsverzekeringen, tegenover 9 procent in fondsen.
In het VK en Nederland kan het wel
In Europa zijn verkoopcommissies op beleggingsproducten enkel verboden in het Verenigd Koninkrijk en Nederland. De Britse toezichthouder FCA deed onderzoek naar de gevolgen daarvan. “Daaruit bleek dat de kwaliteit van de beleggingsproducten is verbeterd. Ze zijn over het algemeen goedkoper geworden en presteren beter dan voordien”, zegt Bryan Coughlan, beleidsmedewerker bij BEUC.
Ook in Nederland heeft dat verbod resultaat gehad. Volgens onderzoek vinden goedkope ETF’s het meest ingang bij beleggers in het Verenigd Koninkrijk en Nederland. Ze halen er 28 en 12 procent marktpenetratie. “Bovendien berekende de Europese toezichthouder ESMA dat de lopende kosten voor een beleggingsfonds in Nederland gemiddeld 0,57 procent bedragen, terwijl dat gemiddelde voor de rest van de Europese Unie 1,47 procent is. Dat is bijna drie keer zoveel”, zegt de Nederlandse toezichthouder Hanzo van Beusekom.
Een strengere beleggersbescherming hoeft niet nadelig te zijn voor de financiële sector. “Tien jaar na het Nederlandse verbod is de financiële sector in ons land nog heel gezond en winstgevend”, stelt Van Beusekom. “We hebben grote banken, verzekeraars en 6.000 onafhankelijke financieel adviseurs. Er zijn ook steeds meer particuliere beleggers. Veel van de waarschuwingen die de sector als tegenargumenten gebruikt, zijn overdreven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier